8 - Stoornissen in de ionen en diurese Flashcards
Wat zijn de normale kaliumwaarden in serum?
3.5-5mmol/L
Wat zijn de oorzaken van hypokaliëmie?
- Verlies: gastro-intestinaal door diarree / braken, renaal door lisdiuretica, thiaziden en hyperaldosteronisme
- Shift van extracellulair naar intracellulair: alkalose, correctie acidose, insulinetoediening en β-adrenerge activiteit
Wat zijn de symptomen van hypokaliëmie?
Zwakte, gedaalde darmmotiliteit, hartritmestoornissen, ev. chronisch nierlijden.
Waaruit bestaat de therapie van hypokaliëmie?
Stoppen kaliumverlagende medicatie, hyperaldosteronisme behandelen, starten van kaliumsparend diureticum.
Wat zijn de oorzaken van hyperkaliëmie?
- Verminderde uitscheiding: inname kaliumsparende diuretica, ACE-I, ARB, aldosteronantagonist, hypoaldosteronisme, NSAID en cotrimoxazole, nierinsufficiëntie
- Shift van intracellulair naar extracellulair: acidose, afwezigheid insuline, spiernecrose
Wat zijn de symptomen van hyperkaliëmie?
Spierzwakte en hartritmestoornissen (nood tot cardiale monitoring!).
Waaruit bestaat de therapie van hyperkaliëmie?
Kaliumbeperkend dieet, inname kaliumbinders, kaliumverhogende medicatie stoppen, ev. toedienen van kaliumverliezende diuretica, insuline of NaHCO3 toedienen.
Wat zijn de normale waarden van natrium in serum?
135-145mmol/L.
Wat zijn de oorzaken van hyponatriëmie?
- Hyponatriëmie met gedaald extracellulair volume
- Niet-renale verliezen: braken, diarree, transdermaal
- Renaal verlies: thiaziden, bijnierschorsinsufficiëntie met hypoaldosteronisme - Met normaal extracellulair volume
- SIAD / SIADH: syndrome of inappropriate antidiuresis
- Primaire polydipsie - Met verhoogd extracellulair volume: hartfalen, levercirrose, nierlijden
Stel: een patiënt heeft hyponatriëmie. Je meet de urinaire osmolaliteit en deze bedraagt < 100mosl/L. Wat kan je besluiten?
Je kan polydipsie besluiten.
Wat zijn de oorzaken van SIAD?
Tumor, chirurgie of medicatie (antidepressica en anti-epileptica).
Stel: je hebt een patiënt met hyponatriëmie. Je meet het urinair natrium en deze is > 30mmol/L. Welke diagnoses blijven er nu over? Hoe kan je het onderscheid maken?
Je kan besluiten dat het ofwel om SIAD gaat ofwel om een diureticum. Bij een diureticum zal het plasma ureum verhoogd zijn, bij SIAD niet.
Stel: je hebt een patiënt met hyponatriëmie. Je meet het urinair natrium en deze is < 30mmol/L. Welke diagnoses blijven er nu over? Hoe kan je het onderscheid maken?
Je kan besluiten dat het om een gastro-intestinaal verlies of om hartfalen of cirrose gaat. Bij een GI-verlies zal er geen oedeem aanwezig zijn, bij hartfalen of cirrose wel.
Wat zijn de symptomen van hyponatriëmie?
Nausea, verwardheid, hoofdpijn, slaperigheid, soms stuipen en coma.
Wat zijn de oorzaken van hypernatriëmie?
- Watertekort: onvoldoende inname, toegenomen verlies door zweten, gastro-intestinale verliezen of polyurie t.g.v. diabetes insipidus
- Natrium teveel: teveel toegediend NaCl, zeewater intoxicatie, toediening NaHCO3