Aarsrijkskunde Flashcards

1
Q

Wat is een cultuurlandschap?

A

ladschappen waarbij menselijke elementen overheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

perspectief

A

kijkrichting van de fotograaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

perspectieven richtingen

A

schuin, horizontaal en verticaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn natuurlandschappen?

A

landschappen waarbij de natuurlijke elementen overheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cultuurlandschappen

A

toeristisch, landbouw, industrie, stedelijk en verkeerslandschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

natuurlandscappen

A

berg, vegetatie, woestijn en moeraslandschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een orthofoto?

A

dat is een luchtfoto met een verticaal perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een legende?

A

Dat is een lijst symbolen en kleuren op de kaart en hun betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

POLS

A

Perspectief, Oriënteren, Legende en Schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

windrichtingen

A

N,O,Z,W

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tussenwindstreken

A

NO,ZO,ZW,NW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is lokaliseren?

A

lokaliseren is de juiste ligging bepalen van een plaats of jezelf op de kaart of in de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

middelen om te oriënteren

A

kompas naar het noorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zon komt op in het?

A

Oosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zon staat het hoogst in het?

A

Zuiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zon gaat onder in het?

A

Westen

17
Q

Zon komt nooit in het?

A

Noorden

18
Q

Van waar komt het woord oriënteren?

A

van het Latijnse woord oriëns= oosten

19
Q

oorspronkelijke betekenis oriënteren?

A

het oosten zoeken

20
Q

waarom het woord oriënteren?

A

in het Oosten liggen de heilige steden voor de christenen en de moslims

21
Q

Wat is de schaal?

A

De werkelijk is verkleind om ze op kaarten te kunnen voorstellen

22
Q

Wat is grootschalig?

A

grote noemer, grote schaal, rijke kaartinhoud

23
Q

Wat is kleinschalig?

A

grote noemer, kleine schaal, arme kaartinhoud

24
Q

kaarten 1/10000

A

plattegronden, architecten en toeristen gebruiken dat

25
Q

kaarten 1/10000 tot 1/100000

A

topgrafische kaarten, wandelaars, fietsers gebruiken dat

26
Q

kaarten kleiner dan 1/100000

A

aardrijkskundige kaarten, wegenkaarten, atlaskaarten, wandkaarten

27
Q

halfronden

A

je hebt Noordelijk halfrond, Zuidelijk halfrond, Westelijk halfrond, Oostelijk halfrond

28
Q

eigenschappen breedtecirkels

A

evenwijdig, cirkels, horizontaal, verkorten naar de polen toe

29
Q

lengtelijnen of meridianen

A

even lang, lijnen, verticaal, snijden elkaar in de polen toe

30
Q

lengteligging

A

Oosterlengte en Westerlengte

31
Q

breedteligging

A

noorderbreedte en zuiderbreedte

32
Q

geografische ligging

A

breedteligging + lengteligging

33
Q

de lijn die de wereld in twee verdeeld (verticaal)

A

evenaar

34
Q

referentiekaart

A

vereenvoudigde kaart met enkel belangrijke lijnen , punten en vlakken

35
Q

werelddelen

A

Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Europa, Afrika, Azië, Oceanië en Antartica

36
Q

oceanen

A

Atlantische oceaan, Indische oceaan, Grote oceaan en de Noordelijke Ijszee

37
Q

rivieren eigen streek

A

Schelde, Leie, Kanaal Kortrijk-Bossuit

38
Q

verkeerwegen eigen streek

A

E17 en de N8

39
Q

gewesten

A

Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen