3 - De neonaat Flashcards
3.1 Fysisch welzijn
Waarom wordt de lichamelijke gezondheid van het kind nauwgezet opgevolgd?
om vroegtijdig pathologie op te sporen
3.1 Fysisch welzijn
Op welke momenten wordt het kind gewogen en gemeten?
- dag 1
- dag 3
- dag 5
- dag 10-14
- rond 1 maand
- rond 6-8 weken
extra weegmomenten op indicatie
3.1 Fysisch welzijn
Waarom wordt het gewicht op verschillende momenten bepaald?
het gewicht is een belangrijke parameter om het verloop van de babyvoeding correct in te schatten
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de evolutie van het gewicht van zodra het geboortegewicht opnieuw is bereikt.
- komt gemiddeld 150-200g per week bij
- rond 5 maanden: 2x geboortegewicht
- rond 1 jaar: 3x geboortegewicht
- komt gemiddeld 2-3 kg per jaar bij
3.1 Fysisch welzijn
Waarom heeft het wegen voor en na de borstvoeding weinig zin?
- de samenstelling van de moedermelk varieert in de loop van de dag
- het volume zegt niet veel over de voedingswaarde
3.1 Fysisch welzijn
Hoe wordt de lengte van het kind gemeten?
van kruin tot aan de hiel
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de evolutie van de lengte van het kind.
- groeit 1cm per week
- na 1 maand: toename van 3-4cm
- na 1 jaar: lengte ongeveer met de helft toegenomen (geboorte 50cm -> 1 jaar 75cm)
- vanaf 2 jaar: 5cm per jaar
3.1 Fysisch welzijn
Op welke momenten dient de schedelomtrek gemeten te worden?
- bij elk contact
- 4-8x in het eerste levensjaar
3.1 Fysisch welzijn
Waar wordt de schedelomtrek gemeten?
net boven de wenkbrauwen en de oorschelpen
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de evolutie van de schedelomtrek.
- na 1 maand: toename van 2,5cm
- na 2 jaar: 2/3e van de groei
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de groeicurven representatief voor de Vlaamse populatie.
- eerste levensjaar: intense groei
- vanaf het tweede levensjaar: verminderde groeisnelheid en curve gewicht en lengte vlakt af
groeicurve voor gewicht, lengte en schedelomtrek
3.1 Fysisch welzijn
Hoe komt het dat vanaf het 2e levensjaar de groeisnelheid verminderd?
- verhoogde activiteit en beweging
- kleinere voedselinname
3.1 Fysisch welzijn
Wat is er belangrijk bij het hanteren van de groeicurven?
dat het kind zijn eigen curve goed volgt
(niet zo belangrijk op welke curve de baby zich bevindt)
3.1 Fysisch welzijn
Waarom is het belangrijk om het uitscheidingspatroon op te volgen?
het uitscheidingspatroon geeft belangrijke informatie over het algemeen welzijn en het verloop van de babyvoeding
3.1 Fysisch welzijn
Hoe komt het dat de plasfrequentie minder snel toeneemt bij borstvoeding dan bij kunstvoeding?
bij borstvoeding bouwt de melkproductie geleidelijk op
3.1 Fysisch welzijn
Hoeveel plasluiers zijn er minimaal nodig als bewijs van een goede voeding?
6 plasluiers
(6-10 plasluiers/dag is normaal)
van zodra de voeding goed op gang is
3.1 Fysisch welzijn
Hoeveel urine produceert de baby gemiddeld op dag 10?
50-100ml urine/kg/dag
3.1 Fysisch welzijn
Hoe kun je goed urine herkennen?
goede urine is vrijwel kleurloos
3.1 Fysisch welzijn
Beschrijf de stoelgang van borstgevoede kinderen.
- zeer zacht tot zelfs vloeibaar
- goudgeel: ‘waterige mosterd’
- geur: eerder mild en niet onaangenaam
van zodra de borstvoeding goed op gang is
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek het defecatiepatroon van borstgevoede kinderen.
- tijdens de eerste levensweken: meerdere malen per dag
- na 4 weken: 6x/dag - 2x/week
- na 6 weken: 1x/dag - 1x in een paar dagen
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de stoelgang bij kunstgevoede kinderen.
- compacter, korreliger
- intensere en scherpere geur
- geel tot geelgroen
- 1-3x/dag (een dag zonder stoelgang is ook normaal)
3.1 Fysisch welzijn
Bespreek de stoelgang bij introductie van vast voedsel.
- frequentie, kleur, geur en consistentie verandert
- zowel bij borstgevoede als kunstgevoede kinderen
3.1 Fysisch welzijn
Zindelijkheid: bespreek het rijpingsproces
- eerste jaar: plasreflex
- vanaf 1 jaar: kind is zich bewuster van zijn uitscheiding (praat erover, stopt even met spelen,…)
- eerste 2 jaar: sluitspieren rijpen
- vanaf 2 jaar: kind krijgt controle over de sluitspieren
3.1 Fysisch welzijn
Wat is de plasreflex?
Van zodra er wat urine in de blaas zit, zal de baby plassen.
* onbewust proces
* doordat de blaas veel kleiner is dan van een ouder kind of volwassene
3.1 Fysisch welzijn
Wanneer kan je starten met zindelijkheidstraining?
- er is geen exacte leeftijd waarop het kind klaar is voor zindelijkheidstraining
- het kind moet interesse tonen in het potje en willen meewerken
3.1 Fysisch welzijn
Vanaf welke leeftijd is een kind zindelijk?
- ieder kind volgt zijn eigen tempo
- kan variëren van 3-5 jaar of later
- bij jongens duurt het langer dan bij meisjes (jongens tragen rijpingsproces)
3.1 Fysisch welzijn
Geef de fasen van de zindelijkheid
- het kind kan zijn stoelgang overdag ophouden
- het kind kan het plassen overdag ophouden
- droge nachten
3.1 Fysisch welzijn
Wat is het darmmicrobioom?
het geheel van micro-organismen in ons spijsverteringsstelsel
* bacteriën
* schimmels
* gisten
* …
[darmflora, darmmicrobiotica, darmbiota]
3.1 Fysisch welzijn
Wat is het belang van een gezond darmmicrobioom?
De opbouw van het individueel darmmicrobioom gaat gepaard met de opbouw van het afweersysteem.
–> ontstaan/afweren van bepaalde ziektes door aanwezige bacteriën
3.1 Fysisch welzijn
Welke factoren spelen een rol bij de allereerste microbiële kolonisatie van het kind (prenataal)?
+. maternale levensstijl en voeding
-. prenataal gebruik van antibiotica
3.1 Fysisch welzijn
Welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling van het microbioom vanaf de geboorte?
+. vaginale partus: kind komt in contact met gezonde maternale vaginale flora en darmflora
+. borstvoeding: extra positieve microbioomoverdracht
-. antibiotica: verlies van goede bacteriën
3.1 Fysisch welzijn
Welke gevolgen heeft een verstoorde ontwikkeling en opbouw van het microbioom?
hogere gevoeligheid voor astma, allergieën en ontstekingsziektes op latere leeftijd
3.1 Fysisch welzijn
Hoe kun je een gezond microbioom in stand houden?
door een gezond en gevarieerd voedingspatroon
(in combinatie met pre- en probiotica)
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn probiotica?
probiotica zijn levende micro-organismen die gunstig zijn voor de gezondheid
* meestal bacteriën
* zitten in gefermenteerde voedingsmiddelen (vb. yoghurt, kefir, kimchi, gefermenteerde groenten,…)
* kunnen nuttig zijn voor het verbeteren van de spijsvertering, het versterken van het immuunsysteem en het verminderen van gastro-intestinale problemen zoals diarree en prikkelbare darmsyndroom (PDS)
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn prebiotica?
prebiotica zijn niet-verteerbare voedingsvezels die als voeding dienen voor de probiotica
* worden niet afgebroken in de dunne darm
* worden in de dikke darm gefermenteerd door probiotica
* zitten in groenten (zoals ui, knoflook, prei, artisjokken), fruit (zoals bananen, appels, peren), peulvruchten, volkoren granen en sommige noten en zaden
* stimuleert de groei en activiteit van probiotica
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn postbiotica?
postbiotica zijn stoffen (metabolieten) die worden geproduceerd door probiotica tijdens hun groei en metabolisme
* hebben een potentieel gunstig effect op de gezondheid
* voornamelijk bij gefermenteerde zuivelproducten (bijv. yoghurt, kefir), gefermenteerde groenten (zoals kimchi en zuurkool) en gefermenteerde dranken (zoals kombucha)
* nog weinig onderzocht
3.1 Fysisch welzijn
Hoe onderscheiden prebiotica, probiotica en postbiotica zich van elkaar?
- hebben een andere aard en werking
- vullen elkaar aan om de darmgezondheid te bevorderen
3.1 Fysisch welzijn
Wat is de fijne motoriek?
de fijne bewegingen van handen en vingers en de handvaardigheid
3.1 Fysisch welzijn
Wat is de grove motoriek?
de spierbewegingen van de romp, armen en benen
3.1 Fysisch welzijn
Wat wordt bedoeld met het stimuleren van de motoriek?
- NIET forceren
- de mogelijkheid geven om te oefenen
- regelmatig aanmoedigen wanneer het kind iets probeert of kan
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 0-2 maanden?
van ongecontroleerd bewegingspatroon naar gecontroleerd en bewust gedrag
* hoofdje leren draaien in de richting van je stem
* hoofd optillen als hij op zijn buik ligt
* bewust glimlachen
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 2-6 maanden?
vroege reflexen verdwijnen en meer gestuurde en gecontroleerde bewegingen
* 3-4 maand: speelt met zijn eigen handjes/vingers
* 4-5 maand: rollen
* 3-6 maand: voorwerpen grijpen en vasthouden (stimulatie door speelgoed)
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 6-12 maanden?
- 5-6 maanden: schuifbewegingen als ze op de buik liggen (voorloper kruipen)
- 6 maanden: voorwerpen bestuderen, van de ene naar de andere hand brengen, draaien
- 6-9 maanden: staan en springen (vastgehouden door de ouder)
- 6-11 maanden: zitten
- 8 maanden: kruipen (niet alle kinderen)
- 9 maanden: zich zelfstandig optrekken tot stand
- 1 jaar: pincetgreep
3.1 Fysisch welzijn
Wat is de pincetgreep?
de duim en wijsvinger wordt gebruikt om iets op te rapen (vb. stukje brood)
3.1 Fysisch welzijn
Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van 12-18 maanden?
- 8-15 maanden: lopen aan de hand
- 12-18 maanden: zelfstandig stappen
- leert evenwicht te bewaren (waggelen –> stabieler)