Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Kontext Wortschatz 7 > 7.3 Telecommunicatie > Flashcards

7.3 Telecommunicatie Flashcards

1
Q

het telefoongesprek, het telefoontje

A

der Anruf, die Anrufe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het antwoordapparaat

A

der Anrufbeantworter, die Anrufbeantworter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(op)bellen

A

anrufen, rief an, hat angerufen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik bel je vanavond nog een keer

A

Ich rufe dich heute Abend noch einmal an

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de aansluiting

A

der Anschlus, die Anschlüsse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ik had drie dagen geen internetaansluiting

A

Ich hatte drei Tage keinen Internetanschluss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het gebruik, de toepassing

A

die Anwendung, die Anwendungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De toepassing van deze techniek is in dit huis nog niet mogelijk

A

Die Anwendung dieser Technik ist in diesem Haus noch nicht möglich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

printen

A

ausdrucken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

automatisch

A

automatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de gebruiker

A

der Benutzer, die Benutzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het beeldscherm

A

der Bildschirm, die Bildschirme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chatten

A

chatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de computer

A

der Computer, die Computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het bestand, de file

A

die Datei, die Dateien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ik kan het bestand niet vinden. Misschien heb ik het gewist

A

Ich kann die Datei nicht finden. Vielleicht habe ich sie gelöscht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de data

A

die Daten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Je kunt beter voorzichtig zijn met persoonlijke gegevens op internet

A

Man sollte mit persönlichen Daten im Internet zurückhaltend sein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

invoeren

A

eingeben; gibt ein, gab ein, hat eingegeben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Voer uw pincode in

A

Geben Sie Ihre Geheimzahl ein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de e-mail

A

die E-Mail, die E-Mails

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

mogelijk maken

A

ermöglichen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Het internet maakt veel goeds mogelijk, maar ook veel slechts

A

Das Internet ermöglicht viel Gutes, aber auch viel Schlechtes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bereikbaar

A

erreichbar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Onder haar oude adres is ze niet meer bereikbaar

A

Unter ihrer alten Adresse ist sie nicht mehr erreichbar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

de harde schijf

A

die Festplatte, die Festplatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

het mobieltje, de gsm

A

das Handy, die Handys

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

het internet

A

das Internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

de laptop

A

der Laptop, die Laptops

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

selecteren, markeren

A

markieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Selecteer het woord door te dubbelklikken met de linkermuisknop

A

Markieren Sie das Wort per Doppelklick mit der linken Maustaste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

de mp3-speler

A

der MP3-Player, die MP3-Players

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

het bericht, het nieuws

A

die Nachricht, die Nachrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Zullen we naar het nieuws kijken?

A

Wollen wir die Nachrichten sehen?

35
Q

het net

A

das Netz, die Netze

36
Q

Veel informatie vind je het snelst op het net

A

Viele Informationen findet man am schnellsten im Netz

37
Q

online

A

online

38
Q

Er wordt steeds meer online gekocht

A

Immer mehr wird online gekauft

39
Q

de pc

A

der PC, die PCs

40
Q

sms’en

A

simsen

41
Q

de sms

A

die SMS, die SMS

42
Q

de software

A

die Software

43
Q

opslaan, saven

A

speichern

44
Q

Je zoekgeschiedenis wordt opgeslagen

A

Deine Suchgeschichte wird gespeichert

45
Q

(be)sturen

A

steuern

46
Q

Het is niet zo makkelijk moderne techniek te sturen

A

Es ist gar nicht so leicht, moderne Technik zu steuern

47
Q

de storing

A

die Störung, die Störungen

48
Q

het systeem

A

das System, die Systeme

49
Q

de knop, de toets

A

die Taste, die Tasten

50
Q

Dat mobieltje heeft te kleine toetsen voor mij

A

Das Handy hat zu kleine Tasten für mich

51
Q

de techniek

A

die Technik, die Techniken

52
Q

Ze werken met de modernste techniek

A

Sie arbeiten mit modernster Technik

53
Q

de telefoon

A

das Telefon, die Telefone

54
Q

Neem jij dat telefoontje eens aan

A

Gehst du mal ans Telefon!

55
Q

telefoneren, bellen

A

telefonieren

56
Q

Handsfree bellen heeft voor- en nadelen

A

Händefrei telefonieren hat Vor- und Nachteile

57
Q

de verbinding

A

die Verbindung, die Verbindungen

58
Q

Bij deze provider is de verbinding vaak slecht

A

Bei diesem Anbieter ist die Verbindung oft schlecht

59
Q

(telefoon) ophangen

A

auflegen

60
Q

Zeg, het spijt me, maar ik moet ophangen

A

Du, es tut mir leid, aber ich muss auflegen

61
Q

de dataverwerking

A

die Datenverarbeitung

62
Q

Een goede dataverwerking is bij grote bedrijven heel belangrijk

A

Eine gute Datenverarbeitung ist bei großen Firmen sehr wichtig

63
Q

insteken, plaatsen

A

einlegen

64
Q

Plaats een dvd

A

Legen Sie eine DVD ein

65
Q

het format

A

das Format, die Formate

66
Q

Dit bestand heeft het verkeerde format, ik kan het niet openen

A

Diese Datei hat das falsche Format, ich kann sie nicht öffnen

67
Q

het forum

A

das Forum, die Foren

68
Q

Ik heb mijn vriending op het internetforum leren kennen

A

Ich habe meine Freundin in einem Forum im Internet kennengelernt

69
Q

de informatietechnologie (IT)

A

die Informationstechnologie (IT)

70
Q

het kopieerapparaat

A

der Kopierer, die Kopierer

71
Q

het netwerk

A

das Netzwerk, die Netzwerke

72
Q

Het lokale netwerk doet het niet meer

A

Das lokale Netzwerk geht nicht mehr

73
Q

de gebruiker

A

der Nutzer, die Nutzer

74
Q

de computer; de rekenmachine

A

der Rechner, die Rechner

75
Q

Mijn trouwe computer is gecrasht

A

Mein treuer Rechner ist abgestürzt

76
Q

uitzenden

A

senden

77
Q

De wedstrijd wordt live uitgezonden

A

Das Spiel wird live gesendet

78
Q

de technologie

A

die Technologie, die Technologien

79
Q

converteren

A

umwandeln

80
Q

Hoe kan ik wmv naar mp4 converteren?

A

Wie kan ich WMV im MP4 umwandeln?

81
Q

de versie

A

die Version, die Versionen

82
Q

De nieuwe versie van het programma heeft nog zwaktes

A

Die neue Version des Programms hat noch Schwächen

83
Q

het kengetal

A

die Vorwahl, die Vorwahlen

84
Q

Berlijn heeft het kengetal 030

A

Berlin hat die Vorwahl 030

Kontext Wortschatz 7 (5 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions