6e jaar unit 4 (sem 2) Flashcards
1
Q
een raad van bestuur
A
a board of directors
1
Q
een firma
A
a firm
2
Q
een voorzit(s)ter
A
a chairperson
3
Q
een begrip, een woord
A
a term
4
Q
seksisme
A
sexism
5
Q
een voorzitter, een voorzitster
A
a chairman
6
Q
een aandeelhouder
A
a shareholder
7
Q
een positie, een plaats
A
a position
8
Q
de effectenbeurs
A
de stock market
9
Q
de wereldmarkt
A
the global market
10
Q
op zijn beurt
A
in turn
11
Q
een visie
A
a vision
12
Q
een algemeen directeur
A
a chief executive officer
13
Q
afkorting van ‘algemeen directeur’
A
CEO
14
Q
een onderneming, bedrijf
A
a corporation
15
Q
cruciaal
A
crucial
16
Q
bloeien
A
to thrive
17
Q
personeelsbeleid
A
human resources management
18
Q
vakbekwaam, competent
A
competent
19
Q
een afdeling voor onderzoek en ontwikkeling
A
a research and development department
20
Q
constant, voortdurend
A
constantly
21
Q
een product
A
a product
22
Q
een inkoopafdeling
A
a purchasing department
23
Q
afkorting voor ‘afdeling voor onderzoek en ontwikkeling’
A
R&D
24
een productieafdeling
a production department
25
een markt
a market
26
intensief
intensive
27
een marketingcampagne
a marketing campaign
28
een marketingafdeling
a marketing department
29
presenteren, voorstellen
to present
30
de verpakking
the packaging
31
een verkoopafdeling
a sales department
32
leveren
to deliver
33
op tijd
on time
34
een onderneming
an enterprise
35
winst
profit
36
een dienst boekhouding
an accounts department
37
een vacature
an opening
38
een specialist in het smaken van sappen
a juice flavour specialist
39
een citrus onderzoeks- en ontwikkelingsteam
a citrus research and development team
40
constant, herhaaldelijk
continual
41
een consumentenomgeving
a consumer environment
42
vakbekwaamheid in onderzoek en ontwikkeling
research and development competence
43
een fruitsmaak
a fruit flavour
44
vernieuwing
innovation
45
een productontwerper
a product designer
46
een sensorisch profiel
a sensory profile
47
een smaakvoorkeur
a taste preference
48
Europees
European
49
een smaakspecialist
a flavour specialist
50
diepgaand
in-depth
51
een onderzoeksplan
a research plan
52
een analyse van sapsmaak
a juice flacour analysis
53
samen met
in collaboration with
54
een grondstoffenleverancier
a raw material supplier
55
een kwaliteitsproduct
a quality product
56
een hoog kwalificatieniveau
a high level qualification
57
organische chemie
organic chemistry
58
hygiëne
hygiene
59
de levensmiddelenindustrie
the food processing industry
60
bij voorkeur
preferable
61
computervaardigheid
computer literacy
62
tijdbeheer
time management
63
een drankmerknaam
a beverage brand
64
genereren, voortbrengen
to generate
65
kleinhandelsverkoop
retail sales
66
voedzaam
nourishing
67
smakelijk
tasty
68
vreugde
joy
69
solliciteren
to apply
70
geur
fragrance
71
bijkomend
additional
72
projectbeheer
project management
73
multifunctioneel
multifunctional
74
het productontwerp
the prodcut design
75
een wasverzachter
a fabric softener
76
een afwasmiddel
a washing-up liquid
77
een kwaliteitscoördinator
a quality coordinator
78
een teamspeler
a team player
79
nieuwe contacten leggen
to make new connections
80
een academisch instituut
an academic institute
81
een eenmanszaak
a sole trader
82
oprichten
to set up
83
onafhankelijk
freelance
84
een fotograaf
a photographer
85
een schrijver, schrijfster
a writer
86
een vakman, vakvrouw
a craftsperson
87
aansprakelijk
liable
88
bezittingen
belongings
89
een boekhouder
an accountant
90
een notaris
a solicitor
91
een venootschap
a partnership
92
een werklast
a workload
93
