Arm en Rijk 1.1 Flashcards
1
Q
WOZ waarde
A
De waarde van de woning volgens de gemeente
2
Q
Arbeiderswijk
A
Kleine woningen, in rijen aan elkaar (gebouwd voor fabrieksarbeiders)
2
Q
Villawijk
A
Grote, vrijstaande huizen met veel tuin
2
Q
Achterstandswijk
A
Wijk met hoge werkloosheid en veel armoede.
2
Q
Lagelonenland
A
Land waar, de naam zegt het al, de lonen laag zijn
2
Q
Hoe meet je welvaart van de wijk?
A
- Aantal Koopwoningen 2. De WOZ waarde van de woningen
3
Q
Huurwoning
A
Eigenaar verhuurt de woning
3
Q
Koopwoning
A
Eigenaar woont er in
3
Q
4 manieren om Welzijn te meten
A
- Onderhoud 2. Bebouwingsdichtheid 3. Autodichtheid 4. Aantal voorzieningen in de wijk
4
Q
Bebouwingsdichtheid
A
Aantal woningen per vierkante meter
5
Q
Autodichtheid
A
Aantal auto’s per vierkante meter
6
Q
Welvaart
A
Rijkdom of armoede uitgedrukt in een $$$ bedrag
7
Q
Welzijn
A
Rijkdom of armoede uitgedrukt in terman van geluk