aardrijkskunde Flashcards

1
Q

klimaat te plaatsen in welke sferen?

A

alle sferen v/h systeem (biosfeer, hydrosfeer, atmosfeer,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klimaatsverandering op hydrosfeer (5)

A

-zeespiegel stijgt (ijs v/d zuidpool)
-overstromingen bij laaggelegen gebieden
-gletsjers verdwijnen
-minder sneeuwdagen
-zeewater warmt op/wordt zuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klimaatsverandering op biosfeer (5)

A

-vegetatie/habitat verandert
-dieren kunnen migratie niet volgen
-ecosysteem raken uit evenwicht
-voedselketen doorbroken
-zuiderse dieren hier aangetroffen (muggen),

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klimaatsverandering op- atmosfeer (4)

A

-extreme weerevents
-frequentie en intensiviteit stortregens stijgen
-neerslaghoeveelheden stijgen
-hittegolven elk jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

positieve gevolgen van klimaatverandering

A

-planten groeien sneller
-zeer koude regio’s/klimaten bewoonbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ongelijke verspreiding v/d bevolking

A

overal 1 miljard, Azië 4 miljard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom is er een ongelijke verdeling v/d bevolking

A

sommige gebieden te warm/koud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

natuurlijk aangroei

A

alle veranderingen in de omvang v/d bevolking die het gevolg zijn van geboorte en sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is er geboorte-overschot

A

meer mensen geboren dan dood –> sterftecijfer < geboortecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer is er sterfte-overschot

A

minder mensen geboren dan dood –> sterftecijfer > geboortecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

demografie

A

onderzoeken v/d samenstelling v/d bevolking naar… (geslacht, leeftijg, bevolkingsaantal,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

demograpisch transitiemodel

A

vergelijken van geboorte- en sterftecijfers, gekenmerkt: 4 fases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bevolkingsdiagram

A

toont het aantal mannen en vrouwen v/e bevolking in leeftijdsgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vergrijzing

A

gemiddeld bevolking wordt ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bevolkingsdiagram van europa

A

|
| |
( )
| |

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bevolkingsdiagram van afrika

A

pyramide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bevolkingsdiagram van Latijns-Amerika

A

|
( )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

immigratie

A

toekomen in een land/regio

19
Q

emmigratie

A

weggaan uit een land/regio

20
Q

immigratie & emmigratie samen:

A

migratiesaldo (im.-em.)

21
Q

migratiesaldo in België

A

positieve (meer im. dan em.)

22
Q

intern ontheemd

A

gedwongen te vluchten door oorlog, geweld, schending v/d mensenrechten of natuurrampen

23
Q

illegaal

A

verblijft zonder papieren

24
Q

vluchteling

A

verlaten hun huis uit vrees voor geweld door hun ras, religie, nationaliteit

25
Q

migrant

A

algemene term

26
Q

asielzoeker

A

vraagt asiel

27
Q

uitgeprocedeerd

A

asielaanvraag afgewezen

28
Q

PUSH-factoren

A

afstotende factor

29
Q

PULL-factoren

A

aantrekkende factor

30
Q

waarom naar een grote stad gaan

A

-werk
-openbaar vervoer
-er is iets te doen
-cultuur

31
Q

diversiteit sterkst…

A

in grote steden

32
Q

Majority-Minority-cities

A

meerderheid v/d bevolking behoort tot een minderheid

33
Q

superdiversiteit

A

diversiteit niet enkel op afkomst, maar ook opleidingsniveau, leeftijd,…

34
Q

uitdaging van superdiversiteit

A

racisme, cultuurshok, taalproblematiek, verschillende waarden en normen

35
Q

superdiverse steden

A

Brussel, Antwerpen, Luik, LA, London, NY, Parijs,…

36
Q

doel 20e gemeente van Brussel

A
  1. aandacht vragen voor leegstand
  2. leegstaande gebouwen nieuwe bestemming geven
37
Q

ecologische duurzame stad

A

minder CO2, genoeg groen, geluidsoverlast,…

38
Q

aantal bewoners in megasteden

A

meer dan 10 miljoen

39
Q

ruraal

A

plattelandsgebied

40
Q

urbanisatie

A

uitbreiding van intensief bewoonde gebouwen

41
Q

verstedelijkingsgraad

A

mate van verstedelijking

42
Q

wat is een stad’s centrum

A

kern v/d stad

43
Q

stad begrenst door… en …

A

bewoning, invloed