AFP 4 Geslachtsorganen Flashcards

1
Q

Naam eierstokken

A

Ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ligging ovaria

A

Intraperitoneaal
Links en rechts tegen de rand van het kleine bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vorm ovaria

A

Bobbelig uiterlijk, amandelvormig, ongeveer 4cm lang, 2cm breed en 1cm dik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie ovaria (2)

A

-1. Zorgt voor groei en rijping van de eicel
2. Produceert vrouwelijke geslachtshormonen (hormoonklier)
Oestrogeen
Progesteron
Androgeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Naam eileider

A

Tuba uterina = oviduct = salpinx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ligging tuba uterina

A

Tussen ovarium en uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorm tuba uterina

A

Trechtervormige buis met wijder uiteinde

10 cm lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie tubae uterinae

A

Transport: opvangen vrijgekomen eicel uit Ovaria.

Conceptie: samensmelting eicel en zaadcel.

(Zaadcel zwemt tot in eileider)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Naam baarmoeder

A

Uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ligging uterus

A

In het kleine bekken, voorovergebogen op de blaas. Ligt voor het rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vorm van uterus

A

Peervormig met lengte van 7 cm en breedste gedeelte 5 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie uterus

A

‘Kraamfunctie’ bevruchtte eicel kan zich in de uterus innestelen en groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ligging van de vagina

A

De schede ligt dorsaal van de blaas
Ventraal van het rectum

Vormt verbinding tussen uterus en buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vrom vagina

A

Rekbare buisvormige ruimte

Kanaal/schede van 8 cm lang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Functie vagina

A
  1. Paringskanaal
  2. Passeren van kind (baringskanaal)
  3. Doderleinbacillen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van de doderleinbacillen in de vagina?

A

Zetten glucose om in melkzuur = bescherming tegen infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe heet het uitwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?

A

Vulva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe heten de buitenste schaamlippen

A

Labia majora (buitenste schaamlippen) komen aan de voorkant samen bij de mons veris (venusheuvel), aan de achterkant komen ze samen bij het perineum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe heten de binnenste schaamlippen?

A

Labia minora (binnenste schaamlippen) komen aan de voorkant samen bij het preputium (huid van de clitoris) eronder zit de clitoris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zit er in de kleine schaamlippen?

A

De kleine schaamlippen sluiten het vestibulum (ruimte binnenin de kleine schaamlippen/ voorhof)
Hierin zit:
Ostium urethrae (mond van de urethra)
Hymen (maagdenvlies)
Uitmondingen van de glandulae vestibulares (klieren van Bartholin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ligging van de vulva

A

Genitalia externa
Mons veneris, labia majora tot perineum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Functie van de vulva

A

Bevinden zich zweet- geur en talgklieren.

23
Q

Naam penis

A

Radix penis & corpus penis

24
Q

Ligging penis

A

Onderaan de buikholte

25
Q

Vorm penis

A

Buisvormige structuur met 3 zwellichamen

26
Q

Welke onderdelen bevat de corpus penis?

A

Onderste zwellichamen: Doorgang voor urethra corpus spongiosum
Glans penis (eikel) met preputium (voorhuid)

27
Q

Functie penis

A
  1. Urinelozing
  2. Paringsorgaan
28
Q

Naam en ligging van de klieren van cowper

A

Glandulae bulbourethralis.
Begin corpus spongiosum.

(begin van de zwellichamen)

29
Q

Functie van de glandulae bulbourethralis? (klieren van cowper)

A

Produceren ‘glijmiddel’ bij seksuele opwinding

30
Q

Naam balzak

A

Scrotum

31
Q

Ligging scrotum

A

Huidplooi onderaan de buik

32
Q

Functie balzak

A

Bescherming en ondersteuning van de zaadballen

33
Q

Naam zaadbal

A

Testis = orchis

34
Q

Ligging testis

A

Liggen links en rechts in het scrotum

35
Q

Vorm van testis

A

Eivormig en heeft een lengte van ±5 cm.

36
Q

Wat is de functie van de testis? (2)

A
  1. Vorming van zaadcellen
  2. Produceert mannelijke geslachtshormonen (hormoonklier)(testosteron)
37
Q

Naam bijbal

A

Epidimymis

38
Q

Ligging epididymis

A

Ligt achter en deels op de testis

39
Q

Wat is de vorm van de epididymis

A

Sterk gekronkeld kanaal van ± 5cm lang.

40
Q

Wat is de functie van de epididymis(2)?

A
  1. Opslagplaats spermatozoa (zaadcellen)
  2. Verdere uitrijping spermatozoa.

Bijbal

41
Q

Naam zaadleider

A

Ductus deferens

42
Q

Ligging ductus deferens

A

Zaadleider, Vanuit de epididymus, via scrotum, over bekkenrand, verenigd net boven de prostaat samen.

43
Q

Functie van de ductus deferens?

A

Vervoer spermatozoa.

Zaadleider

44
Q

Naam en ligging van de zaadblaasjes?

A

Vesiculae seminalis.
Weerskanten achter/onder de blaas.

45
Q

Vorm van de vesiculae seminalis?

A

Wolkachtig/trosvormig.

Zaadblaasjes

46
Q

Wat is de functie van de vesiculae seminalis?

A

Scheiden een dik, doorzichtig, licht basisch vocht af.

Produceert helder zaadvocht

Dit wordt toegevoegd aan de zaadcellen die door de ductus deferens komen

47
Q

Naam en ligging van de ejaculatiegang?

A

Ductus ejaculatorius.
Kort buisje in de prostaat.

48
Q

Vorm Ductus ejaculatorius

A

Korte buisvormige structuur

49
Q

Functie ductus ejaculatorius

A

Vervoert zaadcellen en zaadvocht

50
Q

Naam en ligging van de prostaat?

A

Glandulae prostatae.

Caudaal van de blaas

Urethra en ductus ejaculatorius gaan dwars door de prostaat heen

51
Q

Vorm van de glandulea prostatae?

A

Kastanje vormige bolle klier met verschillende doorgangen

52
Q

Functie van de glandulea prostatae?

A

Klierweefsel
- Maakt prostaatvocht en voegt dit toe aan ejaculaat

53
Q

Functie ejaculaat

A

Bestaat uit 3 delen
Zaadcellen uit de testes
Zaadvocht uit de vesiculae seminales
Prostaatvocht uit de prostaat