4 - Borstvoeding Flashcards

1
Q

4.1 Voorkennis

Geef een aantal voordelen van borstvoeding voor het kind.

A
  • de hoeveelheid en samenstelling van moedermelk is aangepast aan de noden van het kind
  • minder vaak en minder ernstig ziek
  • colostrum bevordert de eerste ontlasting
  • bevat antistoffen
  • verminderd risico op allergieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4.1 Voorkennis

Geef een aantal voordelen van borstvoeding voor de moeder.

A
  • de oxytocine doet de uterus samentrekken en vermindert het bloeden na de bevalling
  • oorspronkelijk gewicht wordt sneller bereikt
  • onmiddellijk beschikbaar, altijd klaar en op de juiste temperatuur
  • grotere affectieve band met het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4.1 Voorkennis

Geef een aantal voordelen van borstvoeding voor de maatschappij.

A
  • kinderen zijn minder vaak ziek: kost minder aan de gezondheidszorg + moeders zijn minder afwezig op hun werk
  • milieuvriendelijk: minder productie van verpakkingsafval
  • gratis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4.1 Voorkennis

Wat zijn de hoofdbestanddelen van moedermelk?

A
  • vetten
  • suikers
  • eiwitten
  • mineralen
  • vitaminen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4.1 Voorkennis

Bespreek colostrum.

A
  • wordt aangemaakt vanaf de 7e zwangerschapsmaand tot dag 5 na de geboorte
  • dik, stroperig, gelig
  • bevat veel antistoffen: eerste immunisatie tegen infecties
  • laxerende werking: baby raakt meconium snel kwijt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4.1 Voorkennis

Bespreek overgangsmelk.

A
  • dag 5 tot dag 10-14
  • hoeveelheid antistoffen en eiwitten neemt af
  • melksuiker en vetgehalte neemt toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4.1 Voorkennis

Bespreek rijpe moedermelk.

A
  • vanaf dag 10-14
  • blauwwitte kleur, waterige consistentie
  • veel lactose, meer vetten, minder eiwitten (voeding is sneller verteerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4.1 Voorkennis

Welke hormonen zijn betrokken bij de borstvoeding?

A
  • prolactine
  • oxytocine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4.1 Voorkennis

Wat is de functie van prolactine bij de borstvoeding?

A

melkaanmaak (melksecretie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

4.1 Voorkennis

Wat is de functie van oxytocine bij de borstvoeding?

A

vrijkomen van de melk (melkexcretie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4.1 Voorkennis

Wanneer ligt een baby goed aan de borst?

A

Special K
* de neus is vrij
* de kin is ingebed in de borst aan de onderkant van de areola
* de areola is voornamelijk verborgen in de mond van de baby
* de lippen draaien naar buiten (zoals van een vis)

meer van de onderkant van de borst dan van de bovenkant zit in het mondje (cfr. hamburger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4.1 Voorkennis

Benoem 5 borstvoedingshoudingen.

A
  1. madonnahouding
  2. doorgeschoven houding
  3. rugbyhouding
  4. op je zij
  5. op je rug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4.1 Voorkennis

Wat zijn de voordelen van de doorgeschoven houding?

A

= madonnahouding, maar dan ondersteunen met je andere arm + ondersteunen van je borst

–> borst manipuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4.1 Voorkennis

Wat zijn de voordelen van de rugbyhouding?

A
  • aangenaam na kijzersnede of bij premature baby’s
  • zware borsten
  • snelle melkstroom
  • luie / slaperige baby
  • tweeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4.1 Voorkennis

Wat zijn de voordelen van borstvoeding geven op je zij?

A
  • aangenaam vlak na de bevalling (vnl na keizersnede, pijnlijke knip)
  • nachtvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4.1 Voorkennis

Wat zijn de voordelen van borstvoeding geven op je rug?

A
  • bij krachtige toeschietreflex
  • overvloedige melkproductie
  • baby die zich vaak verslikt
  • baby die last heeft van oprispingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4.2 De eerste 6 weken

Bespreek de evolutie van de borstvoeding tijdens de eerste 6 weken.

A

eerste 40 dagen: aanpassingsperiode
* tijd nodig om te wennen
* voedingsritme vinden van de baby

na 40 dagen: beloningsperiode
* baby speelt een actievere rol
* borstvoeding gaat gemakkelijker en sneller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

4.2 De eerste 6 weken

Hoeveel voedingen drinkt een baby de eerste weken postpartum?

A

gemiddeld 8-12 voedingen/24u

verschilt van baby tot baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

4.2 De eerste 6 weken

Heel wat baby’s hebben een vast huiluurtje. Wanneer is dit meestal?

A

vooral in de late namiddag en ‘s avonds

hier is geen duidelijk verklaarbare oorzaak van gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

4.2 De eerste 6 weken

Vanaf wanneer mag je een fopspeen geven om de baby te troosten?

A

eenmaal de borstvoeding vrij goed lukt en de melkproductie goed op gang is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Geef een definitie van de aanpassingsperiode.

A
  • de eerste 40 dagen
  • zorgen voor een pasgeborene is intensief
  • slaap wordt serieus op de proef gesteld
  • aanpassingsduur duurt langer dan bij kunstvoeding
  • opbouwen melkproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Geef een definitie van de beloningsperiode.

A
  • vanaf 40 dagen
  • baby speelt een actieve rol bij het aanhappen (meer controle over hoofd en nek)
  • drinken gaat gemakkelijker en sneller
  • minder intensief dan kunstvoeding
  • optimale melkproductie
  • borstvoeding = automatisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is de rol van de vroedvrouw bij het begeleiden van het late postpartum?

A
  • medisch-verloskundige opvolging
  • psycho-emotionele opvolging en begeleiding

–> observeren en begeleiden van eventuele babyblues of postpartumdepressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Welke tips kun je de kraamvrouw geven ivm mogelijke hulp die kan ingeschakeld worden om de eerste stappen in het moederschap makkelijker te maken?

A
  • regel kraamzorg goed op voorhand
  • wijs aangeboden hulp nooit af
  • wees niet te trots om hulp te vragen als het nodig is

–> denk aan familie, vrienden, … en de papa/meemoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is het belang van verdere ondersteuning en begeleiding na het onmiddellijke en vroege postpartum op vlak van borstvoeding?

A

het borstvoedingsritme van je baby te leren kennen

–> een nieuwe moeder heeft hulp nodig om haar baby de borst te kunnen geven
–> de mama voldoende ondersteunen en rust geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is het onderscheid tussen de eerste levensweek en de weken daaropvolgend inzake melkproductie?

A
  • de eerste levensweek: de baby brengt de productie op gang
  • de weken die volgen: de baby brengt de melkproductie op peil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is de functie van de eerste levensweek?

A

stijgen van de melkproductie
* dag 1: 30 ml
* dag 5: 300-350 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is het doel van de eerste maand borstvoeding?

A
  • borstgroei en borstontwikkeling
  • optimalisatie van de melkproductie
  • basis leggen voor borstvoeding op lange termijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Bespreek de evolutie van de melkproductie gedurende de eerste 4 weken.

A
  • dag 1: 30 ml/dag
  • dag 5: 300-350 ml/dag
  • week 2-3: 600-750 ml/dag
  • week 4: 750-1050 ml/dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Bespreek de evolutie van de hoeveelheid melk die de baby per voeding drinkt gedurende de eerste 4 weken.

A
  • dag 5: 30-45 ml/voeding
  • week 2-3: 60-90 ml/voeding
  • week 4: 90-120 ml/voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is het belang van voldoende voeden?

A

als je tijdens de eerste maand vaak voedt, blijft je melkproductie stijgen

wanneer je op 1 maand maar een gedeeltelijke productie hebt, zal het moeilijk zijn om later een volledige productie te krijgen
–> de voordelen van de hormonale veranderingen van na de geboorte vallen weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is de rol van prolactinereceptoren bij de melkproductie?

A
  • vaak voeden of kolven tijdens de eerste weken na de geboorte activeert een bepaald aantal prolactinereceptoren
  • de prolactinereceptoren bepalen de maximale melkproductie
  • als een moeder niet genoeg prolactinereceptoren activeert, zal ze waarschijnlijk geen volledige productie bekomen

–> de basis wordt gelegd voor de productie op lange termijn

Het is nog niet duidelijk waarom je na 1 maand geen volledige productie meer kunt opbouwen. Bovenstaande info is een theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Is de melkproductie gelijkmatig gespreid doorheen de dag?

A

nee

de melkproductie kent een vorm van eb en vloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Bespreek de natuurlijke eb en vloed van de melkproductie.

