Antoniemen blok 4 Flashcards
1
Q
coherent
A
onsamenhangend, incoherent, inconsistent
2
Q
futiliteiten
A
hoofdzaken, essentie, kern, grote lijn
3
Q
onverbloemd
A
verkapt, bedekt, subtiel
4
Q
relatief
A
absoluut, onomstreden, onbetwistbaar
5
Q
secundair
A
cruciaal, essentieel, belangrijk, relevant