559-583 Flashcards
1
Q
Nōn iam
A
(Bijwoord)
Niet meer
2
Q
Tantum
A
(Bijwoord)
Zoveel; alleen maar
3
Q
-ne?
A
(Vraagpartikel)
Word niet vertaald
4
Q
Nōnne?
A
(Vraagpartikel)
Toch wel?
5
Q
Num?
A
(Vraagpartikel)
Toch niet?
6
Q
Nūntius
A
Nūntiī
De bode; het bericht
7
Q
Senex
A
Senis, m.
De oude man
8
Q
Lūx
A
Lūcis, v.
Het licht
9
Q
Labōrāre, -ō
A
Werken; lijden
10
Q
Flēre, -eō
A
Flēvī, flētum
Wenen (om)
11
Q
Incipere, -iō
A
Incēpī, inceptum
Beginnen
12
Q
Paulō of paulum
A
(Bijwoord)
Een beetje
13
Q
Lēgātus
A
Lēgātī
De gezant; de onderbevelhebber
14
Q
Dextra
A
Dextrae
De rechterhand
15
Q
Hōra
A
Hōrae
Het uur