A

’s ochtends
* melkproductie het hoogst
* de baby laat meer tijd tussen de voedingen

’s avonds
* melkproductie het laagst
* de baby drinkt vaker (elk uur of halfuur) en langer (clusteren)
–> vaak huiluurtje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Hoe komt het dat de melkproductie ‘s ochtends het hoogst is?

A
  • prolactine is het hoogst in het midden van de nacht (verantwoordelijk voor melkproductie)
  • als de baby zijn slaappatroon al wat heeft aangepast en ’s nachts minder drinkt, is ‘s ochtends de borst voller
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Hoeveel keer en om de hoveel tijd moet een kind drinken?

A
  • 8-12 voedingen per 24u
  • om de 2-3u

–> vaak niet regelmatig: denk aan clustervoedingen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat zijn clustervoedingen?

A

bundelen van voedingen
* maag van de baby is klein
* de baby leert nog hoe hij goed aan de borst moet drinken

–> meestal ‘s avonds (elk uur, elk halfuur, doorlopend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Hoe lang houdt het clustervoeden aan?

A

stopt vaak na 40 dagen
* maaginhoud wordt groter
* meer melk voorhanden
* drinkt sneller

–> meer regelmaat in het voedingspatroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Waarom wordt er beter geen schema toegepast bij borstvoeding?

A
  • wanneer je niet op vraag voedt, is er kans dat de melkproductie niet op gang komt
  • kans op stuwing (borsten zijn gespannen waardoor de baby moeilijker kan aanhappen)
  • je kan niet controleren of je baby de juiste hoeveelheid melk heeft gekregen

–> de melkproductie van de mama en de groei van de baby wordt in gevaar gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Waarom wordt er wel beter een ritme toegepast bij borstvoeding?

A

biologisch gezien
* baby’s moeten vaak worden gevoed (melk heeft laag vet- en eiwitgehalte)
* baby’s zijn bestemd om gedragen en vastgehouden te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat raad je ouders aan gedurende de eerste 6 weken ivm frequentie?

A

voeden op vraag
* de baby is dag en nacht bij je (signalen leren kennen)
* ‘s nachts zo dicht mogelijk bij je laten slapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Via welke parameters kan je nagaan of de baby voldoende voeding krijgt?

A

Borsten
het volle gevoel van de borsten tussen voedingen door verdwijnt na 3 weken

Luiers
* de baby maakt 3-4x/dag ontlasting (geel / groen), is dit niet het geval dan moet je alert zijn en zijn gewicht nagaan
* minstens 5 plasluiers/dag (kleurloos / lichtgeel)
–> drinkt niet efficiënt of te weinig melkproductie
–> na 4 weken fysiologisch onregelmatiger

Gewicht
na maximum 2 weken moet de baby terug op zijn geboortegewicht zijn, indien niet dan roep je deskundige borstvoedingshulp in
–> baby is tevreden en groeit goed (volgt zijn eigen curve)

Voedingen
je hoort je baby ritmisch zuigen en slikken tijdens de voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is een normaal voedingspatroon in de eerste 6 weken?

A

in het begin
* 20-40 minuten actief drinken
* eerst de eerste borst leegdrinken, dan verschonen, dan andere borst aanbieden

na een tijd
* voedingen worden korter (vb. van 30 min naar 15 min)

–> drinken 8-12x/dag, MAAR clusteren vaak, dus niet per se om de 2-3u!

Voor iedere baby anders! In geval van bezorgdheid, gewicht controleren. Zolang hij na 2 weken het geboortegewicht terug bereikt en zijn eigen curve volgt, is het oké.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is een normaal slaappatroon van een borstgevoedde baby?

A

dutje van 4-5u is normaal

  • geen reden om de baby wakker te maken
  • zolang hij minstens 8-12 voedingen/dag krijgt
  • zolang hij goed groeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Hoe kan de mama voldoende rust krijgen tijdens de borstvoedingsperiode?

A
  • neem elk aanbod tot hulp aan
  • slaap wanneer de baby slaapt
  • liggend voeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Geef een aantal tips ivm nachtvoedingen.

A

maak de nachturen zo saai mogelijk
* lichten uit (evt. nachtlampje)
* hou het rustig (geen tv of radio)
* enkel verschonen indien de baby ontlasting heeft gemaakt (bij natte luiers wachten tot de ochtend)
* liggend voeden
* eerste 6 maanden: baby op de kamer / co-sleeper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Is bijvoeding aan te raden gedurende de eerste weken postpartum?

