Antidepressiva Flashcards
Wat gebeurt er bij gebruik van antidepressiva?
Een toename van neurotransmitters (noradrenaline, serotonine en in geringe mate dopamine) in de synapsspleet.
Wat zijn de twee groepen antidepressiva?
- Tricycische antidepressiva (TCA)
2. niet-tricyclische antidepressiva -> waaronder de serotineheropnameremmers (SSRI’s) de grootste subgroep vormen.
Hoe verhogen antidepressiva de hoeveelheid neurotransmitters?
Door de heropname van neurotransmitters te remmen.
Waar zitten de meeste 5-HT-receptoren (serotonine receptoren) in de CZS? En waar projecteren deze receptoren naartoe?
De rapine kernen in de hersenstam
Ze projecteren naar het limbisch systeem, hypothalamus en de cortex.
Waarbij speelt serotonine een belangrijke rol?
Regulatie van gedrag en emotie Eetlust Slaap Temperatuurregulatie Controle van sensoriek
Waar in de periferie komen 5-HT-receptoren (serotonine receptoren) voor?
Maagdarm-kanaal
Gladde spiercellen
Trombocyten
Wat zijn de effecten van SSRI’s buiten de CZS?
Diarree of obstipatie
Trombocytopanie of bloedingen
Contractie van bronchi en bloedvaten (benauwdheid en hoofdpijn)
Welke middelen zijn TCA’s?
Clomipramine
Amytriptyline
Nortriptyline
Welke TCA is selectief voor noradrenaline?
Nortriptyline
Welke TCA’s zijn selectief voor serotonine?
Amytriptyline en clomipramide
Wat zijn de indicaties voor TCA’s?
Matig tot ernstige depressie (Bij ernstige is het de eerste keuze)
Neuropatische pijn
Wat zijn de anticholinerge bijwerkingen van TCA’s?
Droge mond Duizeligheid Obstipatie Mictiestoornissen Erectiestoornissen Verwardheid
Wat zijn de antinoradrenerge bijwerkingen van TCA’s?
Orthostase
Vallen
Wat zijn de kinidine-achtige bijwerkingen van TCA’s?
Geleidingstoornissen (QT-tijd)
Wat zijn de antihistaminerge bijwerkingen van TCA’s?
Sedatie
Gewichtstoename