8.Ontwikkelingsstoornissen Flashcards

1
Q

Klinische kenmerken adhd

A

Aandachtstekort, hyperactiviteit, impulsiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kernsymptomen adhd

A
  1. Gedurende zes maanden
  2. Voor 12 levensjaar
  3. Twee of meer terreinen
  4. Beperkingen in sociale en beroepsmatige functioneren
  5. Onaangepast en niet passend bij het ontwikkelingsniveau
  6. Niet toe te schrijven aan een andere psychiatrische stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ontwikkelingspathologie -kleuters- adhd

A
  1. Verminderde intensiteit en duur van spelen

2. Motorische onrust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontwikkelingspychopathologie - lagere schoolleeftijd - adhd

A
  1. Afleidbaarheid
  2. Motorisch gedrag
  3. Impulsief gedrag
  4. Disruptief gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontwikkelingspathologie - adolescenten - adhd

A
  1. Moeilijkheden in plannen en organiseren

2. Vermindering van motorische onrust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkelingspsychopathologie - volwassenen - adhd

A
  1. Restsymptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnostiek adhd

A
  1. Klachteninventarisatie
  2. (Semi-) gestructureerd interview
  3. Algemene gedragsvragenlijsten
  4. Specifieke gedragsvragenlijsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling adhd

A
  1. Psycho-educatie
  2. Als jonger dan 6 jaar: ouderbegeleiding en -training
  3. Als ouder dan 6 jaar: geen consensus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling - wat werkt? -adhd

A
  1. Medicatie
  2. Gedragstherapie
  3. Individuele therapie
  4. Supplementen
  5. Dieet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klinische kenmerken - ass

A
  1. Deficienties in sociaal-emotionele wederkerigheid
  2. Deficienties in non-verbaal communicatief gedrag
  3. Deficienties in ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
  4. Stereotiep of repetitief motorische bewegingen
  5. Hardnekkig vasthouden aan routines/ geritualiseerde patronen
  6. Zeer beperkte, gefixeerde interesses
  7. Hyper- of hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels
  8. Ongewone belangstelling voor zintuigelijke aspecten van de omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Screening - ass

A
  1. Weinig brabbelen als baby
  2. Reageren niet op hun naam
  3. Taalontwikkeling trager
  4. Abnormale manier van spelen met speelgoed als peuter
  5. Stereotiep gedrag
  6. Na 2de levensjaar: stilstand/verlies vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling - ass

A
  1. Psycho-educatie
  2. Ped/psych interventies
  3. Stimuleren ontwikkeling kind/jongere
  4. Aanpassing omgeving
  5. Geen medicatie voor kernsymptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aanpak ass

A
  1. Veel regelmaat geeft rust
  2. Variatie in stimuli verwart
  3. Details kunnen essentieel zijn
  4. Expliciete vaardigheidstraining in groep weinig effect
  5. Trainen van sociale cognities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aanpak - adhd

A
  1. Regelmaat geeft saaiheid en onrust
  2. Variatie in stimuli trekt aandacht
  3. Details zijn irrelevant
  4. Externe motivatie helpt
  5. Sociale vaardigheden in groep zinvol
  6. Trainen impulsinhibitie in sociale situaties/aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly