A2 - 3 Flashcards
1
Q
tijdens
A
during
2
Q
gewoon
A
ordinary
3
Q
het programma
A
program
4
Q
het college
A
lecture / class
5
Q
de bibliotheek
A
library
6
Q
het tentamen
A
examination
7
Q
de filosofiegeschiedenis
A
history of philosophy
8
Q
de geschiedenis
A
history
9
Q
de bank
A
bank
10
Q
de hypotheek
A
mortgage
11
Q
het avondeten
A
dinner, evening meal
12
Q
de pasta
A
pasta
13
Q
gehaktballetjes (het gehaktballetje)
A
meatballs
14
Q
de tomatensaus
A
tomato sauce
15
Q
de saus
A
sauce
16
Q
wassen
A
wash
17
Q
de storing
A
fault
18
Q
het systeem
A
system
19
Q
ben kwijt (kwijt zijn)
A
lost
20
Q
gegevens (het gegeven)
A
data
21
Q
vreemd
A
strange
22
Q
gekookt (koken)
A
cooked
23
Q
pittig
A
spicy
24
Q
ontzettend
A
really, very
25
de zaal
room, hall
26
geluncht (lunchen)
had lunch
27
komt terug (terugkomen)
coming back
28
mooi
great
29
lust (lusten)
fancy
30
de thee
tea
31
rustig
quiet
32
behalve
besides
33
vaste (vast)
regular
34
het publiek
audience
35
niemand
nobody
36
het deel
part, episode
37
de serie
series
38
uitgenodigd (uitnodigen)
invited
39
de lieverd
sweetheart
40
de politie
police station
41
nadat
after
42
de portemonnee
wallet / purse
43
gestolen (stelen)
stolen
44
aangifte doen
report
45
de politieagent
police officer
46
via
by way of
47
zat (zitten)
was sitting
48
het terras
terrace
49
zulk
such
50
toen
when
51
lag (liggen)
was / lay
52
overal
everywhere
53
gezocht (zoeken)
searched
54
nergens
nowhere
55
gelegd (leggen)
placed
56
had (hebben)
had
57
omdat
because
58
de rits
zip
59
zodat
so that
60
het geld
money
61
steeds
always
62
viel (vallen)
fell
63
gehaald (halen)
took
64
de dader
culprit
65
terwijl
while
66
namelijk
it so happens
67
slim
clever
68
ziet eruit (eruitzien)
looks like
69
oei
um / oh
70
in ieder geval
at any rate
71
het leer
leather
72
verder
otherwise
73
het rijbewijs
driver's licence
74
de identiteitskaart
ID card
75
de bankpas
bank card
76
de bankrekening
bank account
77
de rekening
account
78
blokkeren
block
79
onmiddellijk
immediately / at once
80
hoewel
although
81
handig (onhandig)
handy
82
hoezo
how come
83
ophalen
get
84
vervelend
annoying
85
opgeschreven (opschrijven)
written down
86
zodra
as soon as
87
gevonden (vinden)
found
88
nemen contact op
contact / get in
89
(contact opnemen)
touch
90
de kans
chance
91
als
if
92
eerlijk
honest