2. Jenkins & Ball (2000) Flashcards

1
Q

Oudere kinderen zijn beter in

A

in het onderscheiden van echte en schijnbare emoties, hun gevoelens maskeren en sociaal acceptabele emoties te laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kinderen van zes

A

denken dat er andere gevolgen zijn door de sociale interactie en dat er andere sociale doelen zijn wanneer iemand woede of verdriet/angst uitdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

woede is

A

dominantie (power)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verdriet en angst

A

onderwerping (powerlessness)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Woede kan leiden tot

A

dominantie van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verdriet en angst roepen meer … dan woede

A

prosociaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prosociaal gedrag

A

dichterbij iemand komen, op gemak stellen, helpen, verontschuldigen (vaker respons op verdriet en angst dan woede)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij … denken mensen eerder dat het hun schuld is

A

woede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly