5 - Kunstvoeding Flashcards

1
Q

Wat is de rol van de vroedvrouw bij het begeleiden van kunstvoeding in het late postpartum?

A

vroeg postpartum
* begeleiding bij de bereidings- en toedieningswijze
* ondersteuning

laat postpartum
informatie ivm
* juiste voeding
* hoeveelheden
* frequentie
* mogelijke ongemakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Waarom is het aangeraden om aangepaste kunstvoeding te geven tem 3 jaar?

A

andere melkvoedingen voldoen niet aan de behoeften voor een goede vertering, groei en ontwikkeling
–> tekort aan noodzakelijke voedingsstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Hoelang dien je nieuwe kunstvoeding te testen alvorens volledig te wisselen?

A

10-14 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Wat kunnen nadelen zijn van te snel wisselen van kunstvoeding?

A
  • geeft een vertekend beeld
  • nefast voor de spijsvertering van de baby
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Wat zijn de voorwaarden voor kunstmelk?

A
  • bevat de nodige voedingsstoffen voor een normale groei en ontwikkeling
  • voldoen aan de Europese en Belgische wetgeving inzake melkvoeding voor zuigelingen tot 1 jaar
  • strenge normen volgen op vlak van samenstelling en etikettering
  • samenstelling lijkt zoveel mogelijk op moedermelk

= aangepaste voeding tot 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek de samenstelling van kwaliteitsvolle kunstmelk.

A

Eiwitten
* van dierlijke oorsprong
* laag eiwitgehalte: +/- 1,2g/100ml
* plantaardige eiwitten enkel op basis van medische noodzaak (rijsteiwitten: oké - soja-eiwitten: enkel >1jaar)

Koolhydraten
* 100% uit lactose
* andere koolhydraten (zetmeel, maltodextrine) te vermijden

Vetten
* minimaal 3,3g/100ml

Vitaminen en mineralen
* strikt gereguleerd (bij alle kunstmelken +/- hetzelfde)
* hogere hoeveelheden dan in moedermelk omdat het slechter wordt opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek startvoeding.

A
  • tot 6 maanden
  • te koop in de apotheek
  • samenstelling ~moedermelk: weinig eiwitten, licht verteerbaar
  • basis is koemelk: industrieel aangepast
    –> wei-gehalte verhoogd naar 60%, eiwitgehalte verlaagd naar 40%
    –> lager vetgehalte, minder mineralen, hoger ijzergehalte
  • toevoeging van pro- en prebiotica

= eersteleeftijdsmelk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek opvolgvoeding.

A
  • 6-18 maanden
  • apotheek of warenhuis
  • samenstelling: hoger eiwitgehalte, hogere energie-aanbreng, hoger ijzergehalte
  • eerst vast voeding, daarna pas opvolgvoeding introduceren
    –> niet te veel veranderingen in één keer
    –> voedingsstoffen garanderen

= tweedeleeftijdsmelk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Waarom worden start- en opvolgvoedingen met zetmeel afgeraden?

A

bedoeld voor meer verzadiging voor hongerige baby’s
–> geen wetenschappelijke evidentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek dieetvoeding.

A
  • voor baby’s die geen gewone kunstvoedingen verdragen
  • weloverwogen beslissing ! in samenspraak met vroedvrouw / kinderarts
  • verkrijgbaar in de apotheek
  • soorten
    –> anti-regurgitatiemelk (AR-melk)
    –> hydrolysaten (HA)
    –> Sojamelk / geitenmelk / notenmelk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek anti-regurgitatiemelk (AR-melk).

A
  • regurgitatie = fysiologisch verschijnsel
    indien eenvoudige tips niet werken –> AR-melk
  • duurder dan gewone kunstvoeding
  • dikkere consistentie
  • industrieel bereid (voorkeur) of zelf indikken
  • industrieel bereid
    –> voldoen vaak niet aan de wei-overwegende regel
    –> indikkingsmiddelen (vb. zetmeel): extra calorieën (niet voor elke situatie ! )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek hydrolysaten (HA).

A
  • vermeld op etikettering
  • weloverwogen beslissing: ervaren zorgverlener !
  • hypoallergeen: eiwitten werden in kortere ketens geknipt –> kans op allergische reacties neemt af
  • partiële hydrolysaten en extensieve hydrolysaten
    –> partiële: geen significante meerwaarde
    –> extensieve: aangewezen bij vb. koemelkeiwit-allergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek sojamelk.

A
  • op basis van soja-eiwitten (plantaardig)
  • NIET aangewezen
  • samenstelling: hoger eiwitgehalte, lagere verteerbaarheid, hoger aluminiumgehalte
  • geen enkel nutritioneel voordeel
  • enkel in zeer specifieke situaties
  • niet verkrijgbaar onder de leeftijd van 1 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Noem 3 merken van kunstvoeding.

A
  • Nutrilon
  • Nan
  • Novalac
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek groeimelk.

A
  • van 1 tot 3 jaar
  • warenhuis
  • voorkeur: niet gezoet, geen toegevoegde smaak
  • verrijkt met mineralen, vitaminen en essentiële vetzuren (soms te weinig in de vaste voeding)
  • in combinatie met evenwichtige en gevarieerde vaste voeding
  • het voordeel wordt kleiner met toenemende leeftijd
  • alternatief: volle melk

= peutermelk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Waarom wordt gewone koemelk afgeraden tot de leeftijd van 3 jaar?

A
  • mineralen, vitaminen en essentiële vetzuren ontbreken
  • hoog eiwitgehalte
    –> kijken naar de totale voedselinname om eventueel toch koemelk te gebruiken !
17
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Kun je start- en opvolgmelken ook na de leeftijd van 12 maanden gebruiken?

A

Ja, maar
* duurder
* lager ijzergehalte (enkel wanneer vaste voeding voldoende ijzer bevat)

18
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Bespreek halfvolle melk.

A
  • vanaf 3 jaar
  • in combinatie met gevarieerde evenwichtige voeding, beperkte eiwitinname
  • maximaal 350-500 ml/dag
  • nadelen (zeker voor 3 jaar)
    –> moeilijkere vertering
    –> hogere nierbelasting door hoog eiwitgehalte
    –> hogere kans op zwaarlijvigheid
    –> verminderde koolhydraten, vitamines en essentiële vetzuren
    –> kans op verstoorde normale groei

Indien toch overschakelen voor 3 jaar: volle melk

19
Q

5.1 Soorten melkvoeding

Waarom zijn andere melken afgeraden?
vb. geitenmelk, paardenmelk, notenmelk, rijstmelk, granenmelk, karnemelk

A

voldoen niet aan de voedingsvereisten
–> leiden tot tekorten
–> verstoort de normale groei en ontwikkeling

20
Q

5.2 Aantallen en hoeveelheden

Hoeveel en hoeveel keer drinkt een baby kunstvoeding?

A

individueel verschillend
–> voeden op vraag

21
Q

5.2 Aantallen en hoeveelheden

Aan de hand van welke parameters bepaal je of het kind voldoende kunstvoeding drinkt?

A
  • volgt zijn groeicurve
  • gewichtstoename
  • ontlastingspatroon
22
Q

5.2 Aantallen en hoeveelheden

Bespreek de evolutie van de hoeveelheid melk die een kind gemiddeld nodig heeft.

A

0-6 maanden
* 150-180 ml/kg/dag
* alleen melkvoeding

4-6 maanden
* minder melk
* toevoeging andere voedingsmiddelen

6-12 maanden
* 500 ml/dag
* extra vocht: plat mineraalarm water

1-2 jaar
* 350-500 ml/dag (inclusief andere melkproducten zoals yoghurt)

23
Q

5.2 Aantallen en hoeveelheden

Bespreek de voeding bij een groeispurt.

A

(gemiddelde tijd tussen 2 voedingen: 3-4u)
* na 10 dagen, 3 weken, 6 weken en 3 maanden: groeispurt
* groeit vrij snel, verhoogde voedingsbehoefte
–> frequenter drinken = OK
* stabiliseert na enkele dagen

24
Q

5.2 Aantallen en hoeveelheden

Wanneer slaapt het kind door bij kunstvoeding?

A

spontaan tussen 2-4 maanden

25
Q

5.3 Ongemakken

Benoem enkele mogelijke ongemakken ten gevolge van voeding en voedingspatroon bij de baby.

A
  • regurgitatie
  • hongerige baby
  • constipatie
  • kolieken
26
Q

5.3 Ongemakken

Wat is regurgitatie?

A

het spontaan terugvloeien van kleine hoeveelheden voeding of mondvocht
* fysiologisch verschijnsel
* vooral tijdens de eerste levensmaanden
–> piek rond 4-5 maanden (toenemende beweging)
–> neemt af vanaf 6-7 maanden
* ook bij baby’s die borstvoeding krijgen

27
Q

5.3 Ongemakken

Wat zijn de oorzaken van regurgitatie?

A

onrijpheid van het maagdarmstelsel
–> de ‘hoek van His’ is nog niet volledig gevormd
* hoek tussen de slokdarm en bovenzijde maag
* voorkomt terugvloei ‘klepfunctie’

28
Q

5.3 Ongemakken

Geef een aantal tips ter preventie van regurgitatie.

A
  • niet overvoeden
    –> voeden op vraag
  • de baby rustig laten drinken
  • aantal voedingen niet te snel verminderen
  • de baby na de voeding rechtop houden
  • de baby tijd geven om een boertje te laten
  • de baby na de voeding zo weinig mogelijk manipuleren
  • de ouders tijdig te informeren

–> schuinstand bed/park: verhoogd risico op wiegendood
–> indien tips niet werken: antiregurgitatievoeding

29
Q

5.3 Ongemakken

Bespreek het onderscheid tussen regurgitatie en reflux.

A
  • regurgitatie: fysiologisch
  • reflux: pathologisch
    –> regurgitatie onmiddellijk + lange tijd na de voeding
    –> complicaties: aantasting van de slokdarm
    –> symptomen: persisterende regurgitatie, excessief huilen, afwijkende groei
    –> doorverwijzen naar een kinderarts
30
Q

5.3 Ongemakken

Geef advies bij de aanpak van ‘hongerige’ baby’s.

A

huilen betekent daarom niet dat de baby honger heeft
* voeden op vraag
* niet te snel afbouwen
* fles correct bereiden: 1 afgestreken maatje / 30 ml
* snelheid van de voeding controleren: 10-15 min
* voeding voor betere verzadiging heeft geen wetenschappelijke evidentie
* vermijd toevoegen van melen / suikers: onnodig veel calorieën

31
Q

5.3 Ongemakken

Wat is constipatie?

A

vertraagde, harde en pijnlijke defecatie
–> harde consistentie
–> moeilijkheden bij de baby om stoelgang te maken

32
Q

5.3 Ongemakken

Wat zijn de mogelijke oorzaken van constipatie?

A
  • aanpassing aan de soort voeding
  • voedingsfouten (foute bereiding, inadequate vochtinname)

–> doorverwijzen bij mogelijke pathologie!

33
Q

5.3 Ongemakken

Geef advies bij constipatie met een fysiologisch verloop.

A

Veel variatie binnen het stoelgangspatroon
* voeden op vraag
* kunstvoeding correct bereiden
* veranderen van water bij het bereiden van de kunstvoeding (Hépar enkel op advies van de arts)
* buikmassage

34
Q

5.3 Ongemakken

Wat zijn kolieken?

A

heftig samentrekken van de darmspieren
–> krampen

zowel bij borstvoeding als kunstvoeding

35
Q

5.3 Ongemakken

Wanneer treden kolieken op?

A

voornamelijk na de voeding of ’s avonds
–> verdwijnt meestal spontaan tussen 4-5 maanden (rijping maagdarmstelsel)

36
Q

5.3 Ongemakken

Wat zijn de symptomen bij kolieken?

A
  • onrust
  • hevige huilbuien
    –> soms langer dan 3u/dag
    –> frequent
    –> intens
    –> niet gemakkelijk te troosten
37
Q

5.3 Ongemakken

Wat zijn de oorzaken van kolieken?

A

normaal verschijnsel bij maag-darmproblematiek
* overmatige hoeveelheid gas
* traag resorbeerbare suikers

doorverwijzen bij mogelijke pathologie (koemelkeiwitallergie, refluxproblematiek)

38
Q

5.3 Ongemakken

Geef advies ivm kolieken.

A

bij goede eetlust en normale ontwikkeling: fysiologisch
* voeden op vraag
* correcte bereiding
* voeden in ontspannen sfeer (prikkels proberen vermijden)
* flesvoeding: goede zuigtechniek nastreven
–> speen vullen met melk
–> speen niet te hard aanspannen
* huilbuien: draagdoek / babymassage
* borstvoeding: voedingspatroon mama nagaan
* kunstvoeding: aanpassen indien sprake van pathologie

39
Q

5.3 Ongemakken

Welk voedingspatroon bij de borstvoedende mama kunnen eventueel een effect hebben op het ontstaan van krampjes bij de baby?

A

Niet wetenschappelijk bewezen:
* zuivelproducten bij eventuele allergie bij de baby
* overmatige consumptie van caffeïne: onrust
* groenten zoals broccoli, bloemkool, kool en spruitjes: gasvorming
* pittig en gekruid voedsel
* citrusvruchten: irritatie maagdarmstelsel
* peulvruchten: gasvorming
* alcohol en nicotine: kwaliteit moedermelk

–> voedingsdagboek bijhouden en geleidelijk elimineren