3 - De neonaat Flashcards

1
Q

3.1 Fysisch welzijn

Waarom wordt de lichamelijke gezondheid van het kind nauwgezet opgevolgd?

A

om vroegtijdig pathologie op te sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3.1 Fysisch welzijn

Op welke momenten wordt het kind gewogen en gemeten?

A
  • dag 1
  • dag 3
  • dag 5
  • dag 10-14
  • rond 1 maand
  • rond 6-8 weken

extra weegmomenten op indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3.1 Fysisch welzijn

Waarom wordt het gewicht op verschillende momenten bepaald?

A

het gewicht is een belangrijke parameter om het verloop van de babyvoeding correct in te schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de evolutie van het gewicht van zodra het geboortegewicht opnieuw is bereikt.

A
  1. komt gemiddeld 150-200g per week bij
  2. rond 5 maanden: 2x geboortegewicht
  3. rond 1 jaar: 3x geboortegewicht
  4. komt gemiddeld 2-3 kg per jaar bij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3.1 Fysisch welzijn

Waarom heeft het wegen voor en na de borstvoeding weinig zin?

A
  • de samenstelling van de moedermelk varieert in de loop van de dag
  • het volume zegt niet veel over de voedingswaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoe wordt de lengte van het kind gemeten?

A

van kruin tot aan de hiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de evolutie van de lengte van het kind.

A
  1. groeit 1cm per week
  2. na 1 maand: toename van 3-4cm
  3. na 1 jaar: lengte ongeveer met de helft toegenomen (geboorte 50cm -> 1 jaar 75cm)
  4. vanaf 2 jaar: 5cm per jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3.1 Fysisch welzijn

Op welke momenten dient de schedelomtrek gemeten te worden?

A
  • bij elk contact
  • 4-8x in het eerste levensjaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3.1 Fysisch welzijn

Waar wordt de schedelomtrek gemeten?

A

net boven de wenkbrauwen en de oorschelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de evolutie van de schedelomtrek.

A
  • na 1 maand: toename van 2,5cm
  • na 2 jaar: 2/3e van de groei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de groeicurven representatief voor de Vlaamse populatie.

A
  • eerste levensjaar: intense groei
  • vanaf het tweede levensjaar: verminderde groeisnelheid en curve gewicht en lengte vlakt af

groeicurve voor gewicht, lengte en schedelomtrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoe komt het dat vanaf het 2e levensjaar de groeisnelheid verminderd?

A
  • verhoogde activiteit en beweging
  • kleinere voedselinname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3.1 Fysisch welzijn

Wat is er belangrijk bij het hanteren van de groeicurven?

A

dat het kind zijn eigen curve goed volgt
(niet zo belangrijk op welke curve de baby zich bevindt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3.1 Fysisch welzijn

Waarom is het belangrijk om het uitscheidingspatroon op te volgen?

A

het uitscheidingspatroon geeft belangrijke informatie over het algemeen welzijn en het verloop van de babyvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoe komt het dat de plasfrequentie minder snel toeneemt bij borstvoeding dan bij kunstvoeding?

A

bij borstvoeding bouwt de melkproductie geleidelijk op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoeveel plasluiers zijn er minimaal nodig als bewijs van een goede voeding?

A

6 plasluiers
(6-10 plasluiers/dag is normaal)

van zodra de voeding goed op gang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoeveel urine produceert de baby gemiddeld op dag 10?

A

50-100ml urine/kg/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

3.1 Fysisch welzijn

Hoe kun je goed urine herkennen?

A

goede urine is vrijwel kleurloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

3.1 Fysisch welzijn

Beschrijf de stoelgang van borstgevoede kinderen.

A
  • zeer zacht tot zelfs vloeibaar
  • goudgeel: ‘waterige mosterd’
  • geur: eerder mild en niet onaangenaam

van zodra de borstvoeding goed op gang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek het defecatiepatroon van borstgevoede kinderen.

A
  1. tijdens de eerste levensweken: meerdere malen per dag
  2. na 4 weken: 6x/dag - 2x/week
  3. na 6 weken: 1x/dag - 1x in een paar dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de stoelgang bij kunstgevoede kinderen.

A
  • compacter, korreliger
  • intensere en scherpere geur
  • geel tot geelgroen
  • 1-3x/dag (een dag zonder stoelgang is ook normaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

3.1 Fysisch welzijn

Bespreek de stoelgang bij introductie van vast voedsel.

A
  • frequentie, kleur, geur en consistentie verandert
  • zowel bij borstgevoede als kunstgevoede kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

3.1 Fysisch welzijn

Zindelijkheid: bespreek het rijpingsproces

A
  1. eerste jaar: plasreflex
  2. vanaf 1 jaar: kind is zich bewuster van zijn uitscheiding (praat erover, stopt even met spelen,…)
  3. eerste 2 jaar: sluitspieren rijpen
  4. vanaf 2 jaar: kind krijgt controle over de sluitspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

3.1 Fysisch welzijn

Wat is de plasreflex?

A

Van zodra er wat urine in de blaas zit, zal de baby plassen.
* onbewust proces
* doordat de blaas veel kleiner is dan van een ouder kind of volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer kan je starten met zindelijkheidstraining?
* er is **geen exacte leeftijd** waarop het kind klaar is voor zindelijkheidstraining * het kind moet **interesse** tonen in het potje en willen **meewerken**
26
# 3.1 Fysisch welzijn Vanaf welke leeftijd is een kind zindelijk?
* ieder kind volgt zijn **eigen tempo** * kan variëren van **3-5 jaar** of later * bij **jongens** duurt het **langer** dan bij meisjes (jongens tragen rijpingsproces)
27
# 3.1 Fysisch welzijn Geef de fasen van de zindelijkheid
1. het kind kan zijn **stoelgang overdag** ophouden 2. het kind kan het **plassen overdag** ophouden 3. **droge nachten**
28
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is het darmmicrobioom?
het geheel van **micro-organismen** in ons spijsverteringsstelsel * bacteriën * schimmels * gisten * ... [darmflora, darmmicrobiotica, darmbiota]
29
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is het belang van een gezond darmmicrobioom?
De opbouw van het individueel darmmicrobioom gaat gepaard met de **opbouw van het afweersysteem**. --> ontstaan/afweren van bepaalde ziektes door aanwezige bacteriën
30
# 3.1 Fysisch welzijn Welke factoren spelen een rol bij de allereerste microbiële kolonisatie van het kind (prenataal)?
+. maternale **levensstijl** en voeding -. prenataal gebruik van **antibiotica**
31
# 3.1 Fysisch welzijn Welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling van het microbioom vanaf de geboorte?
+. **vaginale partus**: kind komt in contact met gezonde maternale vaginale flora en darmflora +. **borstvoeding**: extra positieve microbioomoverdracht -. **antibiotica**: verlies van goede bacteriën
32
# 3.1 Fysisch welzijn Welke gevolgen heeft een verstoorde ontwikkeling en opbouw van het microbioom?
hogere gevoeligheid voor **astma, allergieën en ontstekingsziektes** op latere leeftijd
33
# 3.1 Fysisch welzijn Hoe kun je een gezond microbioom in stand houden?
door een gezond en gevarieerd **voedingspatroon** (in combinatie met pre- en probiotica)
34
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn probiotica?
probiotica zijn **levende micro-organismen** die gunstig zijn voor de gezondheid * meestal **bacteriën** * zitten in **gefermenteerde voedingsmiddelen** (vb. yoghurt, kefir, kimchi, gefermenteerde groenten,...) * kunnen nuttig zijn voor het **verbeteren van de spijsvertering**, het versterken van het immuunsysteem en het verminderen van gastro-intestinale problemen zoals diarree en prikkelbare darmsyndroom (PDS)
35
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn prebiotica?
prebiotica zijn **niet-verteerbare voedingsvezels** die als voeding dienen voor de probiotica * worden niet afgebroken in de dunne darm * worden in de **dikke darm** gefermenteerd door probiotica * zitten in **groenten** (zoals ui, knoflook, prei, artisjokken), **fruit** (zoals bananen, appels, peren), peulvruchten, volkoren granen en sommige noten en zaden * **stimuleert** de groei en activiteit van **probiotica**
36
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn postbiotica?
postbiotica zijn **stoffen** (metabolieten) die worden **geproduceerd door probiotica** tijdens hun groei en metabolisme * hebben een potentieel **gunstig effect** op de gezondheid * voornamelijk bij gefermenteerde zuivelproducten (bijv. yoghurt, kefir), gefermenteerde groenten (zoals kimchi en zuurkool) en gefermenteerde dranken (zoals kombucha) * nog weinig onderzocht
37
# 3.1 Fysisch welzijn Hoe onderscheiden prebiotica, probiotica en postbiotica zich van elkaar?
* hebben een **andere aard en werking** * **vullen elkaar aan** om de darmgezondheid te bevorderen
38
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is de fijne motoriek?
de **fijne bewegingen** van handen en vingers en de **handvaardigheid**
39
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is de grove motoriek?
de **spierbewegingen** van de romp, armen en benen
40
# 3.1 Fysisch welzijn Wat wordt bedoeld met het stimuleren van de motoriek?
* NIET forceren * de mogelijkheid geven om te **oefenen** * regelmatig **aanmoedigen** wanneer het kind iets probeert of kan
41
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 0-2 maanden?
van ongecontroleerd bewegingspatroon naar **gecontroleerd** en bewust gedrag * hoofdje leren draaien in de richting van je stem * hoofd optillen als hij op zijn buik ligt * bewust glimlachen
42
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 2-6 maanden?
vroege reflexen verdwijnen en meer gestuurde en **gecontroleerde** bewegingen * 3-4 maand: speelt met zijn eigen handjes/vingers * 4-5 maand: rollen * 3-6 maand: voorwerpen grijpen en vasthouden (stimulatie door speelgoed)
43
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 6-12 maanden?
* 5-6 maanden: **schuifbewegingen** als ze op de buik liggen (voorloper kruipen) * 6 maanden: **voorwerpen bestuderen**, van de ene naar de andere hand brengen, draaien * 6-9 maanden: staan en **springen** (vastgehouden door de ouder) * 6-11 maanden: **zitten** * 8 maanden: **kruipen** (niet alle kinderen) * 9 maanden: zich zelfstandig **optrekken** tot stand * 1 jaar: **pincetgreep**
44
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is de pincetgreep?
de **duim en wijsvinger** wordt gebruikt om iets op te rapen (vb. stukje brood)
45
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 12-18 maanden?
* 8-15 maanden: **lopen aan de hand** * 12-18 maanden: **zelfstandig stappen** * leert **evenwicht** te bewaren (waggelen --> stabieler)
46
# 3.1 Fysisch welzijn Wat zijn de mijlpalen van de motoriek vanaf 18 maanden?
* 18 maanden: **eten met een vork** * **snelle evolutie** (evenwicht verbetert, rennen, springen, klimmen,...) ## Footnote Belangrijk om het kind te stimuleren door samen te spelen.
47
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek het zintuig 'voelen' van de neonaat
de **mond** wordt gebruikt als tastorgaan * de lippen en tong zijn erg tastgevoelig * het kind leert voorwerpen kennen door ze naar zijn mond te brengen
48
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de evolutie van het gehoor van de neonaat.
* hoort al in de **baarmoeder** * 0-3 maanden: leert **geluiden herkennen** (reageert het meest op geluiden die hij herkent vanuit de baarmoeder + hoort beter hoge tonen) * 3-6 maanden: leert de **bron** van het geluid zoeken en vinden * 6-9 maanden: meer **interesse** in verschillende soorten geluiden ## Footnote De baby reageert in het algemeen sneller op geluiden dan op wat hij ziet.
49
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is een aandachtspunt als het gaat over het gehoor van kinderen?
* kinderen **horen beter** dan volwassenen * het gehoor van kinderen is **gevoeliger** --> lawaaierige plaatsen vermijden --> geluidvolume aanpassen
50
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer wordt een gehoortest afgenomen bij de neonaat?
tussen 2-4 weken na de geboorte
51
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is het doel van de gehoortest?
aangeboren afwijkingen opsporen ## Footnote door vroegtijdige detectie worden de gevolgen van de gehoorproblemen beperkt
52
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de gehoortest.
* = **Algo-test** * wordt afgenomen door een medewerker van **K&G** * **thuis** of op het **consultatiebureau** * gratis, pijnloos, veilig, betrouwbaar * duurt maar enkele minuten
53
# 3.1 Fysisch welzijn Wat gebeurt er wanneer de gehoortest onvoldoende is?
1. tweede test na 1 week 2. derde test na 1 week 3. doorverwijzen naar audiologisch centrum ## Footnote Wanneer de gehoortest **positief** is na elke stap, wordt overgegaan naar de volgende stap. Wanneer de volgende gehoortest **negatief** is, maar er is dus wel 1 positieve test geweest, wordt het kind in de loop van de jaren verder opgevolgd.
54
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is de taak van de vroedvrouw ivm de gehoortest?
* nagaan of de pasgeborene is **aangemeld** bij K&G * nagaan of de gehoortest heeft **plaatsgevonden** * de ouders **informeren** waar nodig ## Footnote de gegevens van de pasgeborene worden doorgegeven vanuit het ziekenhuis / de verloskundige
55
# 3.1 Fysisch welzijn Hoe wordt de gehoortest afgenomen?
* oorkapjes aan beide oren * geluiden worden verstuurd via kleine luidsprekertjes * elektroden op het hoofd registreren veranderingen in de **hersenactiviteit**
56
# 3.1 Fysisch welzijn Geef de aandachtspunten wanneer de gehoortest wordt afgenomen.
* geen **oliebad** op de dag van de gehoortest * baby niet **insmeren** met zalf / lotion op de dag van de gehoortest * makkelijkst wanneer de baby rustig is of slaapt --> best na een **voeding**
57
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de evolutie van het zien van kleuren.
* pasgeborene: verschil tussen licht en donker (**contrasten**) + **wazig** * 4 weken: **kleuren** ## Footnote voorkeur voor **felle kleuren** (rood, blauw, geel, groen) **pastelkleuren** zijn rustgevend, maar wekken minder interesse op
58
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de evolutie van de scherpte van het zicht.
* eerste weken: **20 cm** afstand * afstand neemt toe met de leeftijd * 3-3,5 maanden: ziet op alle mogelijke afstanden, maar **geen details** * 3-6 maanden: zicht **verscherpt**
59
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de evolutie van het 'volgen'.
* eerste maanden: **kijken** naar bewegende voorwerpen * eerste weken en maanden: opvallende, traag bewegende voorwerpen volgen met de **ogen** * 3-4 maand: **hoofd draaien** om voorwerpen / mensen te volgen die bewegen * 3-6 maand: **snel** bewegende zaken volgen
60
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de evolutie van scheel kijken.
* 0-3 maand: **frequent** scheel kijken (= normaal, nog geen samenwerking tussen beide ogen) * 3-6 maand: scheel kijken **verdwijnt**
61
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de oogtest.
* **K&G** * gratis, veilig, pijnloos * vanaf **1 jaar** (consultatie 12 maanden en 30 maanden) * doel: vroegtijdig **oogafwijkingen** vaststellen * resultaat onvoldoende: **doorverwijzen** naar oogarts
62
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek het zintuig 'proeven' van de neonaat.
* voorkeur voor **zoete smaken** * echte **smaakvoorkeuren** ontwikkelen pas vanaf 18 maanden * smaak blijft het hele leven **evolueren** ## Footnote vanaf 18 maanden: belangrijk om eenzelfde voedingsmiddel **meermaals aan te bieden** voordat je kunt zeggen dat het kind het niet lust
63
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek het zintuig 'ruiken'.
* voorkeur voor **zoete geuren** * vanaf de geboorte kan de baby **goed ruiken** ## Footnote geur hangt nauw samen met smaak
64
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is passieve immuniteit?
* immuniteit verworven tijdens de zwangerschap door antistoffen van de mama via de **placenta** * immuniteit versterkt door antistoffen van de mama via **borstvoeding** ## Footnote TIJDELIJK ! Verdwijnt in de loop van het eerste levensjaar.
65
# 3.1 Fysisch welzijn Waarom is een baby vatbaar voor infecties?
1. de passieve immuniteit valt weg 2. de eigen actieve immuniteit staat nog niet op punt
66
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is het doel van vaccinatie?
de actieve immuniteit van het kind opbouwen
67
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek vaccinatie.
* dode of verzwakte **micro-organismen** * baby maakt op natuurlijke wijzen **antistoffen** aan tegen de ziekteverwekker * afhankelijk van het soort vaccin is de baby **levenslang** of **tijdelijk beschermd** (herhalingsvaccin nodig) * beschermt ook het **gezin** en de **omgeving** * **gratis** * tijdens de consulten van **K&G** ## Footnote de **risico's** van enkele levensbedreigende infectieziekten zijn veel groter dan mogelijke bijwerkingen van een vaccinatie
68
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer start men met vaccinatie?
op 8 weken
69
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de bijwerkingen bij vaccinatie.
* matige koorts (<38,5°C) * zwelling en roodheid van de injectieplaats * gevoelige / pijnlijke injectieplaats ## Footnote ernstige bijwerkingen zijn zeldzaam
70
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer dien je de behandelende arts te contacteren na vaccinatie?
* bij abnormaal huilen * overmatige pijn * andere uitgesproken symptomen
71
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek de poliovaccinatie.
* enige vaccin dat bij wet **verplicht** is * laatste dosis op **15 maanden** * **polioattest** indienen bij het gemeente/stadhuis als bewijs van inenting vóór 18 maanden
72
# 3.1 Fysisch welzijn Wat is het voordeel van een hoge vaccinatiegraad?
* groepsimmuniteit * kan leiden tot het uitroeien van welbepaalde ziekten
73
# 3.1 Fysisch welzijn Bespreek het basisvaccinatieschema.
* **gratis** vaccins * vanaf **8 weken** * geplaatst tijdens consulten **K&G** of bij de **huisarts** of **kinderarts** * na toediening minstens 15 minuten onder **medisch toezicht** * aanbevolen door de **Hoge Gezondheidsraad** * **niet verplicht** (behalve poliovaccin) ## Footnote enkel vaccins tegen het **rotavirus** zijn betalend en zelf aan te kopen in de apotheek
74
# 3.1 Fysisch welzijn Geef een aantal vaccins die niet in het basisvaccinatieschema staan, maar wel kunnen toegediend worden op kinderleeftijd.
* meningokokken B * hepatitis A * windpokken * reisvaccinaties ## Footnote deze zijn zelf te betalen
75
# 3.1 Fysisch welzijn Welke informatie geef je ouders die op reis willen gaan met hun kind ivm vaccinatie?
* **vaccinatievoorwaarden** nagaan voor het betreffende land * **reisgeneeskunde.be**
76
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer komt het eerste tandje?
* gemiddeld 6 maanden * tussen 4-12 maanden ## Footnote meestal een onderste snijtand
77
# 3.1 Fysisch welzijn Wanneer is het melkgebit volledig gevormd?
rond 2,5 jaar ## Footnote melkgebit: 20 tanden
78
# 3.1 Fysisch welzijn Welke symptomen / ongemakken zijn er bij het doorbreken van de tandjes?
* verhoogde **speekselproductie** * **irritatie** en roodheid van het tandvlees * **rode wangetjes** * verminderde **eetlust** * onrustige **slaap** * lichte **temperatuursverhoging**
79
# 3.1 Fysisch welzijn Welke middelen kunnen gebruikt worden bij ongemak door het doorbreken van de tandjes?
* lichte druk op / massage van het tandvlees * bijtring ## Footnote tandgel enkel te gebruiken op doktersadvies !
80
# 3.1 Fysisch welzijn Welke tips geef je mee om de kans op tandbederf te verkleinen?
* propere **fopspeen** * vermijden van **zoete voedingsmiddelen** in de fles of op de fopspeen * leren drinken uit een **beker** vanaf 6-8 maanden * **poetsen** vanaf het eerste tandje
81
# 3.2 Psychisch welzijn Wat is de taak van de vroedvrouw ivm de sociaal-emotionele ontwikkeling?
nodige informatie geven over de te verwachten ontwikkeling * bewust opvolgen van vorderingen * bewust genieten van de veranderingen
82
# 3.2 Psychisch welzijn Wat wordt bedoeld met de sociaal-emotionele ontwikkeling?
* persoonlijkheid * sociaal gedrag * communicatieve mogelijkheden
83
# 3.2 Psychisch welzijn Bespreek hechting.
* eerste levensweken: **vertrouwen** opbouwen * veilige hechting: 1 of meer volwassenen voorziet in de **basisbehoeften** van het kind * eerste maanden kan het kind **niet verwend** worden
84
# 3.2 Psychisch welzijn Bespreek actieve communicatie.
vanaf 2 maanden * de baby **glimlacht** bewust + maakt **oogcontact** * **primaire emoties** zijn af te lezen van het gezicht (vreugde, boosheid, angst,...) * de baby geniet van de actieve vorm van communicatie (soort van **conversatie** tussen ouder en kind) wanneer de ouder hier niet op ingaat, probeert het kind op andere manieren de aandacht te trekken (geluidjes maken, hevig bewegen, huilen, ...)
85
# 3.2 Psychisch welzijn Bespreek scheidingsangst.
vanaf 6 maanden: het kind leert het onderscheid tussen het **bekende** en het **onbekende** vanaf 8 maanden: sprake van **scheidingsangst** * klampt zich vast aan de ouder * angstig in nieuwe situaties * scheiding met het bekende wordt moeilijker
86
# 3.2 Psychisch welzijn Bespreek zelfstandigheid.
tussen 6-12 maanden: **drang naar zelfstandigheid** * wil niet meer gevoed worden * wil zelf de lepel vasthouden * ... *wanneer de drang naar zelfstandigheid niet overeenstemt met de mogelijkheden van de baby of de ouderlijke controle kunnen kinderen heel boos worden* vanaf 1 jaar: **onafhankelijkheidsfase** * leren stappen * leren spreken * op verkenning vanaf 18 maanden: periode van **vastklampen** aan de ouder * driftbuien bij het slapengaan --> waarschijnlijk door groeiend besef van scheiding
87
# 3.2 Psychisch welzijn Bespreek de evolutie van de communicatie.
* 6-8 maanden: **brabbelen** en heftig bewegen * 9 maanden: bewust van de communicatie met anderen --> actief **aandacht trekken** * 8-10 maanden: brabbelen evolueert naar complexe herkenbare geluiden --> **eerste woordje** * 18-24 maanden: **snelle vooruitgang** ivm taal (benoemt voorwerpen, uitbreiding woordenschat) * 2 jaar: vormen van **2-woordzinnen**
88
Wat is het Van Wiechen-onderzoek?
een gestandaardiseerde methode voor de systematische opvolging van de **algemene ontwikkeling** van zuigelingen
89
# 3.3 Slapen Wat is het belang van slapen?
lichamelijk, emotioneel en verstandelijk te **herstellen** *voldoende slaap = voldoende energie*
90
# 3.3 Slapen Bespreek het veranderend slaappatroon van het kind.
**0-2 maand** * 16-20u/dag slaap * maximum 4u na elkaar slaap * wakkere periodes nemen toe van 30-75 min. vanaf **3 maanden** * 14-16u/dag slaap * overdag meer wakker / 's nachts langer doorslapen * overdag slaap in blokken van 2u, met wakkere periode van 1,5u vanaf **6 maanden** * 15u/dag slaap * veel kinderen slapen 's nachts door vanaf **9 maanden** * 70-80% slaapt 's nachts door ## Footnote pasgeborenen maken geen onderscheid tussen dag en nacht
91
# 3.3 Slapen Bespreek de ontwikkeling van de slaapcyclus.
tijdens het **eerste levensjaar** * meermaals per nacht * 1 slaapcyclus wordt met de leeftijd ook langer 1 slaapcyclus bij een baby duurt **+/- 45 minuten**
92
# 3.3 Slapen Bespreek de evolutie van de dutjes.
**1 jaar** * ochtend- en middagdutje * slaapt 's nachts 11-12u door **1-2 jaar** * ochtenddutje verdwijnt **2-5 jaar** * middagdutje verdwijnt ## Footnote het afbouwen van slaap overdag kan ervoor zorgen dat het kind 's nachts extra slaap nodig heeft
93
# 3.3 Slapen Wat kunnen tekenen van slaaptekort zijn bij de baby?
* moe uitzien * hangerig zijn * prikkelbaar zijn
94
# 3.3 Slapen Welke slaapproblemen kunnen optreden?
* moeilijk inslapen * vaak wakker worden * 's nachts roepen * heel vroeg wakker zijn
95
# 3.3 Slapen Wat kan de oorzaak zijn van slaapproblemen?
* nieuwe dingen leren (rollen, groot bed,...) * drukke dagen * lichamelijke veranderingen (tandjes) * scheidingsangst * ziekte * ...
96
# 3.3 Slapen Wat is de taak van de vroedvrouw ivm slaapproblemen?
* actief luisteren * basistips meegeven * doorverwijzen waar nodig (vb. gecertificeerd slaapcoach)
97
# 3.3 Slapen Welke basistips kun je meegeven om een goede nachtrust te bevorderen?
**rust** en **regelmaat** * rustige **omgeving** * kamer op goede **temperatuur** * zelf rustig en **ontspannen** zijn (de baby reageert op de gemoedstoestand van de ouder) * **routine** / ritueel toepassen (knuffel, verhaaltje,...) * ...
98
# 3.4 Comfortzorg Tijdens wakkere momenten kan een baby ongemak ervaren. Hoe kun je nodige verlichting en rust bieden?
* badje * massage * dragen / wiegen van de baby * inbakeren * ...
99
# 3.4 Comfortzorg Bespreek huilen.
elke baby huilt, maar niet elke baby huilt evenveel * 0-6 weken: 1-**1,5u** huilen/dag * 6 weken: **2,5u** huilen/dag (huilpiek) * 3 maanden: huilen verminderd ## Footnote huilen is een manier van communiceren
100
# 3.4 Comfortzorg Wat kan helpen wanneer baby's veel huilen?
* **structuur** en **regelmaat** (rituelen maken de dag voorspelbaar en brengen rust) * **comfortzorg**
101
# 3.4 Comfortzorg Wanneer is een baby een huilbaby?
Objectief gezien: **3-3-3 regel** (Wessel, 1954) * huilt langer dan 3u * minstens 3 dagen/week * gedurende 3 opeenvolgende weken Subjectief gezien: **perceptie ouders** 'een baby huilt overmatig wanneer dit door de ouder(s) als dusdanig ervaren wordt' ## Footnote excessief huilen **verdwijnt meestal spontaan** na enkele maanden
102
# 3.4 Comfortzorg Wat kunnen ouders doen wanneer hun baby overmatig huilt?
* huilkaart invullen * erover praten * hulp aanvaarden ## Footnote overmatig huilen kan uitputtend zijn voor de ouders --> gevaarlijk
103
# 3.4 Comfortzorg Wat is het doel van een huilkaart?
* **objectieve kijk** op het huilen bekomen * **huilpatronen** herkennen
104
# 3.4 Comfortzorg Vanaf wanneer kan een volledige babymassage worden toegepast?
4-6 weken
105
# 3.4 Comfortzorg Geef een definitie van inbakeren.
Letterlijk: 'in doeken wikkelen' Wat? De baby wordt van schouders tot tenen **begrensd**. Gevolg? De baby kan zich **gemakkelijker overgeven** aan rust / slapen. Aandachtspunten? **Tijdelijk** hulpmiddel om regelmaat en zelfredzaamheid te bekomen.
106
# 3.4 Comfortzorg Geef de indicaties en contra-indicaties voor inbakeren.
**Indicaties** * overmatig huilen * onrustig gedrag * overactief gedrag * darmkrampjes **Contra-indicaties** * afwijkingen bij heupontwikkeling * koorts * eerste 24u na vaccinatie * infectie van de luchtwegen * zuigelingenscoliose
107
# 3.4 Comfortzorg Bespreek het belang van correct inbakeren.
preventie van **onveilige situaties** voor de baby (vb. wiegendood) --> **lichaamstemperatuur** * eventuele oververhitting voorkomen * kledij aanpassen
108
# 3.4 Comfortzorg Vanaf wanneer kun je starten met inbakeren?
**3 weken** --> eerst de kans geven om een eigen ritme van slapen, eten en spelen te ontwikkelen
109
# 3.4 Comfortzorg Hoe lang duurt de gewenningsfase bij het inbakeren?
**1-2 weken** * sommige baby's bieden vanaf dag 1 weerstand * andere slapen eerst overmatig door het inbakeren waardoor ze op dag 2 of 3 extra kracht hebben en dan pas weerstand bieden ## Footnote hoe ouder het kind bij het starten met inbakeren, hoe meer weerstand het biedt en hoe langer de weerstand duurt
110
# 3.4 Comfortzorg Vanaf wanneer dien je te stoppen met inbakeren?
**6 maanden** --> kans dat het kind op de buik draait --> best afbouwen vanaf 4 maanden
111
# 3.4 Comfortzorg Hoe kun je het inbakeren stapsgewijs afbouwen?
* de **armpjes** vrijlaten * inbakerdoek **weglaten** bij de beste dutjes * passende **slaapzak** als alternatief
112
# 3.4 Comfortzorg Wat zijn de voordelen van het dragen van een baby?
* de baby wordt **gewiegd** * voelt zich **veilig** * kan nieuwe **indrukken** opdoen * kan vanaf de **geboorte** --> de baby is meer **ontspannen** --> de **huiltijd vermindert** aanzienlijk
113
# 3.4 Comfortzorg Wat zijn de aandachtspunten bij het dragen van de baby?
goede **ondersteuning** van de rug en het hoofdje ## Footnote draagdoeken zijn hierbij geschikter dan draagzakken