9. Tangney, Stuewig & Mashek (2007) Flashcards

1
Q

3 verklaringen waarom gedrag niet op een lijn ligt met morele standaarden

A
  • Sociale psychologische theory
  • field theory
  • Ajzen’s theory of planned behaviour
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociaal psychologische theory

A

er is geen perfecte link tussen intenties en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

field theory

A
  • individueel gedrag varieert per situatie,
  • interpersoonlijke onderhandelingen kunnen de link tussen intentie en gedrag ondermijnen
  • verspreiding van verantwoordelijkheid kan het vermogen te handelen volgens eigen overtuigingen ondermijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ajzen’s theory of planned behaviour

A

houdingen, normen en waargenomen controle hebben invloed op gedragsintenties en daaropvolgend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zelfbewuste emoties:

A
  • schaamte
  • schuld
  • embarrasment
  • trots
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

emotiedispositie

A

neiging tot het ervaren van een bepaalde emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschillen schuld en schaamte

A
  • Soort gebeurtenis (schaamte moreel en nonmoreel, schuld moreel)
  • public (schaamte) vs prive (schuld)
  • pijnlijkheid (schaamte in kern van jezelf, schuld in gedraging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schuld =

A

adaptief/constructief –> leidt tot voordelen individu en relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

schaamte =

A

non-adaptief/defensief –> ontkennen of vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

categorieen van schaamterespons

A
  1. Attack self
  2. Withdrawal
  3. Avoidance
  4. Attack other
  5. Adaptive
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe vatbaarder je voor embarrasment bent, hoe

A

gevoeliger voor groepsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

alfa-trots

A

trots op jezelf, hubris, maladaptief want interpersoonlijke problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beta-trots

A

trots op je gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

morele emoties gericht op anderen:

A

elevatie en dankbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

empathie is

A

een gedeelde emotionele respons tussen een observeerder en een stimuluspersoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sympathie is

A

het hebben van zorgen over de emotionele staat van de ander