AN Word Flashcards

1
Q

Wat wordt er bedoelt met diagnostisch?

A

hiermee kan je een diagnose stellen. Je kan je patient hiermee dus vertellen of diegene een aandoening heeft of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoelt met prognostisch?

A

Het voorspellen van het beloop van de klacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoelt met evaluatief?

A

Je kijkt naar het effect van je behandeling. Aan het begin van je behandeling neem je een VAS af. Na 8 weken van het volgen van het bewegingsprogramma weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De kwaliteit van een meetinstrument hangt af van de volgende 4 punten:

A
  • hanteerbaarheid
  • validiteit
  • betrouwbaarheid/ reproduceerbaarheid
  • responsiviteit
  • sensitiviteit
  • specificiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekend sensitiviteit?

A

gevoeligheid van de test. de percentages Utrecht positieve uitslagen onder zieke personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat betekend sensitivatie?

A

het aantal echte positieve DELEN DOOR het aantal echt positieven + het aantal fout negatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat betekend specificiteit

A

hoe specifiek is de test. Het percentage terecht negatieven uitslagen onder niet zieke personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekend specificiteit?

A

het aantal echt negatieven DELEN DOOR het aantal echt negatieven + het aantal fout positieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SPIN

A

specificiteit insluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SNOUT

A

sensitiviteit uitsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de ROM van een kogelgewricht?

A

3 vrijheidsgraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de ROM van een rolgewricht?

A

1 vrijheidsgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de ROM van een scharniergewricht?

A

1 vrijheidsgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de ROM van een vlak gewricht?

A

2 vrijheidsgraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de ROM van een zadelgewricht?

A

2 vrijheidsgraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de ROM van een eivormig gewricht?

A

2 vrijheidsgraad

17
Q

Wat betekend rostraal?

A

Rostraal betekent helemaal vooraan. Het is een plaatsaanduiding voor een lichaamsonderdeel dat zich op het hoofd aan de neuszijde bevindt.

18
Q

wat betekend occipitaal?

A

Occipitaal is het tegenovergestelde van rostraal. Het is een plaatsaanduiding voor een lichaamsonderdeel dat zich aan de achterkant van het hoofd bevindt.

19
Q

wat betekend Perifeer?

A

Perifeer is een plaatsaanduiding voor een lichaamsonderdeel dat zich naar het lichaamsoppervlak toe bevindt.

20
Q

Wat zijn 10 kenmerken van type 1 spiervezel?

A

(tonisch)

  • langere duur
  • minder snel vermoeid
  • minder explosief
  • rood
  • aeroob
  • veel mitochondria (energie fabriekjes)
  • zowel vet als glucose verbranding
  • langzame hypertrofie
  • slow twitch
  • neiging tot atrofie
21
Q

Wat zijn 10 kenmerken van type 2 spiervezels?

A

(fasisch)

  • korte duur
  • snellere vermoeid
  • explosieve kracht
  • wit
  • anaëroob
  • weinig mitochondria
  • glucose en creatinefosfaat
  • snelle hypertrofie
  • fast twitch
  • neiging tot verkorting
22
Q

wat betekend Synergist?

A

de spier die de agonist helpt met bewegen.

23
Q

wat betekend Actieve insufficiëntie?

A

De spier kan zich tot de helft verkorten.

24
Q

wat betekend Passieve insufficiëntie?

A

Een spier kan zich maar tot een bepaalde lengte verlengen

25
Q

Wat is de latijnse benaming voor: schouder gewricht?

A

art. humeri

26
Q

Wat is de latijnse benaming voor: elleboog gewricht?

A

art. cubiti

27
Q

Wat is de latijnse benaming voor: pols gewricht?

A

art. radiocarpea

28
Q

Wat is de latijnse benaming voor: heup gewricht?

A

art. coxae

29
Q

Wat is de latijnse benaming voor: knie gewricht?

A

art. genus

30
Q

Wat is de latijnse benaming voor: enkel gewricht?

A

art. pedis

31
Q

Wat voor soort gewricht is het schouder gewricht?

A

art. humeri is een kogelgewricht

32
Q

Wat voor soort gewricht is het elleboog gewricht?

A

Het art. Cubiti is een samengesteld gewricht. Als we kijken naar het art. Humero-ulnaris dan is dat anatomisch gezien een zadelgewicht, maar functioneel gezien een scharniergewricht.

Het art. humero-radialis is anatomisch gezien een kogelgewricht, functioneel gezien heeft het 2 assen.

Het art. radio-ulnaris is zowel anatomisch als functioneel een rolgewricht.

33
Q

Wat voor soort gewricht is het knie gewricht?

A

Anatomisch een scharniergewricht, functioneel heeft het 2 assen

34
Q

Wat voor soort gewricht is het heup gewricht?

A

art. coxae is een kogelgewricht