5 en 6 De idee van het goede, Schoonheid en Mimesis Flashcards

1
Q

De Idee van het goede

A

Plato, grondslag van alle waarheid en het fundament van alle andere ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symposium

A

Plato, dialoog over aard van eros.

  • Diotima: Eros is tussenwezen, staat tussen God en stervelingen
  • Eros is kind van Poros (vermogen) en Penia (armoede)
  • Goden verlangen niet naar wijsheid want die hebben ze al
  • onwetenden weten niet wat ze missen omdat ze de wijsheid niet kennen
  • wie filosofeert verlangt naar inzicht, beseft onwetendheid. Tussenpositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eros

A

Plato, verlangen vd mens naar het schone en het goede

  • onsterfelijkheid (blijvend in bezit goede)
  • lichamelijke liefde, voortplantingsdrift
  • creatieve drang die ziel vruchtbaar maakt, iets van het schone en de deugd in menselijke wereld realiseren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Boek de Staat (Politeia)

A
De staat is om economische redenen ontstaan.
3 standen:
1. wachters (filosoof-koningen)
2. helpers (soldaten)
3. handwerkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Baren-in-staat-van-dienst

A

Beste mannelijke en vrouwelijke wachters moeten samen kinderen baren. Vrouwen en kinderen zijn gemeenschappelijk bezit. Eind aan individualisme komt staat ten goede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geschiedfilosofie

A

Het verval van de staat:

  1. Aristocratie (ideale staat, macht aan filosofen)
  2. Timocratie (niet de filosofen maar mensen met driftig en twistzuchtig karakter aan de macht)
  3. Oligarchie (rijken heersen)
  4. Democratie (ongeschoolde onredelijke massa heerst. Moet wel in twisten ten onder gaan > tiran aan de macht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eros als opgang naar schone zelf

A
  1. Lichamelijke schoonheid
  2. Schoonheid van karakter
  3. Politieke schoonheid
  4. Wetenschappelijke schoonheid
  5. Het schone zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schoonheid volgens Plato

A

Innerlijke kwaliteit
goede schone identiek, nauw verbonden met waarheid
betekenisvol
overeenstemmend met hoe dingen behoren te zijn
maat en harmonie
juist geordend verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mimesis

A

Afbeelding of nabootsing.
Kunst ondergeschikt aan filosofie
Poëzie biedt geen echte kennis maar schijn en imitaties
Plato staat slechts kunstuitingen toe die bijdrage aan opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De drie bedden

A

Plato, timmerman maakt bed naar model, schilder maakt bed na. 3e rangs, zoals dichters: het is een afbeelding van een afbeelding. Dichters pretenderen boodschap te hebben maar ontbreekt ze aan kennis vd echte werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spanningen binnen filosofie Plato

A
  1. Mystieke leer of allesomvattende vorm van wiskunde
  2. Lichaam als kerker vd ziel of lichaam verwant met schone zelf of lichaam kent orde en schoonheid, ziel bevat slechts slechte krachten
  3. Keurt mythologische vertellingen af ivm schijnkennis maar gebruikt zelf ook mythologie en beeldspraak
  4. Kritisch op ongefundeerdheid anderen, dogmatisch over eigen ideeën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Whitehead

A

Hele Westerse filosofie is voetnoot bij werk Plato

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Invloed Plato

A
  1. Thema’s
  2. Morele inspiratie
  3. Neoplatonisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Marsilio Ficino

A

Schreef in Renaissance Latijnse vertaling Plato

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly