A1 - 2 Flashcards

1
Q

weinig

A

few, little

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voldoende

A

sufficient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rust

A

rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

douch

A

shower

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reis

A

travel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

auto

A

car

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zeker

A

certainly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stad

A

city

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

praktisch

A

practical

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wegen rond de stad

A

roads around the city

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

staat

A

to stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stil

A

still

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

files

A

traffic jams

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afstanden

A

distances

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gelijk

A

directly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

goedkoop

A

cheaper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

beweging

A

movement, motion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

uitgerusten

A

to rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

verbaast

A

to surprise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ik ben ziek geweest

A

I have been sick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

dat betekent

A

that means

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

eens

A

once

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

bereiken

A

to achieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wereldoorlog

A

world war

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
binnankort
shortly
26
vertrekt
leaves
27
over
in/ about
28
enkele
a few
29
voordat
before
30
ze weg kan
she can leave
31
regelen
to arrange
32
toekomst
future
33
bij hem
with him
34
als ik vragen mag
if I may ask
35
haven
port/ harbor
36
verdient
earn, deserve
37
redelijk
reasonable
38
eigenlijk
actually
39
zwaar
heavy
40
dichtbij
near, close to
41
steden
cities
42
genoemd
called/ named
43
hetzelfde
the same
44
lijkt me
seems to me
45
culturen
cultures
46
feestje
party
47
komt er eentje bij
one is added
48
jarig
birthday
49
jij bent binnenkort jarig
it is your birthday soon
50
hoezo
how so
51
aan het begin
in the beginning
52
aan het begin van de week
in the beginning of the week
53
oplossing
solution
54
uitslappen
sleep out
55
je hebt gelijk
you are right
56
geef
to give
57
vlak voor
just before
58
kerst
christmas
59
afgesproken
agreed
60
jij komt toch op
you are coming too, right?
61
vertel
to tell
62
vertel me
tell me (danish gorum(
63
betekent
means
64
boodschappen doen
shopping
65
boodschappen
groceries
66
gaat me
comes along
67
tassen
bags
68
dragen
carry
69
handig
handy
70
zo’n
such a
71
sterke
strong
72
ontmoeten
meet, encounter
73
verder
further
74
besteed
spent
75
aandacht
attention
76
aandacht aan
attention to
77
verder besteed ik aandacht aan mijn famili
I also pay attention to my family
78
daarna
then
79
lekker
nicely
80
lekker fietsen of wandelen
enjoy cycling or walking
81
zoeken
to seek / to search
82
natuur
nature
83
we zoeken op zondag rust in de natuur
we seek peace in the nature on Sunday
84
wat mensen
some people
85
gevolg
consequence
86
zelfs
even
87
zelfs op zondag staan er files
even on Sunday there are traffic jams
88
omdat
because
89
oefent (oefenen)
practices
90
vooral
especially
91
het verstaan
understanding
92
het spreken
speaking
93
het lezen
reading
94
belangrijk
important
95
over drie weken gaat ze een examen maken
she will take an exam in three weeks
96
hoe gaat zo’n examen
how does such exam work
97
bestaat
consists
98
bestaat uit
consists of
99
onderdelen
parts
100
deel
part
101
bij een deel
in a part
102
je hoort
you hear
103
afmaken
to finish/ to complete
104
vervolgens
thereafter
105
krijg je vragen
you get a questions
106
eenvoudig
simple
107
duidelijk
clearly
108
aantwoord
answer
109
voorbeeld
example
110
noem
to name
111
gebouw
building
112
les krijgen
getting lesson
113
zeggen
to say
114
vragen over Nederland
questions about the Netherlands
115
welke
which
116
manier
way (manner)
117
oefenen
to practice
118
op welke manier kan ik oefenen
in what way can I practice
119
hen
them
120
ga met hen praten
go speak with them
121
luister
listen
122
lees
read
123
mogelijk
possible
124
adviezen
advices
125
en lees zoveel mogelijk Nederlands
and possibly read Dutch
126
voorbeeldexamen
sample exam
127
kies
choose
128
succes
success
129
wens
wish
130
ik wens je veel succes
I wish you a lot of success
131
zaterdagochtend
Saturday morning
132
tijd om
time for
133
boodschappen te doen
to do the groceries
134
van alles
everything
135
vers
fresh
136
bruin
brown
137
wit
white
138
het liefst gesneden
preferably cut
139
eieren
eggs
140
fruit
fruit
141
gewone
ordinary, normal
142
de gewone dingen
the normal things
143
cadeautje
present
144
voor wie
for whom
145
die is jarig geweest
it was her/his birthday
146
vanavond
this evening
147
fles
bottle
148
wijn
wine
149
een fles wijn
a bottle of wine
150
chocola
chocolatte
151
daar is ze gek op
she is mad about it
152
appartement
appartment
153
hoe komen we daar
how do we get there
154
pas nog
just yet
155
ik ben er pas nog geweest
I’ve been there just recently
156
herinner
remember
157
dat herinner ik me nog goed
I still remember that well
158
langs
along/ by
159
winkelcentrum
shopping center
160
steeds maar rechtdoor
straight ahead
161
voorbij
past
162
kerk
church
163
voorbij de kerk
past the church
164
meteen
immediately
165
rechtsaf
turn right
166
gisteravond
yesterday evening
167
nogal
rather/ pretty
168
afgelopen
to finish
169
het was nogal laat afgelopen
it was finished pretty late
170
hoeven
need/ required
171
vroeg op
up early
172
gelukkig hoeven ze niet vroeg op
Luckily they don’t need to get up early
173
op tijd wakker
waking up on time
174
vroeg
early
175
gegaan
went
176
die zijn vroeg naar bed gegaan
they went to bed early
177
kijken televisie
watching television
178
dat mag op zaterdagochent
that is allowed on Saturday morning
179
prettig
nice
180
hoe gaat met je moeder
how is your mother
181
ziekenhuis
hospital
182
opgenomen
admitted
183
wordt onderzocht
being examined
184
vervelen
annoying
185
hoelang
how long
186
hopen dat
hope that
187
bijzonders
special
188
ervandoor
away
189
ik ga ervandoor
I go away
190
straks
soon
191
weer naar haar toe
back to her
192
het beste met je moeder
all the best to your mother
193
huisart
family doctor/ GP
194
bel
call
195
afspraak
appointment
196
via
through, by, via
197
spreekuur
consultation hours
198
kom wel op tijd
come on time
199
rekening mee
take into account
200
hou daar rekening mee
keep that in mind
201
wachtkamer
waiting room
202
stelt vragen
asks questions
203
zo duidelijk
so clear
204
geef zo duidelijk mogelijk antwoorden
give answers as clearly as possible
205
er volgt
there follows
206
stuurt
send
207
specialist
specialist
208
inmiddels
by the way, meanwhiel
209
verandert
changes
210
zolang
as long as
211
uiteraard
of course, naturally
212
beide
both
213
leven
to live
214
zitten op voetbal
going to football (regular activity)
215
voetbal
football
216
trainen
to train
217
veld
field
218
muziek
music
219
geval
case, occasion, occupation
220
ver
far
221
bedrijf
profession
222
uitspraak
statement
223
erheen
there
224
spelletjes
games
225
begrijp
understand
226
grappige
funny
227
verplicht
required
228
klaarmaken
prepare
229
taken
tasks
230
leren
to learn
231
vanaf
from
232
wet
law
233
eerder
earlier
234
bekende
famous
235
aarde
earth
236
bewegen
to move
237
volgens
according to
238
zaken
matters, affairs
239
geschiedenis
history
240
tellen
to count
241
tekenen
to draw
242
vak
subject (ders)
243
op aarde
on earth
244
woorden
words
245
liedjes
songs
246
dergelijke
of such, oxsharliq
247
leeftijd
age
248
beginnen
to begin
249
kennis
knowledge
250
rekenen
to calculate
251
verleden
past
252
sport
sport
253
gemerkt
marked
254
lig
lie down
255
woelen
toss and turn
256
m’n
my
257
laatst
latest
258
gemaakt
made
259
z’n
his
260
minst
least
261
schreeuwen
shout
262
stille
silent, still
263
netvlies
retina
264
tegen
against, in return for
265
stromen
flow, stream
266
slaan
to beat
267
wensen
wishes
268
dromen
to dream
269
noorderlicht
northern light
270
is er niks aan
there is nothing to it
271
gewild
wanted
272
gedaan
done
273
leunen
lean
274
achterover
backwards
275
mede-oprichter
co-founder
276
beschrijving
description
277
exploiteert
exploits
278
neerzet
puts down
279
plaatjes
pictures
280
fora
forums
281
rustgevende
soothing
282
achtergrond
background
283
bekeken
viewed
284
tientallen
tens
285
voorzagen
provided
286
prikborden
notice boards
287
echter
however
288
uitgevers
publishers
289
beelden
images
290
vormgeving
design
291
spannen
tension
292
aantrekkelijk
attractive
293
hoog
high
294
mogelijkheid
possibility
295
weliswaar
admittedly
296
hoeveelheid
quantity
297
oplaadsnelheid
charging speed
298
koste
expense
299
daarnaast
in addition
300
biedt
offers
301
verlichtn
illuminated
302
gelegenheid
occasion
303
tenminste
at least
304
ontdekken
discover
305
daaraan
to that
306
creeren
create
307
bijdragen
contributions
308
omgeving
environment
309
gevoelige
sensitive
310
waarin
in which
311
onderwerpen
topics
312
overgigens
by the way
313
erkenning
recognition
314
bijbedoelingen
ulterior motives
315
lief
sweet
316
schelen
care
317
hoogte
height
318
uitgingen
went out
319
regel
rule
320
volgen
to follow
321
afrekenen
to pay/ settle (e.g. the bill)
322
vroeger
earlier
323
opleiding
education, training
324
leuk met je kennis te maken
nice to meet you
325
weet je wel
do you know?
326
bril
glasses
327
gewone bril
regular glasses
328
zonne bril
sun glasses
329
tanden
teeth
330
tanden tutsen
dishleri firchalamaq
331
afblijven
el chekmek heyatdan
332
overleggen
to consult
333
tegenwoordig
nowadays
334
zulke
such
335
kring
circle
336
leerkracht
teacher (muellim)
337
leiding
guidance
338
onder leiding
under guidance
339
gebeurt
happens
340
aangeboden
offered, (also announced)
341
jong geleerd, oud gedaan
learned young, did old
342
onderwijs
education
343
sommigen
some
344
verlaten
to leave
345
zowel
both
346
andere
other
347
richtingen
direction
348
kiezen
to choose
349
voetballen
to play footpal
350
vanochtend
this morning
351
ervaan gedroomd
dreamed about it
352
winnen
to win
353
stuk
a bit / piece
354
jeugd
young
355
wedstrijd
competition/ contest
356
gras
grass
357
logisch
logically
358
hoewel
however
359
normaal
normal
360
linkerkrat
left side
361
zwak
bad
362
raakt
hits
363
verkeerd
wrong
364
telkens
every time/ time and time again
365
rent
runs
366
springt
jumps
367
lijn
line
368
helft
half
369
het lukt gewoon niet
it just doesn’t work
370
vorm
form (to be in form)
371
scherp
sharp
372
speler
player
373
pakt
takes
374
uit zijn handen vallen
to fall from his hands
375
reageerd
responds
376
vlug
quickly
377
dezeofte
same
378
ploeg
team
379
pauze
pause
380
wat
somehow, a bit
381
gouden
golden
382
strafschop
penalty kick
383
resultaat
result
384
vechten
fight (to fight for)
385
lelijk
ugly
386
ruzie
to argue
387
flink
brave
388
hoor
hear, əşşi
389
huilen
to cry
390
verloren
lost (hesabda uduzmaq)
391
ik hoef niks te vragen
I don’t have to ask anything
392
vloer
floor
393
gooit
throws
394
verdwijnt
disappears
395
kracht
power
396
raakt op
runs out
397
hete
hot
398
douche
shower
399
vies
dirty
400
waardoor
as result of what
401
herhalen
repeat
402
buitenland
foreign country
403
verschillende
different
404
hoe hou je contact
how do you keep contact
405
toen
then
406
makkelijker
easier
407
manieren
approaches, ways
408
kaartje
postcard
409
schrijt
write
410
belt (bellen)
call
411
nog steeds
still
412
gratis
free
413
duur
expensive
414
brief
letter
415
gestroven
died
416
dan ga je toch niet mailen
then you're not going to email
417
stel je
imagine
418
persoonlijk
personal
419
toch wel
of course
420
gemakkelijk
easy
421
meer
more
422
post
mail
423
even mailen
just email (emailleshmek)
424
snel
fast
425
ontwikkelen
improvement/ self improvement
426
verbeteren
to make better
427
puber
teenager
428
uitgenodigd
invitation
429
afscheid
farewell
430
nadenken
think it over
431
ze is van plan
she is planning
432
meenemen
to bring / to take (along)
433
beloofd
promised
434
platteland
countryside, province
435
pakje
package
436
meegebracht
brought along
437
kast
closet
438
voorstellen
introduce
439
bekijken
view
440
direct
directly
441
verhaal
story
442
ernaast
next to it
443
bladzijden
pages (listya)
444
gebouwen
buildings
445
zouden
would
446
stelt voor
suggest
447
het geld is bijna op
the money is almost gone
448
gekregen
got
449
draagt
wear
450
precies de goede
just the righe one (something)
451
prachtige
beautiful, goergeus, wonderful
452
anderhalf
one and a half
453
ontzettend
incredibly (hetten artiq)
454
gauw
quickly
455
trek … aan
to put on
456
ik ga mee
I am coming along
457
zaak in, zaak uit
case in, case out
458
(van) tevoren
in advance
459
spullen
stuff
460
gebakken
fried
461
ziet er lekker uit
looks good
462
alsof
as if
463
neem er iets lekker bij
have something tasty with it
464
pakken
to take
465
fris
fresh
466
krijgt een keur
gets a color
467
eerlijk
fair
468
stom
stupid
469
boos
angry
470
grappig
funny
471
helemaal
completely
472
vergeten
to forget
473
tegelijk
at the same time/ at once
474
roepen
to shout
475
ikke
me!
476
ongeveer
about/ approximately
477
portemonnee
wallet
478
leeg
empty
479
bouwen
buildings
480
sneijden
to cut
481
geschiden
to part away, boshanmaq
482
storring
to disturb
483
ben je gestord
bashin gachib?
484
geheugen
yaddash
485
smushe
behane
486
knap
handsome, clever
487
uitgenodiging
invitation
488
bevalt
pleases
489
hoe bevalt het hier
how do you find it (literally, how does it please you)
490
meneer
sir
491
lastig
difficult, annoying
492
vergelijk
compare
493
tijdje
while
494
omhoog
up
495
prima
great, fine, (ela)
496
gesprek voeren
have a conversation
497
smaak
taste
498
ruken
smeel
499
strenge
strict
500
sneeuw
snow