A

neen

  • als de melkproductie nog niet op peil is, vermindert de melkproductie
  • 7-8% van de baby’s reageren slecht op kunstvoeding

–> moeilijk om de borstvoeding volledig op peil te krijgen

beter om minstens 40 dagen exclusief borstvoeding te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Geef advies ivm de introductie van het drinken via een fles.

A

flesgebruik vanaf het begin kan het op gang komen van de melkproductie bemoeilijken

sommige baby’s hebben het moeilijk om te wisselen tussen borst en fles (wanneer het nog leert drinken)
* borstweigeren
* inefficiënt drinken aan de borst
* zuigverwarring (veroorzaakt pijnlijke tepels)

–> na 40 dagen komen de problemen minder vaak voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Geef advies ivm fopspeengebruik.

A

= vervanger voor de troostende werking van een borst

  • verdoezelt hongersignalen
  • brengt het voedingsritme van de baby in de war
  • brengt het aantal voedingen per dag omlaag

–> NIET tijdens de eerste 40 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Wat is een groeispurt?

A

de baby wil meer en vaker drinken

  • regeldagen
  • de baby groeit en heeft meer voeding nodig
  • na 10 dagen, na 3 weken, na 6 weken, na 3 maanden
  • na enkele dagen opnieuw normale ritme
  • extra rust voor de mama stimuleert de melkproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Is nachtvoeding noodzakelijk?

A

alle baby’s worden ‘s nachts regelmatig wakker
–> voedingsritme

Als je dit negeert heb je kans dat je de groei van je kindje verstoort en de melkproductie negatief beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Kan je een baby overvoeden?

A

De baby lost vanzelf wanneer het voldoende heeft gedronken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

4.2 De eerste 6 weken (H5)

Waarom is het essentieel dat de moeder voldoende rust bij het geven van borstvoeding in de postnatale periode?

A
  • tijdens de eerste maanden vergt het moederschap veel energie
  • als je oververmoeid bent, kan de melkproductie afnemen
54
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Waarom is het geven van exclusieve borstvoeding gedurende de eerste 6 maanden aan te raden?
(~voordelen baby)

A

het duurt ongeveer 6 maanden voor de darmen van de baby zelf IgA-antistoffen produceren
–> exclusieve borstvoeding voorkomt allergieën

in moedermelk zitten ook nog andere antistoffen
–> minder kans op ontstekingen

normale ontwikkeling van het immuunsysteem en spijsverteringsstelsel

starten met kunstvoeding / vaste voeding vermindert de melkproductie

55
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Welke factoren beïnvloeden de melkproductie?

A

meer melk uit zorgt voor meer melk in
* de borstvolheid (hoe vol je borsten zijn)
* de opslagcapaciteit van de borst (hoeveel melk je borsten kunnen bevatten zonder dat ze onprettig vol aanvoelen)

56
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Hoe werkt de melkproductie?

A

borstvolheid
* weinig vraag betekent een tragere productie (opslag raakt vol)
–> volle borsten maken traag melk (druk van de melk + FIL)
* meer vraag betekent een snellere productie (opslag raakt leeg)
–> lege borsten maken snel melk

~ denk aan een fabriek

57
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Welke rol speelt FIL bij de melkproductie?

A

Feedback Inhibitor of Lactation
* stof in de moedermelk
* stuurt via je hersenen een signaal naar je borsten om de melkproductie te verminderen
* als de hoeveelheid melk in je borsten toeneemt, neemt ook de hoeveelheid FIL toe

–> hoe groter de hoeveelheid FIL in je borsten, hoe sterker het signaal om de productie af te remmen

58
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Hoe kan de melkproductie gestimuleerd worden?

A
  • vaker voeden
  • zorgen dat de borsten beter worden geleegd
    –> de baby meer dan 1x per voeding aan elke kant te laten drinken (als hij dat wil)
    –> na een voeding afkolven

gemiddeld drinken baby’s 75% van de melk in de borsten

–> hoe leger de borsten aan het eind van een voeding zijn en hoe vaker per dag ze goed geleegd worden, hoe sneller de borsten melk zullen aanmaken.

59
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Wat is de gemiddelde dagelijkse totale melkproductie vanaf 6 weken tot 6 maanden postpartum?

