Aanvankelijk Lezen Flashcards

1
Q

Dirk zwemde in de Schelde.

A

Morfologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dat bloem vind ik mooi.

A

Syntaxis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Die bloem vind ik niet mooj.

A

Fonologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

/m/ /aa/ /n/ —> /maan/

A

Elementaire leeshandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

/m/ /aan/ —> /maan/

A

Lezen met behulp van clusters en spellingspatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

/be/ /hulp/ /zaam/ —> /behulpzaam/

A

Lezen met behulp van morfologische analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ze waren blauw van de…

A

Lezen met behulp van de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vragen aan een kleuter van 4: ‘welk woord klinkt langer: reus of kabouter?’

A

Auditieve objectivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

/bak/ en /pak/

A

Auditieve discriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

‘Hakken’

A

Auditieve analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘Plakken

A

Auditieve synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dorp - drop

A

Temporeel ordenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lezen als ondersteunende taalactiviteit?

A

Leesvaardigheden van de leerlingen vergroten —> traditionele leeslessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is lezen als functionele taalactiviteit?

A

Als de leerlingen hun leesvaardigheid moeten toepassen —> synoniem = schools functioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het belang van leren lezen?

A

Lezen is in onze maatschappij een functionele vaardigheid. Dat wil echter niet zeggen dat je je lezen eigen maakt in het dagelijks leven.
Lezen is de belangrijkste instrumentele vaardigheid die de school de leerlingen aanleert. –> in bijna alle onderwijsleersituaties wordt beroep gedaan op de leesvaardigheden van de kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de andere belangrijke functie van lezen?

A

Leesplezier. Je kunt door lezen ontspannen, ervaringswereld verruimen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de vormen van lezen?

A
  1. technisch lezen
  2. begrijpend lezen
  3. studerend lezen
  4. belevend lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is technisch lezen?

A

De vaardigheid om geschreven taal om te zetten in gesproken taal (hardop verklanken of innerlijk verklanken)
Het is het decoderen van een code, bij ons is dat het alfabetisch schriftsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom is lezen lezen zo moeilijk met ons alfabet?

A

In ons alfabet hebben we geen 1 op 1 relatie met klanken, dat maakt het moeilijk om te leren lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de functie van werken met een lettermuur of letter van de week in kleutergroepen?

A

Kennismaken met geschreven taal en al letters leren, soort voorbereiding op leren lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is begrijpend lezen?

A

Het achterhalen van de betekenis van een tekst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een voorwaarde voor het begrijpen van een tekst?

A

Vlot decoderen. Ook achtergrondkennis en actief lezen beïnvloeden het begrijpen van een tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef 2 deelvaardigheden van begrijpend lezen?

A
  • betekenis van (woord)groepen bepalen

- relaties in de tekst leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is studerend lezen?

A

De inhoud van een tekst kunnen vastleggen in bijvoorbeeld een schema of samenvatting.
Hierbij kan je gebruik maken van studietechnieken: onderstrepen, schematiseren en samenvatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is belevend lezen?

A

Gaat om de emotionele betrokkenheid bij een tekst. In staat zijn zich in te leven in de personages, bepaalde emoties meevoelen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de fasen in het leesonderwijs?

A
  1. Voorbereidend lezen
  2. Aanvankelijk lezen
  3. Voortgezet lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is voorbereidend lezen?

A

Alle activiteiten waarbij de kinderen niet zelf lezen, maar die wel op de één of de andere manier kinderen voorbereiden op het lezen.
Wordt ook wel beginnende geletterdheid genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is beginnende geletterdheid?

A

Spontane belangstelling van peuters en kleuters voor het geschreven woord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is aanvankelijk lezen?

A

De fase van het leesonderwijs waarin de kinderen alle letters leren.

  • -> meestal adhv een leesmethode
  • -> foneem - grafeemkoppeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is voortgezet lezen?

A

Als de kinderen eenmaal alle letters kennen

  • -> aparte methoden
  • -> vergroten van leestempo, automatiseren leesstrategieën en heet realiseren van een goede voordracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waarom is lezen een ingewikkeld proces?

A

Lezen is gebruik maken van verschillende soorten informatie. Op verschillende niveaus informatieverwerking:

  • visuele informatie
  • kennis van de opbouwprincipes van woorden
  • betekenisrelatie tussen woorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zijn de informatieniveaus?

A
  • morfologie
  • syntaxis
  • fonologie
  • semantiek
  • actieve taal
  • passieve taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is morfologie?