een werkschema
a work rota
94
bij elkaar leggen
to pool
95
kapitaal
capital
96
beperkte verantwoordelijkheid
limited liability
97
een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
a private limited company
98
een naamloze vennootschap
a public limited company
99
een aandeel
a share
100
verhandelen
to trade
101
de effectenbeurs
the stock exchange
102
een overnamebod
a takeover bid
103
een concessie
a franchise
104
een privilege, een voorrecht
a privilege
105
een reputatie, een faam
a reputation
106
een vestiging
an outlet
107
een econoom
an economist
108
opmerken
to observe
109
gebruikelijk, gangbaar
common
110
een vuistregel
a rule of thumb
111
een klant
a client
112
verschillen, variëren
to range
113
bescheiden
modest
114
bepalend
determining
115
bepalen
to determine
116
een verbintenis
a commitment
117
een etablissement, een handelshuis
an establishment
118
gedifferentieer
differentiated
119
een detailhandelaar, winkelier
a retailer
120
choqueren
to shock
121
verbijsteren, met wanhoop vervullen
to dismay
122
grijpen, vastpakken
to grab
123
een eigenaar
an owner
124
een concurrent
a competitor
125
bloeien, succes hebben
to prosper
126
vatten, doorgronden
to fathom
127
reclame, publiciteit
advertising
128
gedurfd
audacious
129
een reclamebureau
an advertising agency
130
een adverteerder
an advertiser
131
een advertentie
an ad
132
binnenhalen, opstrijken
to reap
133
informeel, gezellig
chatty
134
sarcastisch
sarcastic
135
globalisering
globalisation
136
homogeen maken
to homogenise
137
mode
fashion
138
creativiteit
creativity
139
gestroomlijnd
steamlined
140
een reclamecampagne
an advertising campaign
141
bekend, beroemd
celebrated
142
een denker
a thinker
143
een architect
an architect
144
levendig
lively
145
deodorant
body spray
146
scheuren, zoeven
to zip
147
stormen, razen
to rush
148
onweerstaanbaar
irresistible
149
in botsing komen met
to collide with
150
versmelten
to merge
151
toverkunst
wizardry
152
overacteren
to overact
153
hilariteit, vrolijkheid
hilarity
154
een wervelwind
a whirlwind
155
met ontzetting, met afschuw
in horror
156
het wrakgoed, het puin
the wreckage
157
een trechter, een luchtkoker
a funnel
158
luwen, tot rust komen
to subside
159
afzetten, plaatsen
to deposit
160
funderingen
foundations
161
een drang, een drift
an urge
162
een prijskaartje
a price tag
163
destructief, vernietigend
destructive
164
dwangmatig
compulsive
165
een verslaving
an addiction
166
een stoornis, een kwaal
a disorder
167
een misvatting
a misconception
168
een plaag
a malady
169
zich niet bewust
unaware
170
schuld
huilt
171
te veel uitgeven
to overspend
172
dienstverlening
services
173
buitenissig, excentriek
eccentric
174
een smaak
a taste
175
een cyclus
a cycle
176
een gokker
a gambler
177
een seriemoordenaar
a serial killer
178
een gepreoccupeerdheid
a preoccupation
179
de spanning
the tension
180
bevredigen
to satisfy
181
winkelen
to shop
182
eenzaamheid
loneliness
183
innerlijkheid
inner
184
een behoefte, een nood
a need
185
streven naar, zoeken
to seek
186
eigendunk
self-esteem
187
bevechten
to battle
188
een slopende stoornis
a debilitating disorder
189
een spiraal
a spiral
190
een onenigheid, een tweedracht
a discord
191
zich onthouden
to abstain
192
een alcoholicus
an alcoholic
193
overboord
overboard
194
schuilen
to shelter
195
streng, onbuigzaam
stern
196
een bedrieger
a trickster
197
ontwijken, opzij springen
to dodge
198
behendig
nimble
199
zich haasten, jachten
to bustle
200
neerkletsen, plenzen
to pelt
201
gezellig, behaaglijk
snug
202
spieglglas
plate-glass
203
vastgrijpen
to clutch
