7) 301-350 Flashcards
fast food
fast-food
dish
het gerecht
pie
de taart
jello
de gelatinepudding
pizza
de pizza
waffle
de wafel
oatmeal
de havermoutpap
pancakes
de pannenkoeken
to cook
koken
to cut
snijden
to boil
doen koken
to fry
braden
to bake
bakken
cooked
gaar
delicious
heerlijk
spicy
pikant/pittig
dry
droog
soda
spuitwater
lemonade
kwast
cocoa
warme chocola
green tea
de groene thee
ice
het ijs
grade
de klas
schedule
het rooster
recess
de pauze
test
het examen
library
de bibliotheek
cafeteria
de kantine
kindergarten
de kleuterschool
to learn
leren
plus sign
het plusteken
minus sign
het minteken
division sign
het deelteken
multiplication sign
het maalteken
equals sign
het is gelijkteken
sun
de zon
moon
de maan
sky
de hemel/lucht
star
de ster
planet
de planeet
world
de wereld
north
noorden
south
zuiden
east
oosten
west
westen
word
het woord
syllable
de lettergreep
letter
de letter
alphabet
het alfabet
language
de taal