A

750-1050 ml

60
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Waarom heeft de opslagcapaciteit van de borst niets te maken met de grootte van de borst?

A

de grootte van de borst wordt vooral bepaald door de hoeveelheid vetweefsel in de borsten

61
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Hoe bepaalt de opslagcapaciteit van de borst een groot deel van het borstvoedingsritme?

A
  • de opslagcapaciteit bepaalt of de baby 1 of 2 borsten per voeding neemt
    –> dynamiek van de borstvolheid - krijgt de baby al voldoende melk uit 1 borst?
  • aantal voedingen per dag
    –> bij een grotere opslagcapaciteit kan de baby meer melk in 1x drinken naarmate zijn maag groeit - het aantal voedingen verminderd, maar de totale hoeveelheid melk blijft hetzelfde
  • invloed op het slaappatroon
    –> een baby die minder voedingen per dag nodig heeft, slaapt meestal sneller door ‘s nachts dan andere baby’s
    –> een moeder met een grote opslagcapaciteit zal de langere tijd tussen de voedingen ‘s nachts niet als oncomfortabel ervaren
62
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Dien je per voedingsbeurt 1 of 2 borsten aan te bieden?

A

hangt af van de opslagcapaciteit
–> grote capaciteit: vaak maar 1 borst
–> kleine capaciteit: meestal 2 borsten

63
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Hoeveel keer dient de baby te drinken tijdens de beloningsperiode?

A

afhankelijk van de opslagcapaciteit
(voorbeeld:)
* grote capaciteit: 6x/dag
* kleine capaciteit: 8-9x/dag

64
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Is de frequentie tijdens de beloningsperiode sowieso lager dan tijdens de aanpassingsperiode?

A

neen
–> bij moeders met een kleine opslagcapaciteit dient de baby vaker gevoed te worden om aan een voldoende totale hoeveelheid melk te komen

65
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Is nachtvoeding noodzakelijk?

A

afhankelijk van de opslagcapaciteit
* grote opslagcapaciteit: neen
* kleine opslagcapaciteit: ja (anders vermindert de melkproductie en krijgt de baby onvoldoende melk)

66
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Welke parameters zal je nagaan om zeker te zijn dat de baby voldoende voeding krijgt?

A

normale gewichtstoename
–> volgt de gewichtscurve voor borstgevoedde kinderen
–> naarmate de baby ouder wordt, verloopt de gewichtstoename trager

luiers
–> na 6 weken hebben baby’s vaak minder ontlasting
–> niet betrouwbaar om te gebruiken als parameter

67
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Kan je een baby overvoeden?

A

ja
–> sommige moeders proberen de borstvoeding te testen door de baby na de borst een fles aan te bieden. Door de snelle melkstroom zullen baby’s melk uit een flesje drinken, zelfs als ze genoeg hadden na de borst.

68
Q

4.3 Na 6 weken (H6)

Waarom voedt je beter niet op schema / waarom schrap je beter geen voedingen?

A

hierdoor daalt de melkproductie
(cfr. kleine opslagcapaciteit)

69
Q

H8

Geef een aantal maatschappelijke tendensen die een verklaring kunnen zijn voor de lage borstvoedingscijfers in Vlaanderen.

A
  • wetenschappelijk moederen vanaf de industriële revolutie:
    –> experten bepalen dat schema’s gehanteerd moeten worden
    –> borstvoeding geven is onwetenschappelijk (te intuïtief)
    –> kunstvoeding wordt als ‘beter’ bestempeld
    –> met kunstvoeding kun je de hoeveelheid voeding regelen
  • reclame voor kunstvoeding
    –> kunstvoeding is ‘evengoed
    –> kunstvoeding is de ‘moderne’ manier van voeden
70
Q

H8

Geef een aantal culturele overtuigingen in onze Westerse samenleving over baby’s en borstvoeding.

A
  • het belang van een schema
    ! niet alle moeders en baby’s zijn gelijk !
    ! gaat voorbij aan het hongergevoel van de baby !
  • de ouders moeten de baas zijn
    –> discipline bijbrengen
    ! ingaan op de behoefte van de baby is goed voor hen !
  • baby’s manipuleren volwassenen door te huilen
    ! enige manier om zijn behoeften te communiceren !
  • baby’s gehuil negeren zal hem minder doen huilen
    ! omgekeerde is waar !
71
Q

4.4 Kolven

Geef een aantal tips om de baby discreet te voeden buitenshuis.

