8. Aristoteles' theoretische filosofie Flashcards
Deductie
Redeneren van het algemene naar het bijzondere
Inductie
Redeneren van het bijzondere naar het algemene
Axioma’s
Gegeven stellingen die zelf geen bewijs meer hoeven
Episteme
Wetenschap, weten waarom iets is zoals het is
Deductieve syllogistiek
Methode om kennis gestructureerd te presenteren
Aristoteles’ vormen van kenbaarheid
- kenbaarheid van nature
2. kenbaarheid voor ons
Leucippus en Democritus
Atomisten, natuurfilosofen. Echte zijnde is op microniveau, in de materiele basiselementen die de waarneembare wereld vormen: atomen.
Bezwaren van Aristoteles tegen Ideeënleer Plato
- bezwaren tegen argumenten
- bekritiseerd theorie als zodanig, maakt relatie Ideeënwereld - zintuiglijk waarneembare kosmos niet duidelijk door onduidelijk taalgebruik
- vraagtekens bij bruikbaarheid
Substantie volgens Aristoteles
Dingen als mensen, bomen, stoelen, vormen uiteindelijke realiteit, zijnden.
Ontologie
Zijnsleer, uitgaande van substanties (dingen) als ware zijnden.
Categorieënleer
Verschillende wijzen van ‘zijn’, een meter lang, oud, thuis zijn
Accidentele categorieën
Niet-wezenlijke eigenschappen, een kwaliteit of kwantiteit (bijv. ‘wit’). Is altijd gekoppeld aan een substantie.
Ontologische hiërarchie
- Primaire substantie (Socrates)
- Secundaire substantie (universale, het algemene begrip, de soort (bijv. ‘mens’), eidos
- Niet-substantiële categorieën (zijnswijze van eigenschappen zoals kwaliteit, kwantiteit, relatie, plaats, enz.)
Categorieën waarin verandering plaats kan vinden
- Substantie: ontstaan van ene substantie uit de andere
- Kwaliteit: verandering, bijv. van gezond naar ziek
- Kwantiteit: groeien of krimpen
- Plaats: beweging, bijv. Socrates van Athene naar Megara
Verandering volgens Aristoteles
- Duidelijk begin en eindpunt (van wit naar gebruind)
- Onderliggende: iets wat door veranderingsproces heen hetzelfde blijft (de substantie Socrates)
Systematisering en verheldering van commonsensenoties.
Substantiële veranderingen
Veranderingen op het niveau van substanties (uit zaadje ontstaat plant)
Materie
Hule, het onderliggende wat blijft bij substantiële verandering.
Hylemorfisme
Alle substanties zijn te zien als combinatie van materie en vorm, 3 factoren bij iedere substantiële verandering:
- de te verkrijgen vorm
- de onderliggende materie
- de afwezigheid van de te verkrijgen vorm in de beginsituatie
Potentie en actualiteit
Bij verandering wordt een vorm die in de beginsituatie in POTENTIE aanwezig is, GEACTUALISEERD. In de eindsituatie is deze vorm ACTUEEL (feitelijk) aanwezig.
Oorzakenleer
Om veranderingsprocessen te kunnen verklaren:
- Materieoorzaak (datgene waaruit huis gemaakt wordt)
- Vormoorzaak (de vorm huis zoals in denken architect)
- Bewegingsoorzaak (degene die tot bouw besluit zet proces in gang)
- Doeloorzaak (verkrijgen van onderdak voor mensen)
Oorzaak
Aristoteles: iedere factor waarmee rekening gehouden moet worden bij de verklaring waarom een ding wordt wat het wordt.
Teleologie
Mens is doelgericht, natuur is doelgericht (veel zaken in natuur hebben duidelijke functie)
Kosmologie
Kosmos is eeuwig, maar ruimtelijk begrensd.
- bol met aarde in midden
- buitenste sfeer: vaste sterren
- binnenste sfeer: ondermaans, ook aarde
- in ondermaanse alles opgebouwd uit aarde, water, lucht en vuur
- elementen vormen in verschillende combinaties materie voor alle verdere substanties
- substanties in bovenmaanse hebben eigen materie: ether.
Beweging
moet altijd oorzaak hebben:
1. Gedwongen beweging: bewegingsoorzaak buiten bewegende object zelf (steen gooien)
2. Natuurlijke beweging: rechtlijnig in ondermaanse: aarde en water naar beneden, lucht en vuur omhoog.
Doeloorzaak: elementen streven er van nature naar om op hun natuurlijke plaats te komen.
Bovenmaanse: uitsluitend natuurlijke cirkelbeweging.
Eerste onbewogen beweger
God, hoogste zijnde, pure actualiteit. Hele kosmos streeft naar God, buitenste hemelsfeer beweegt zelf als doeloorzaak de daaropvolgende hemelsfeer enz. Steeds net iets minder volmaakt.
Ondermaanse: bewegingen zijn pogingen om op een nog lager niveau de Eerste Onbewogen Beweger te benaderen.
Anima
- Schrift Aristoteles
- Alles streeft naar het goddelijke en vervult zijn natuurlijke functies met dat doel voor ogen.
- Eenheid van de kosmos, teleologie doordringt alles.
- De natuur doet niets zonder reden.
Latere kritiek Aristoteles’ systeem
- Godsopvatting van God die niets doet en alleen aan zichzelf denkt, past niet bij Christenen.
- Scherpe scheiding tussen meer volmaakte bovenmaanse wereld en minder volmaakte ondermaanse. Kritiek op ether als 5e element.
- Systeem in hoge mate gebaseerd op dagelijkse ervaringswerkelijkheid. Meer speculatief denken zou het verder kunnen brengen.