A1: Les 1: Het Alfabet Flashcards
А
Uitspraak: [a] zoals in ‘kat’
Б
Uitspraak: [b] zoals in ‘boek’
В
Uitspraak: [v] zoals in ‘vader’
Г
Uitspraak: [g] zoals in ‘goed’
Д
Uitspraak: [d] zoals in ‘dak’
Е
Uitspraak: [je] zoals in ‘yes’ of [e] zoals in ‘eten’
Ё
Uitspraak: [jo] zoals in ‘yoghurt’
Ж
Uitspraak: [ʐ] zoals in ‘genre’
З
Uitspraak: [z] zoals in ‘zoon’
И
Uitspraak: [i] zoals in ‘iets’
Й
Uitspraak: [j] zoals in ‘jongen’
К
Uitspraak: [k] zoals in ‘kat’
Л
Uitspraak: [l] zoals in ‘lamp’
М
Uitspraak: [m] zoals in ‘man’
Н
Uitspraak: [n] zoals in ‘noot’
О
Uitspraak: [o] zoals in ‘om’ (klemtoon)
П
Uitspraak: [p] zoals in ‘post’
Р
Uitspraak: [r] gerold
С
Uitspraak: [s] zoals in ‘huis’
Т
Uitspraak: [t] zoals in ‘taart’
У
Uitspraak: [u] zoals in ‘boek’
Ф
Uitspraak: [f] zoals in ‘fiets’
Х
Uitspraak: [x] zoals in ‘Bach’
Ц
Uitspraak: [ts] zoals in ‘hatsjoe’
Ч
Uitspraak: [tʃ] zoals in ‘chips’
Ш
Uitspraak: [ʂ] zoals in ‘sjaal’
Щ
Uitspraak: [ɕɕ] zoals in ‘versje’
Ъ
Uitspraak: harde klankseparator
Ы
Uitspraak: [ɨ] zoals in ‘rosy’ (Engels)
Ь
Uitspraak: zachte klankseparator
Э
Uitspraak: [e] zoals in ‘bed’
Ю
Uitspraak: [ju] zoals in ‘you’
Я
Uitspraak: [ja] zoals in ‘yacht’