Analyseniveaus Flashcards

1
Q

Leg uit: psychologie

A

Psychologie is de onderzoek naar gedrag en de gevoelens van dat gedrag vanuit het individuele oogpunt

gedrag wordt verklaard vanuit de persoon zelf:

hoe werkt onze waarneming

vb: wat is de invloed op motivatie op gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit: sociologie

A

Onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijke gezichtspunt

socioloog kijkt naar de groepen waar de personeel van uitmaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit psychologie versus sociologie aan de hand van eetstoornis

A

Psychologie: identiteitsontwikkeling van persoon

Sociologie: slankheidsideaal in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de 3 niveaus MiMeMa

A

Micro-niveau
Meso-niveau
Macro-niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit: Micro niveau

A

kleine samenlevingsverbanden waarvan mensen deel uitmaken

Directe sociale omgeving van individu (gezin,vriendengroep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit: meso niveau

A

Grotere organisatorische verbanden waarvan mensen deel uitmaken

De wijdere sociale omgeving
(school,wijk, werk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit: macro niveau

A

maatschappij als geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat: samenwerking

A

als mensen dicht op elkaar leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit: mensen maken mensen

A

mensen oefenen invloed uit op elkaar door in interactie te gaan

interpretaties, en niet alleen de objectieve kenmerken, bepalen het verdere verloop van een situatie

Thomas-theoroma “if men define situations as real, they are real in their consequences”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de 3 concepten rond de definties

A

stereotypen : vereenvoudigd algemeen beeld van (leden van) een groep of categorie mensen

vooroordelen : aan het stereotype beeld wordt een waardering opgehangen

waardering kan positief of negatief zijn

discriminatie : wanneer we ons gedrag laten sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit: self-fulfilling prophecy

A

zelfbevestigde uitspraak
verwachtingen/ voorspellingen komen uit, doordat mensen zich naar deze verwachtingen/voorspellingen gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Self-defeating (self-denying) prophecy

A

zelf-vernietigende uitspraak

is een omgekeerd fenomeen

verwachtingen/voorspellingen komen niet uit doordat mensen zich naar deze gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: mensen vormen organisaties

A

Organisaties zijn grotere sociale systemen, samenlevings of samenwerkingsverbanden. Ogezet om een aantal te doelen

Formele organisaties zijn vastgelegd in procedures, hiërarchie en voorschriften

Informele organisaties zijn dan weer spontane interacties en afspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Groepen maken mensen: geef de 2 groepen

A

Primaire groep
is kleinschalig, direct contact en vertrouwde sfeer

Secundaire groep is grootschaliger en als voorbeeld een klas leerlingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leg uit: the looking-glass self (Cooley)

A

menselijke identiteit komt tot stand doordat mensen zich afvragen hoe ze er in de ogen van anderen uitzien en hoe ze beoordeeld zullen worden

dit door zelfconcept
zelfconcept bevat 3 onderdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de 3 onderdelen van zelfconcept

A

Beeld van voorkomen bij anderen

Ingebeelde oordeel over dat voorkomen

soort zelfgevoel (trost, zelfbeheersing)

17
Q

Leg uit: Experiment Guthrie

A

Het is een illustratie van zelfconcept waarbij verlegen student behandelt wordt als de populaire. Na 1 jaar is het een vlotte student en ging ze er ook van uit dat ze geliefd was

18
Q

Geef het besluit van Micro naar Macro

A

Van micro naar macro gaan is de sociale constructie van de realiteit

19
Q

Geef het besluit van Macro naar Micro

A

is de sociale bepaaldheid van menselijk gedrag