AFP 9 Pathologie perifere zenuwen Flashcards
Onvolledige verlamming van spieren, wel een beetje impuls
Parese
Volledige verlamming van spieren
Paralyse
Halfzijdige verlamming van spieren / één lichaamshelft
Hemiparese/ hemiplegie
Alleen benen zijn aangedaan
Paraparese
Zowel armen als benen zijn aangedaan
Tetraparese
Spierspanning
Tonus
Hypertonie
Abnormale toename spierspanning
Hypotonie
Abnormale afname spierspanning
Onwillekeurige samentrekking, kan variëren in intensiteit, duur en frequentie
Spasme
Constante of aanhoudende stijfheid = verhoogde spierspanning, die gepaard gaan met een verlies van flexibiliteit.
Rigiditeit
Verminderde gevoeligheid voor aanraking of andere sensorische stimuli
Hypesthesie
Volledig verlies van sensatie in een bepaald gebied
Anesthesie
Geen pijn, maar verminderde gevoeligheid
Analgesie
Abnormale sensaties of gevoelens, zoals tintelingen, prikkelingen, branderigheid of gevoelloosheid
Paresthesie
Verminderde bewegingsactiviteit of verminderde motorische responsiviteit
Hypokinesie
Langzame beweging. Het verwijst naar een vertraging in de snelheid van beweging.
Bradykinesie
Een abnormale toename van de bewegingsactiviteit, onvrijwillige beweging, abnormale beweging
Hyperkinesie
Hypotone / slappe verlamming
Bij aantasting van de perifere zenuw naar de spier
Gevolg: atrofie van spieren, spieren kunnen niet samentrekken
Hypertone/ spastische verlamming
Bij beschadiging van hersenen en/ of ruggenmerg (dus in het CZS)
Dwangstand van een gewricht
Gevolg laesie in het centrale zenuwstelsel
Geen herstel meer mogelijk en afwachten of er nog functie terug komt
Gevolg laesie perifeer
Chirurgische ingreep om uiteinden weer met elkaar te verbinden, deels (spontaan) herstel is mogelijk. (groei van axon 1mm/dag)
Is er nog functie? Trainen
Benoem de oorzaken van pijn
- Prikkeling of beschadiging van dunne vrije uiteinden van sensorische neuronen (nociceptoren)
- Heftige prikkeling van andere sensoren: mechano, thermo, chemosensoren
- Weefselbeschadiging leidt tot vrijkomen van stoffen uit cellen (prostaglandine/histamine). Die stoffen prikkelen de zenuwen
Scherpe pijn door zuurstoftekort, heet ook wel vasculaire pijn (hartinfarct)
Ischemische pijn
Hevige krampende pijn door samentrekking van glad spierweefsel om een hol orgaan (nier of galstenen)
Peristaltiek krijgt het niet weg
Koliekpijn
Branderige pijn door beknelling of beschadiging van een zenuw (aangezichtspijn, na een infectie met gordelroos)
Neuropathische pijn
Wortelpijn, uitstralende pijn door beknelling of beschadiging van een zenuwwortel (hernia)
Radiculaire pijn
Pijn na een amputatie, pijn door prikkeling van zenuwuiteinden in de ‘stomp’ na amputatie
Fantoompijn
Pijn uit een inwendig orgaan geprojecteerd op het huidgebied passend bij het ruggenmergsegment waar de pijn binnenkomt (pijn in L schouder bij hartinfarct). Hersenen kunnen geen onderscheid maken
Reffered pain = referentiepijn
Welke reacties op pijn zijn er?
- Terugtrekreflex = gaat via het ruggenmerg
- Autonome reacties = ademhaling, bloeddruk
- Bewustwording van pijn = in hersenschors, emoties bij pijn (limbisch systeem)