11 - Renovasculair lijden Flashcards
Bespreek de symptomen van een a. renalis stenose.
- Unilaterale a. renalisstenose: hypertensie op voorgrond, minder zoutretentie en nierinsufficiëntie
- Bilaterale a. renalisstenose: hypertensie en nierinsufficiëntie op voorgrond met flash longoedeem
Wat zijn de oorzaken van a. renalis stenose?
Meestal atherosclerose, bij jongere personen kan fibromusculaire dysplasie voorkomen.
Bespreek de diagnostiek van a. renalis stenose.
- Ernstige hypertensie, vaak bij patiënten met diffuus vaatlijden
- Forse stijging serumcreatinine na opstart ACE-I
- KO: mogelijks abdominaal geruis hoorbaar t.h.v. de a. renalis
- Hypokaliëmie door verhoogd aldosteron
- Leeg sediment, milde proteïnurie
Hoe behandelt men a. renalis stenose?
Behandelen hypertensie (meestal ACE-I), vaatlijden aanpakken via statine en aspirine, soms dilatatie van a. renalis uitgevoerd of heelkundige revascularisatie.
Wat is hypertensieve nefrosclerose?
Sclerose van de arteriolen en glomerulus met mogelijks tubulo-interstitiële schade t.g.v. arteriële hypertensie.
Bespreek de kliniek van hypertensieve nefrosclerose.
Er zijn kleinere nieren, er is een progressief dalende GFR, er is een leeg urinesediment en proteïnurie.
Wat is een extra risicofactor voor het ontwikkelen van hypertensieve nefrosclerose?
Het dragen van apolipoproteïne L1 gen.
Bespreek de kliniek van een hypertensieve crisis.
Encefalopathie met hoofdpijn, visusstoornissen, proteïnurie, retinale bloedingen, papiloedeem en acute nierinsufficiëntie.
Wat is het hemolytisch uremisch syndroom?
Trombotische microangiopathie met hemolytische anemie, trombopenie en acute nierschade.
Wat is de etiologie van HUS?
- Diarree-geassocieeerd: gastro-enteritis door bepaalde E. coli stammen
- Atypische HUS: complement stoornissen
Bespreek de kliniek van HUS.
- Symptomen: doorgemaakte episode van bloederige diarree, hypertensie, bleekheid algemeen onwel
- Bloedonderzoek: laag hemoglobine, verhoogd LDH, verhoogd bilirubine, verlaagd haptoglobine, verhoogd serumcreatinine en ureum, aanwezigheid schistocyten en trombopenie