7.3 Telecommunicatie Flashcards
het telefoongesprek, het telefoontje
der Anruf, die Anrufe
het antwoordapparaat
der Anrufbeantworter, die Anrufbeantworter
(op)bellen
anrufen, rief an, hat angerufen
Ik bel je vanavond nog een keer
Ich rufe dich heute Abend noch einmal an
de aansluiting
der Anschlus, die Anschlüsse
Ik had drie dagen geen internetaansluiting
Ich hatte drei Tage keinen Internetanschluss
het gebruik, de toepassing
die Anwendung, die Anwendungen
De toepassing van deze techniek is in dit huis nog niet mogelijk
Die Anwendung dieser Technik ist in diesem Haus noch nicht möglich
printen
ausdrucken
automatisch
automatisch
de gebruiker
der Benutzer, die Benutzer
het beeldscherm
der Bildschirm, die Bildschirme
chatten
chatten
de computer
der Computer, die Computer
het bestand, de file
die Datei, die Dateien
Ik kan het bestand niet vinden. Misschien heb ik het gewist
Ich kann die Datei nicht finden. Vielleicht habe ich sie gelöscht
de data
die Daten
Je kunt beter voorzichtig zijn met persoonlijke gegevens op internet
Man sollte mit persönlichen Daten im Internet zurückhaltend sein
invoeren
eingeben; gibt ein, gab ein, hat eingegeben
Voer uw pincode in
Geben Sie Ihre Geheimzahl ein
de e-mail
die E-Mail, die E-Mails
mogelijk maken
ermöglichen
Het internet maakt veel goeds mogelijk, maar ook veel slechts
Das Internet ermöglicht viel Gutes, aber auch viel Schlechtes
bereikbaar
erreichbar
Onder haar oude adres is ze niet meer bereikbaar
Unter ihrer alten Adresse ist sie nicht mehr erreichbar
de harde schijf
die Festplatte, die Festplatten
het mobieltje, de gsm
das Handy, die Handys
het internet
das Internet
de laptop
der Laptop, die Laptops
selecteren, markeren
markieren
Selecteer het woord door te dubbelklikken met de linkermuisknop
Markieren Sie das Wort per Doppelklick mit der linken Maustaste
de mp3-speler
der MP3-Player, die MP3-Players
het bericht, het nieuws
die Nachricht, die Nachrichten
Zullen we naar het nieuws kijken?
Wollen wir die Nachrichten sehen?
het net
das Netz, die Netze
Veel informatie vind je het snelst op het net
Viele Informationen findet man am schnellsten im Netz
online
online
Er wordt steeds meer online gekocht
Immer mehr wird online gekauft
de pc
der PC, die PCs
sms’en
simsen
de sms
die SMS, die SMS
de software
die Software
opslaan, saven
speichern
Je zoekgeschiedenis wordt opgeslagen
Deine Suchgeschichte wird gespeichert
(be)sturen
steuern
Het is niet zo makkelijk moderne techniek te sturen
Es ist gar nicht so leicht, moderne Technik zu steuern
de storing
die Störung, die Störungen
het systeem
das System, die Systeme
de knop, de toets
die Taste, die Tasten
Dat mobieltje heeft te kleine toetsen voor mij
Das Handy hat zu kleine Tasten für mich
de techniek
die Technik, die Techniken
Ze werken met de modernste techniek
Sie arbeiten mit modernster Technik
de telefoon
das Telefon, die Telefone
Neem jij dat telefoontje eens aan
Gehst du mal ans Telefon!
telefoneren, bellen
telefonieren
Handsfree bellen heeft voor- en nadelen
Händefrei telefonieren hat Vor- und Nachteile
de verbinding
die Verbindung, die Verbindungen
Bij deze provider is de verbinding vaak slecht
Bei diesem Anbieter ist die Verbindung oft schlecht
(telefoon) ophangen
auflegen
Zeg, het spijt me, maar ik moet ophangen
Du, es tut mir leid, aber ich muss auflegen
de dataverwerking
die Datenverarbeitung
Een goede dataverwerking is bij grote bedrijven heel belangrijk
Eine gute Datenverarbeitung ist bei großen Firmen sehr wichtig
insteken, plaatsen
einlegen
Plaats een dvd
Legen Sie eine DVD ein
het format
das Format, die Formate
Dit bestand heeft het verkeerde format, ik kan het niet openen
Diese Datei hat das falsche Format, ich kann sie nicht öffnen
het forum
das Forum, die Foren
Ik heb mijn vriending op het internetforum leren kennen
Ich habe meine Freundin in einem Forum im Internet kennengelernt
de informatietechnologie (IT)
die Informationstechnologie (IT)
het kopieerapparaat
der Kopierer, die Kopierer
het netwerk
das Netzwerk, die Netzwerke
Het lokale netwerk doet het niet meer
Das lokale Netzwerk geht nicht mehr
de gebruiker
der Nutzer, die Nutzer
de computer; de rekenmachine
der Rechner, die Rechner
Mijn trouwe computer is gecrasht
Mein treuer Rechner ist abgestürzt
uitzenden
senden
De wedstrijd wordt live uitgezonden
Das Spiel wird live gesendet
de technologie
die Technologie, die Technologien
converteren
umwandeln
Hoe kan ik wmv naar mp4 converteren?
Wie kan ich WMV im MP4 umwandeln?
de versie
die Version, die Versionen
De nieuwe versie van het programma heeft nog zwaktes
Die neue Version des Programms hat noch Schwächen
het kengetal
die Vorwahl, die Vorwahlen
Berlijn heeft het kengetal 030
Berlin hat die Vorwahl 030
