A2 - 2 Flashcards

1
Q

(de slaapkamer)

A

bedroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het balkon

A

balcony

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het westen

A

west

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de gang

A

passage(way)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de wc

A

toilet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eenvoudige (eenvoudig)

A

simple

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de badkamer

A

bathroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de douche

A

shower

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeven

A

need

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het bad

A

bath

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gebruiken

A

use

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geschikte (geschikt)

A

suitable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

huizen (het huis)

A

houses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

te huur

A

to let

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

huur (huren)

A

rent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het huisje (het huis)

A

house

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

want

A

because

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

verhuren

A

to let out

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

gemeubileerd

A

furnished

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

kasten (de kast)

A

cupboards

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bedden (het bed)

A

beds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

stoelen (de stoel)

A

chairs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

het bureau

A

desk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de bank

A

sofa / couch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
het voordeel
advantage
26
niets
nothing
27
zonnige (zonnig)
sunny
28
de kamer
living room
29
benedenwoning
ground-floor flat
30
dat lijkt me fantastisch
that sounds great
31
waar
t
32
overleggen
discuss
33
bel (bellen)
phone
34
zo snel mogelijk
as soon as possible
35
nieuwe (nieuw)
new
36
meneer
Mr
37
de huisarts
doctor / gp
38
de dokter
doctor
39
wat is er aan de hand?
what's wrong?
40
zoals
as
41
zit ik onder de bultjes
I'm covered in lumps /
42
a rash
43
bultjes (de bult)
lumps
44
armen (de arm)
arms
45
benen (het been)
legs
46
de buik
stomach
47
de rug
back
48
het gezicht
face
49
jeuken
itch
50
verschrikkelijk
terrible
51
van alles
everything
52
geprobeerd (proberen)
tried
53
geholpen (helpen)
helped
54
begonnen (beginnen)
begun
55
gisteravond
last night
56
gedaan (doen)
done
57
overdag
during the day
58
gewerkt (werken)
worked
59
klanten (de klant)
clients
60
bekeken (bekijken)
looked at
61
de voetbalvereniging
football club
62
geweest (zijn)
been
63
het wedstrijdje
64
(de wedstrijd)
match
65
gespeeld (spelen)
played
66
daarna
after that
67
gedronken (drinken)
drunk
68
bijzonders (bijzonder)
special
69
gegeten (eten)
eaten
70
afgelopen
past / last few
71
vergeten (vergeten)
forgotten
72
denken
think
73
o ja
oh yes
74
rijp
ripe
75
emmers (de emmer)
buckets
76
vol
full
77
vorig
last
78
klachten (de klacht)
complaints
79
lijkt op (lijken op)
looks like
80
allergische (allergisch)
allergic
81
de reactie
reaction
82
geef mee (meegeven)
give
83
de zalf
ointment
84
tegen
against
85
de jeuk
itch
86
anders
otherwise
87
krabt (krabben)
scratch
88
de huid
skin
89
kapot
open
90
sterkte
good luck
91
de fiets
bike / bicycle
92
de fietsenmaker
cycle repairman
93
inderdaad
indeed
94
duidelijk
clear
95
lijkt (lijken)
seems / appears
96
total loss
a write-off
97
gebeurd (gebeuren)
happened
98
gevallen (vallen)
fallen
99
regende (regenen)
was raining
100
glad
slippery
101
fietste weg (wegfietsen)
cycled away
102
fietsen
cycle
103
de praktijk
practice
104
wilde (willen)
wanted
105
rechts afslaan
turn right
106
gleed weg (wegglijden)
slipped
107
mankeerde (mankeren)
was wrong
108
zelf
myself
109
een slag in het wiel
the wheel is crooked
110
het wiel
wheel
111
het stuur
handlebars
112
het zadel
seat
113
staan
are (stand)
114
scheef
crooked
115
het ding
thing
116
zo'n
such a
117
de bagagedrager
carrier
118
afgebroken (afbreken)
broken
119
bedoelt (bedoelen)
mean
120
de trapper
pedal
121
kapot
broken
122
banden (de band)
tyres
123
verstaan (verstaan)
heard
124
logisch
logical
125
helemaal
completely
126
rijdt (rijden)
goes (rides)
127
remmen (de rem)
brakes
128
deden (doen)
worked
129
controleren
check
130
in orde maken
fix
131
tiptop in orde
in tip-top condition
132
leer (leren)
learn
133
uitdrukkingen
134
(de uitdrukking)
expression
135
klaar
ready
136
Koningsdag
King's Day
137
de feestdag
public holiday
138
het feest
party / celebration
139
betekent (betekenen)
means
140
gesloten (sluiten)
closed
141
het einde
end
142
ophalen
collect
143
de buurvrouw
neighbour (f)
144
leven
live
145
hoera
hooray
146
van harte gefeliciteerd
happy birthday
147
feliciteren met
congratulate on
148
het cadeautje
149
(het cadeau)
present
150
het kaartje
ticket
151
het festival
festival
152
hoop (hopen)
hope
153
dat
that
154
nog geen
not yet
155
Cubaanse
Cuban
156
de muziek
music
157
ben gek op (gek zijn op)
am crazy about
158
me herinneren (zich herinneren)
remember
159
de keer
time
160
verteld (vertellen)
told
161
de taart
cake
162
je weet de weg (de
163
weg weten)
you know the way
164
doe open
open
165
de deur
door
166
eerst
first
167
gezien (zien)
seen
168
het bedrijf
company
169
de accountant
accountant
170
vergis ik me (zich vergissen)
am I mistaken
171
het kantoor
office
172
eigen
own
173
de baas
boss
174
druk
busy
175
de tijd
time
176
verveel me (zich vervelen)
am bored
177
nooit
never
178
het buitenland
abroad
179
hoor (horen)
hear
180
Duits
German
181
het accent
accent
182
dat klopt
that's right
183
sinds kort
recently
184
het bevalt me
I enjoy it
185
studeer (studeren)
study
186
de student
student
187
de logopedie
speech therapy
188
naast
besides
189
het bijbaantje
job on the side / part-time job
190
de studie
study
191
iedere (ieder)
each / every
192
de bioscoop
cinema
193
interesseer je (zich interesseren)
are you interested
194
gewoon
just
195
begrijp (begrijpen)
understand
196
snel
fast
197
de hobby
hobby
198
niet echt
not really
199
de sport
sport
200
zwemmen
swimming
201
wandelen
walking / hiking
202
wat toevallig
what a coincidence
203
de Wandelbeurs
Walking Fair
204
bereid me voor op (zich voorbereiden op)
am getting ready for
205
de wandelreis
walking tour
206
de reis
trip
207
Chili
Chile
208
de informatie
information
209
interessant
interesting
210
opschrijven
write down
211
onthouden
remember
212
langzamer (langzaam)
more slowly
213
de pen
pen
214
het papier
paper
215
praten
speak
216
het station
train station
217
Bent u hier bekend?
Do you know your way around here?
218
bekend
known
219
de voorbijganger
passer-by
220
de buschauffeur
bus driver
221
de bus
bus
222
de chauffeur
driver
223
lopen
walk
224
te
too
225
zeker
certainly
226
vanaf
from
227
de tram
tram
228
de lijn
line (number)
229
hebt geluk (geluk hebben)
are lucky
230
komt aan (aankomen)
is arriving
231
net
just
232
direct
straightaway
233
instappen
get in
234
het stuk
short distance
235
de ingang
entrance
236
over ... steken (oversteken)
cross
237
de balie
information desk
238
de hal
hall
239
de portier
porter
240
boven
upstairs
241
ga op (opgaan)
go up
242
de trap
stairs
243
rechtdoor
straight ahead
244
tot
as far as
245
herkent (herkennen)
recognize
246
linksaf
to the left
247
het eind
end
248
rechts
on the right
249
neemt mee (meenemen)
take
250
de plattegrond
map
251
toiletten (het toilet)
toilets
252
beneden
downstairs
253
de hoek
corner
254
ga ... om (omgaan)
turn
255
ga ... af (afgaan)
go down
256
uitlopen
walk down
257
vanzelf
as a matter of course
258
bordjes (het bordje)
signs
259
volgen
follow
260
makkelijker ((ge)makkelijk)
easier
261
bezoekt (bezoeken)
is visiting
262
kom binnen (binnenkomen)
come in
263
de kerk
church
264
zei (zeggen)
said
265
kon (kunnen)
could
266
missen
go wrong / fail
267
gelukkig
fortunately
268
meegenomen (meenemen)
brought
269
moest (moeten)
had to
270
de auto
car
271
brengen
take
272
lekker
well
273
groeten
greetings
274
Doe haar de groeten terug
Give her our regards
275
vroeg
early
276
verontschuldigen
apologize
277
doe uit (uitdoen)
take off
278
het weer
weather
279
isn't it
280
Zeg dat wel!
You can say that again!
281
koud
cold
282
nat
wet
283
ben verkouden
have a cold
284
ik ben toe aan (toe
285
zijn aan)
I need
286
hebben aan (aanhebben)
have on
287
de verwarming
heating
288
belachelijk
ridiculous
289
geloof (geloven)
believe
290
schijnt (schijnen)
seems
291
kom ... verder (verderkomen)
come in
292
ah
ah
293
lekker warm
nice and warm
294
warm
warm
295
de doos
box
296
bonbons (de bonbon)
chocolates
297
de bos
bunch
298
bloemen (de bloem)
flowers
299
de vaas
vase
300
zetten
put
301
snijd (snijden)
cut
302
schuin
at an angle
303
afsnijden
cut off
304
houden van
like / fond of / love
305
dieren (het dier)
animals
306
de hond
dog
307
katten (de kat)
cats
308
vissen (de vis)
fish
309
jawel
oh yes
310
meestal
usually
311
gezellig
pleasant / sociable
312
hadden (hebben)
used to have / had
313
het ongeluk
accident
314
hebben gehad (hebben)
had
315
onder de auto gekomen (onder de auto komen)
was run over
316
hebben verdriet gehad om (verdriet hebben om)
grieved for
317
het verdriet
grief
318
de dood
death
319
volgens mij
in my opinion
320
volgens
according to
321
de gezondheid
health
322
lachen
laugh
323
gezond
healthy
324
kom mee (meekomen)
come
325
de schuur
shed
326
twee weken geleden
two weeks ago
327
jongen (het jong)
litter
328
gekregen (krijgen)
had
329
iemand
someone
330
laatste (laatst)
last
331
de sportschool
sports club
332
de school
school
333
zich inschrijven
enrol, to register
334
mensen (de mens)
people (person)
335
in de rij staan
queue (up)
336
het lid
member
337
het abonnement
subscription
338
het verschil
difference
339
elke (elk)
each
340
opzeggen
cancel
341
het bedrag
amount
342
beide
both
343
onbeperkt
unlimited
344
sporten
play sports
345
speciale (speciaal)
special
346
de aanbieding
offer
347
het procent
per cent
348
de korting
discount
349
gratis
free
350
zeker
sure, certain
351
de conditie
physical condition, fitness
352
verbeteren
improve
353
spieren (de spier)
muscles
354
versterken
strengthen
355
het gewicht
weight
356
verliezen
lose
357
doelen (het doel)
goals, targets
358
nogal
quite, rather
359
bent van plan
360
(van plan zijn)
intend
361
trouwen
marry
362
de liefde
love
363
het leven
life
364
fitte (fit)
healthy
365
aantrekkelijke (aantrekkelijk)
attractive
366
de man
man
367
de krachttraining
weight training
368
de kracht
strength, power
369
de training
training
370
waarschijnlijk
probably
371
de cardio
cardio fitness
372
de groepsles
group lesson
373
de groep
group
374
kijk mee (meekijken)
watch
375
het rooster
schedule
376
bieden aan (aanbieden)
offer
377
virtuele (virtueel)
virtual
378
veranderen
change
379
de manier
way, manner
380
op die manier
in that way
381
regelmatig
regularly
382
sturen
send
383
de nieuwsbrief
newsletter
384
het nieuws
news
385
de brief
letter
386
klinkt (klinken)
sound
387
de sportkleren
sports clothes
388
de kleren
clothes
389
gaat in (ingaan)
becomes effective
390
het buikspierkwartier
abs workout
391
meteen
straightaway
392
meedoen
join in
393
aandoen
put on
394
maak klaar (klaarmaken)
prepare, get ready
395
het pasje
card
396
verkopen
sell
397
energiedrankjes
398
(het energiedrankje)
energy drinks
399
de energie
energy
400
het drankje
drink
401
de automaat
vending machine
402
het muntgeld
cash
403
het saldo
balance
404
laden
charge
405
veel plezier
have fun
406
het plezier
fun
407
de spierpijn
muscular pain
408
bang
afraid
409
het openbaar vervoer
public transport
410
Colombia
Columbia
411
ging (gaan)
went
412
het vliegtuig
aeroplane
413
duurde (duren)
took / lasted
414
helaas
unfortunately
415
logeren
stay
416
pakken (het pak)
packets
417
veilig
safe
418
de trein
train
419
de tas
bag
420
geweldig
fantastic
421
vertrekt (vertrekken)
leaves
422
de koffer
suitcase
423
dragen
carry
424
het grapje
joke
425
het raampje (raam)
window
426
net als
like
427
vroeger
in the old days
428
lekker
nicely
429
buiten
outside
430
reis (reizen)
travel
431
het spoor
platform
432
achter de rug
behind (you)
433
pony's (de pony)
ponies
434
de wei
field
435
net
like
436
de shetlandpony
Shetland pony
437
het landschap
landscape
438
anders
different
439
plat
flat
440
de berg
mountain
441
gewend
used to
442
opletten
pay attention
443
zo meteen
very soon
444
het natuurgebied
nature reserve
445
de natuur
nature
446
het gebied
area
447
echt
real
448
de lucht
sky
449
schilderijen (het schilderij)
paintings
450
het stukje (het stuk)
piece
451
de molen
windmill
452
broodjes (het broodje)
bread rolls
453
onderweg
on the way
454
de kaas
cheese
455
moe
tired
456
welterusten
sleep well
457
goede reis
have a good trip
458
maak wakker (wakker maken)
wake you up
459
de caissère
box office assistant
460
reserveren
book
461
de voorstelling
show / session
462
wat stom
how stupid
463
verkeerd
wrong
464
gekeken (kijken)
looked
465
is al bezig
has started
466
het begin
beginning
467
gemist (missen)
missed
468
draaien
are showing
469
de zomerhitte
summer heat
470
de zomer
summer
471
de hitte
heat
472
eerder
earlier
473
opgenomen (opnemen)
filmed
474
naar een verhaal van
based on a story by
475
de natuurdocumentaire
nature documentary
476
de documentaire
documentary
477
gesproken (spreken)
spoken
478
de ondertiteling
subtitles
479
ondertiteld (ondertitelen)
subtitled
480
bijna
almost
481
de rang
class
482
het studentenhuis
student house
483
de filosofie
philosophy
484
de informatietechnologie
information technology
485
de technologie
technology
486
de wekker
alarm clock
487
de schat
darling
488
heerlijk
wonderful
489
gedroomd (dromen)
dreamt
490
tropisch
tropical
491
het eiland
island
492
vogels (de vogel)
birds (bird)
493
helemaal
at all
494
wakker
awake
495
ben uitgerust
496
(uitgerust zijn)
feel well-rested
497
sta op (opstaan)
get up
498
douchen
shower
499
lekker
delicious
500
het ontbijtje (het ontbijt)
breakfast