A

Opbouw van een woord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is syntaxis?

A

Opbouw van een zin

35
Q

Wat is fonologie?

A

Koppeling van een klank aan het teken

36
Q

Wat is semantiek?

A

Betekenis van het woord

37
Q

Wat is actieve taal?

A

Taal die je gebruikt

38
Q

Wat is passieve taal?

A

De woorden die je leest, maar zelf niet gebruikt

39
Q

Wat is het visueel niveau?

A

Hierbij gaat het om speciale kenmerken van letters en woorden

  • vb. bijzonderheden in letterwoorden
  • frequentie speelt een rol (x komt niet zo vaak voor, wordt snel herkend)
40
Q

Wat is het alfabetisch schriftsysteem?

A

Ons schriftsysteem.

Elke spraakklank wordt in principe weergegeven door één teken.

41
Q

Welke zijn de problemen bij ons schriftsysteem?

A
  • fonemen: er zijn spraakklanken waar geen apart teken voor is
  • letters en fonemen: er zijn niet genoeg letters om alle fonemen weer te geven
  • klankzuivere woorden: koppeling tussen grafemen en fonemen niet altijd eenduidig (sommige fonemen kunnen door meer dan 1 grafeem worden weergegeven en omgekeerd kan een bepaald grafeem verwijzen naar 2 verschillende fonemen)
42
Q

Wat is een foneem?

A

betekenisonderscheidende spraakklanken

43
Q

Wat is een grafeem?

A

een letter of een lettercombinatie die een foneem weergeeft

44
Q

Wat zijn klankzuivere woorden?

A

Woorden waarin een foneem door het normale grafeem wordt weergegeven vb. aap, noot

45
Q

Welke zijn de leesstrategieën?

A
visueel niveau
- elementaire leeshandeling
- met behulp van clusters en spellingspatronen
- met behulp van visuele woordvorm
morfologisch niveau
- met behulp van morfologische analyse
semantisch en syntactisch niveau
- met behulp van de context
46
Q

Wat is het bottom-upmodel?

A

= opbouwmodel
1. herkennen letters
2. opbouw woorden
3. opbouw woordgroepen
4. betekenis toekennen aan de zin
–> hoe meer ervaring , hoe sneller de stappen verlopen
Leesproces is waarneming van letter per letter en woord per woord

47
Q

Wat is het top-downmodel?

A
  • starten op de hoge informatieniveaus
  • waarneming van letters en woorden wordt sterk beïnvloedt door verwachtingen lezer
  • proces van voorspellen, selecteren en toetsen
48
Q

Wat is het interactiemodel?

A

Een interactie van top-down en bottom-up processen

  • afwisseling tussen voorspellend lezen en woord voor woord lezen
  • wisselwerking tussen visuele informatie en kennis van de taal
49
Q

Wat is het fonologisch coherentiemodel?

A

Uitwisseling van foneemknoppen, letterknoppen en semantische knoppen.
Voortdurende wisselwerking tussen de verschillende knoppen

50
Q

Welke zijn de verschillende modellen over lezen?

A
  • Bottom-upmodel
  • Top-downmodel
  • interactiemodel
  • fonologisch coherentiemodel
51
Q

Wat zijn leesstratiegieën?

A

Verschillende manieren om een tekst te decoderen

52
Q

Wat is de elementaire leeshandeling?

A

als een kind letter voor letter leest.
Het is een basistechniek binnen het leren lezen.
Hakken en plakken hoort hierbij.

53
Q

Wat zijn de drie stappen binnen de elementaire leeshandeling?

A
  1. van links naar rechts koppelen van fonemen en grafemen
    - werken volgens leesrichting
    - visuele analyse grafemen
    - koppelen van foneem en grafeem
    - fonemen onthouden in de juiste volgorde
  2. auditieve synthese
  3. betekenis geven
54
Q

Wat zijn clusters?

A

combinatie van medeklinkers

55
Q

Wat zijn spellingspatronen?

A

combinatie van zowel klinkers als medeklinkers

56
Q

Wat is directe woordherkenning?

A

Herkennen van woorden aan de visuele woordvorm, aan de speciale volgorde van letters.

57
Q

Wat is lezen met behulp van visuele woordvorm?

A
  • te vergelijken met het herkennen van een plaatjes
  • methode Veilig Leren Lezen sluit hierbij aan
  • woordvorm en klankvorm van veel woorden is opgeslagen in het geheugen
  • snel en efficiënt lezen
  • gaat voorbij aan de basis van ons lezen
58
Q

Wat is de basis van ons lezen?

