7. Angststoornissen Flashcards
1
Q
Pathologische angst
A
- Ongewone intense en/of langdurige angst die buiten proporties is
- Angst zonder angstopwekkende prikkel
2
Q
Cerebraal hersen-angstcircuit
A
- Autonome reacties: snellere ademhaling en hartslag
- Motorische reacties: fight, flight, freeze
- Emotionele responsen: angst en bedreiging
- Geheugen: eerdere ervaringen bepalen hoe situatie ervaren wordt
3
Q
Behandeling
A
- Cognitieve gedragstherapie
2. Medicatie
4
Q
Specifieke fobie - kenmerken
A
- Aanhoudende irrationele angst
- Paniekaanval
- Ongegrond
- Situatie wordt vermeden of anders intense angst/lijden
- Interfereert met dagelijkse bezigheid
5
Q
Specifieke fobie - type
A
- Diertype
- Natuurtype
- Bloed-injectie-verwonding
- Situationeel
- Overig
6
Q
Specifieke fobie - behandeling
A
Exposuretechnieken:
In vivo,in vitro, in virtual reality
7
Q
Paniekstoornis - kenmerken
A
- Recidiverende onverwachte paniekaanvallen
- Min 1 van de gevallen werd gevolgd door een maand waarin: zorgen over nieuwe aanval, piekeren over gevolgen nieuwe aanval, belangrijke gedragsverandering
8
Q
Agorafobie - kenmerken
A
- Angst voor plaatsen waaruit je moeilijk kan ontsnappen of waar geen hulp beschikbaar is
- Situaties worden vermeden
- Angst wordt niet verklaard door andere stoornis
9
Q
Paniekstoornis en agorafobie- behandeling
A
- Cognitieve gedragstherapie
- Medicatie
- Combinatie
10
Q
Sociale fobie - kenmerken
A
- Angst voor sociaal functioneren/ presteren/ mogelijk kritische beoordeling
- Blootstelling leidt tot onmiddellijke angstreactie
- Bewust van overdreven/onredelijke angst
- Situaties worden vermeden
- Interfereert met dagelijks leven
11
Q
Sociale fobie - behandeling
A
A. Gedragstherapie
B. Cognitieve therapie
C. Assertiviteitstraining
D. Medicamenteuze ondersteuning
12
Q
Dwanggedachten - kenmerken
A
- Recidiverende en aanhoudende gedachten, impulsen, voorstellingen
- Niet te negeren/onderdrukken
- Bewust dwang
13
Q
Dwanghandelingen - kenmerken
A
- Zich herhalend gedrag of mentale activiteit
2. Gericht op voorkomen of verminderen lijden/bepaalde gebeurtenis,…
14
Q
OCS (ocd) - algemene kenmerken
A
- Eigen dwangverschijnselen als onzinnig of excessief
- Klachten veroorzaken spanning
- Angst/spanningsgevende dwanggedachte wordt gevolgd door een angst/spanningsreducerende dwanghandeling
15
Q
OCS(ocd) - thema
A
- Angst besmetting/ wasdwang
- Angst voor gevaarlijke gebeurtenis en controledwang
- Symmetrie-obsessies, tellen, ordenen en verzamelen