8. Ketelaar et al (2015) Flashcards
1
Q
morele emoties
A
- schaamte
- schuld
- trots
2
Q
morele emoties spelen een rol bij
A
het reguleren van sociaal gedrag –> ontmoedigt ongepast gedrag en versterkt passend gedrag
3
Q
TOM ontwikkelt zich tussen
A
de 2 en 5 jaar, maar niet bij kinderen met CI, daar is veel minder sprake van TOM, waardoor ze minder goed morele emoties uiten omdat ze niet beseffen dat ze iets doen dat slecht of goed beoordeeld wordt
4
Q
CI kinderen kunnen
A
emoties minder goed oppikken, zowel non-verbaal als verbaal (want taalvertraging)
5
Q
Jonge kinderen kunnen sowieso
A
niet anticiperen op consequenties van hun gedrag (zowel nh als ci)
6
Q
Wat ontwikkelt zich met de tijd in zowel nh als ci?
A
morele vaardigheden