AN Flashcards
frontale vlak:
een vlak aan het os frontale
transversale vlak
een horizontaal vlak
sagittaal vlak
een voor-achterwaarts verlopend vlak, sagitta is pijl
mediaan vlak
dit is een sagittaal vlak dat het lichaam in een gelijke linker en rechter helft verdeelt
sagittale as
as in voor/achterwaartse richting (sagitta = pijl)
frontale as (of transversale as)
as evenwijdig aan os frontale
longitudinale as
as in lengteriching van lichaam
Welk vlak en as?
Abductie - adductie.
in frontale vlak, om sagittale as
Welke bewegingen?
in frontale vlak, om sagittale as
Abductie - adductie.
Welk vlak en as?
flexie - extensie
in sagittale vlak, om transversale as
Welke bewegingen?
in sagittale vlak, om transversale as
flexie - extensie
Welk vlak en as?
endorotatie - exorotatie
in transversale vlak, om longitudinale as
Welke bewegingen?
in transversale vlak, om longitudinale as
endorotatie - exorotatie
latijnse benaming voor: “aan de buikzijde”
ventraal
latijnse benaming voor: “rugzijde”
dorsaal
latijnse benaming voor: “meer naar de romp toe”
proximaal
latijnse naam voor: “meer van de romp af”
distaal
latijnse naam voor: “aan de binnenzijde”
mediaal
latijnse naam voor: “ aan de buitenzijde”
lateraal
latijnse naam voor: “naar de kant van de schedel”
craniaal
latijnse naam voor: “naar stuitje”
caudaal
latijnse naam voor: “aan de bovenkant”
superior
latijnse naam voor: “aan de onderkant”
inferior
latijnse naam voor: “dextra”
rechts
latijnse naam voor: “Sinistra”
Links
latijnse naam voor: “aan de handpalm zijde”
palmair
latijnse naam voor: “aan de voetzool zijde”
plantair
latijnse naam voor: “aan de kant van de radius
radiaal
latijnse naam voor: “aan de kant van de ulna”
ulnair
latijnse naam voor: “aan de kant van de fibula”
fibulair
latijnse naam voor: “aan de kant van de tibia”
tibiaal
Ulnair en tibiaal = ?
mediaal
radiaal en fibulair = ?
lateraal
latijnse naam voor: “oppervlakkig, dichter bij de huid”
superficiaal
latijnse naam voor: “dieper in de huid”
profundus
latijnse naam voor: “inwendig”
internus
latijnse naam voor: “uitwendig
externus
Waar staat de volgende afkorting voor?
m.
musculus
Waar staat de volgende afkorting voor?
mm.
musculi
Waar staat de volgende afkorting voor?
lig.
ligamentum
Waar staat de volgende afkorting voor?
ligg.
ligamenta
Waar staat de volgende afkorting voor?
v.
vena
Waar staat de volgende afkorting voor?
vv.
venae
Waar staat de volgende afkorting voor?
n.
nervus
Waar staat de volgende afkorting voor?
nn.
nervi
Waar staat de volgende afkorting voor?
a.
arteria
Waar staat de volgende afkorting voor?
aa.
arteriae
Waar staat de volgende afkorting voor?
art.
articulatio
Waar staat de volgende afkorting artt. voor?
articultiones
Uit welke 8 dingen bestaat de bouw van een synoviaal gewricht?
- gewrichtsholte
- gewrichtskapsel
- membrana synovialis
- Membrana fibrosa
- Gewrichtskraakbeen (hyalien kraakbeen)
- Synovia (gewrichtssmeer)
- Soms meniscus of een discus
- Ligamenten
structuren die van invloed zijn op de hoeveelheid vrijheidsgraden en ROM van een synoviaal gewricht (5)
- soort gewricht
- kapsel
- ligamentaire structuren
- spieren
- meniscus/discus
Benoem 6 soorten gewrichten
- scharniergewricht
- rolgewricht
- zadelgewricht
- bolgewricht
- vlakgewricht
- ellipsoïdgewricht
Wat is de functie van de discus/meniscus in een gewricht?
geven functioneel extra vrijheidsgraad
Wat betekend: “samentrekken van de spieren”
contractie
Wat betekend: “concentrisch”
krijg je spierpijn van, krijg je de meeste hypertrofie van (naar boven)
Wat betekend:” excentrisch”
Kan je meer gewricht tillen (naar beneden)
Wat betekend:” isometrisch/statisch”
lengte van de spier blijft gelijk
Wat zijn functies van spieren?
- beweging uitvoeren, geleiden, remmen
- gewricht stabiliseren
Waar is de functie van de spieren afhankelijk van?
- eigenschappen van de spier (soorten vezels)
- verloop (monoarticulair / bi-articualir)
- doel van de beweging en inwerking van krachten
- ligging van de spier t.o.v. as
Welke twee soorten spiervezels zijn er?
houdingsspieren (rode spieren / tonisch) en bewegingsspieren (witte spieren/ fasisch)
Wat zijn houdingsspieren?
rode spieren/ tonisch
- type 1, slow twitch, onvermoeibaar
- neiging tot verkorting, regelmatig rekken
wat zijn bewegingspieren?
witte spieren/ fysisch
- type II, fast twitch, snel vermoeibaar
- neiging tot atrofie, moeten veel gebruikt worden
Hoe werken de spieren in een open keten?
- insertie –> origo
- als je niet je distale deel hebt gefixeerd
- insertie = punctum mobile
- origo = punctum fixum
hoe werken de spieren in een gesloten keten?
- origo –> insertie
- distel gedeelte gefixeerd waardoor het proximale gedeelte moet bewegen.
- origo = punctum mobile
- insertie = punctum fixus
in de anatomische stand wat is dan de werking van de origo?
in de anatomische stand punctum fixum spier
in de anatomische stand wat is dan de werking van de insertie?
in de anatomische stand punctum mobile
Aanspannen in open keten:
spier trekt insertie naar origo
aanspannen in gesloten keten:
spier trekt origo naar insertie
agonist:
spier die actief beweging maakt
antagonist:
- spier die de tegenovergestelde beweging maakt, en moet ontspannen tijdens de beweging agonist
- reciproke inhibitie
osteokinimatica = ?
bot beweging