A

elke spraakklank wordt door een apart teken weergegeven

59
Q

wat is een morfeem?

A

als een letter of een combinatie van letters betekenis heeft

60
Q

Wat is lezen met behulp van morfologische analyse?

A
  • bij het lezen van langere woorden gebruik maken van onze kennis van morfemen
  • vooral getraind bij het voortgezet technisch lezen
61
Q

Wat is lezen met behulp van de context?

A
  • gaat niet alleen om de structuur van de zin, maar ook de betekenis van het woord
62
Q

Welke soorten lezers zijn er?

A
  1. Spelende lezers
    - kinderen die grote moeite hebben met het direct herkennen van woorden
    - -> blijven te lang vasthouden aan de elementaire leeshandeling of aan het lezen van clusters en spellingspatronen
    - oorzaak: niet beheersen van bepaalde deelvaardigheden
    - bottom-up
  2. Radende lezers
    - kinderen die op basis van bepaalde visuele informatie denken een woord te herkennen
    - oorzaak: niet goed kijken, maar ook onbekendheid met een woord
    - top-down
63
Q

Welke zijn de deelvaardigheden van het lezen?

A
  • auditieve vaardigheden
  • visuele vaardigheden
  • taalvaardigheden
64
Q

Welke zijn de auditieve vaardigheden?

A
  • auditieve objectivatie
  • auditieve discriminatie
  • auditieve analyse
  • auditieve synthese
  • temporeel ordenen
  • klankpositie bepalen
65
Q

Welke zijn de visuele vaardigheden?

A
  • visuele discriminatie
  • visuele analyse
  • visuele synthese
  • spatieel ordenen
  • letterpositie bepalen
66
Q

Wat is auditieve objectivatie?

A

letten op de klank en niet op de betekenis

- kan je ontwikkelen door bv rijmspelletjes met kinderen te doen

67
Q

Wat is auditieve discriminatie?

A

Verschil horen tussen woorden of klanken

68
Q

Wat is auditieve analyse?

A

Een woord in klanken splitsen

69
Q

Wat is auditieve synthese?

A

losse klanken samenvoegen tot een woord

70
Q

Wat is temporeel ordenen?

A

De volgorde van klanken onthouden

71
Q

Wat is klankpositie bepalen?

A

aangeven waar je een klank in een woord hoort

72
Q

Wat is visuele discriminatie?

A

verschil zien tussen letters of woorden

73
Q

Wat is visuele analyse?

A

letters in een woord herkennen

74
Q

Wat is visuele synthese?

A

losse letters samenvoegen tot een woord

75
Q

Wat is spatieel ordenen?

A

volgorde van de letters onthouden

76
Q

Wat is letterpositie bepalen?

A

aangeven wat de plaats van een letter in een woord is

77
Q

Wat zijn de verschillende leesmethoden?

A
  • de analytisch-synthetische methode
  • de globaalmethode
  • de globaliserende methode
  • de structuurmethode
  • de fonetische methode
  • natuurlijk leren lezen methode
78
Q

Wat is de analytisch-synthetische methode?

A

Normaalwoorden worden niet ingeprent, maar gebruikt als basiswoord om overeenkomsten te ontdekken in letters en klanken om zo tot analyse en synthese te komen

79
Q

Wat is de globaalmethode?

A

Uitgangspunt: hele woorden of zinnen

  • ontstaan onder invloed van de gestaltpsychologie
  • analyse en synthese ontstaan spontaan of worden later aangeboden
  • ongeschikt voor moeilijk lezende kinderen
80
Q

Wat is de globaliserende methode?

A
  • geënt op globaalmethode, maar er wordt meer structuur geboden
  • niet erg geschikt voor moeilijk lezende kinderen, al is er meer structuur
81
Q

Wat is de structuurmethode?

A
  • combineert globaalmethode en analytische methode

- start met globaalwoorden, maar gaat snel over tot analyse van het woord in klanken of fonemen

82
Q

Wat is de fonetische methode?

A
  • inprenten klanktekenkoppeling gebeurt met motorische ondersteuning
83
Q

Wat is de Natuurlijk Leren Lezen methode?

A

Uitgangspunt= de eigen taal van kinderen

84
Q

Wat zijn de doelen van aanvankelijk lezen?

A
  1. de leerlingen kennen de 36 grafemen
  2. mkm-woorden direct herkennen en tekst AVI-1 niveau lezen
  3. deelvaardigheden beheersen