A
  • dekentje of doek over de schouder hangen om de baby te bedekken
  • de baby in een deken wikkelen en met een deel daarvan de borst bedekken (gezichtje is nog zichtbaar)
  • kleding aanpassen: t-shirt omhoog, jasje, blouse, sweater, truitje; speciale borstvoedingskleding
  • draagdoek
  • rustig plekje zoeken
72
Q

4.4 Kolven

Geef een aantal tips ivm borstvoeding wanneer de mama weg is bij haar baby.

A
  • plan je afwezigheid tussen de voedingen door
  • laat de baby naar je toe brengen voor een voeding
  • volg je gevoel: alleen jij beslist of wilt of moet weggaan
  • probeer te genieten van deze intense periode: ook dit gaat voorbij - laat je niet opjagen
  • het is bijna in elke situatie mogelijk om borstvoeding te geven: afkolven wanneer je weg bent
  • laat moedermelk achter voor je baby
  • laat kunstvoeding achter voor je baby
73
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm flesvoeden.

A
  • wacht tot je baby 3-4 weken oud is (! tepel-speenverwarring !)
  • laat iemand anders de fles geven
  • kies een fles die je baby prettig vindt
  • begin nooit met het oefenen van flesvoeding als je baby echt honger heeft - een halfslaperige baby is soms meer bereid om te proberen
  • GEDULD
74
Q

4.4 Kolven

Welke merken van flesjes hebben vaker succes bij borstgevoedde baby’s?

A
  • Lansinoh mOmma
  • Medela Calma (eerst vacuüm maken, dan pas komt de melk)
75
Q

4.4 Kolven

Geef advies over de combinatie van borstvoeding en werken.
–> vóór je aan het werk gaat

A
  • plan vooruit: soepele overgang
  • denk na over je borstvoedingsdoel (melkproductie op peil / kunstvoeding als aanvulling?)
  • bekijk de mogelijkheden die je baan toelaat (voltijds/deeltijds, leeftijd baby - ideaal is minstens 3 maanden zodat melkproductie op peil blijft, thuis werken, flexibele werktijden,…)
  • zoek een borstvoedingsvriendelijke oppas (liefst dicht bij je werk)
  • leg een voorraadje afgekolfde melk aan (+/- 3 weken vooraf starten - best ‘s ochtends)
  • maak afspraken met je werkgever
  • kies een kolfmethode (dubbele elektrische kolf, minder krachtige kolf, handkolf)
76
Q

4.4 Kolven

Welke afspraken kun je maken met je werkgever ivm kolven op het werk?

A
  • een plek om te kolven (ontspannen + privacy)
  • 20 minuten per sessie (bij enkel moedermelk geven: aantal uren dat je weg bent delen door 3 - vb. 9u weg = 3x kolven)
  • een plaats om de melk te bewaren
77
Q

4.4 Kolven

Geef advies over de combinatie van borstvoeding en werken.
–> als je weer aan het werk bent

A
  • plan om zo vaak mogelijk borstvoeding te geven (vlak voor het werk, vlak na het werk, extra voeding overdag als de baby ‘s nachts langer doorslaapt,…)
  • leer hoe je je melkstroom kunt opwekken (–> toeschietreflex)
  • lekken kun je stoppen (regelmatig kolven, lichte druk uit oefenen op de tepels)
  • verhoog je productie (wanneer je melkproductie een dipje maakt)

‘meer melk uit betekent meer melk in’

78
Q

4.4 Kolven

Wat zijn de mogelijke redenen om af te kolven?

A

voor het comfort
* eerste week na de geboorte: borsten kunnen nog steeds vol aanvoelen zelfs nadat de baby gedronken heeft
* tijdens het afbouwen

om een voorraad aan te leggen
* mama en baby gescheiden
* baby kan/wil niet drinken aan de borst
* baby drinkt niet efficiënt

om de melkproductie te stimuleren

79
Q

4.4 Kolven

Op welk tijdstip kolft men het best af?

A

’s ochtends
* meeste melk in de borst
* snellere melkaanmaak

30-60 minuten na een voeding
minstens 1 uur voor de volgende voeding

80
Q

4.4 Kolven

Welke manieren van kolven zijn er?

A
  • met de hand (manueel kolven)
  • met een kolf
81
Q

4.4 Kolven

Wat zijn mogelijke redenen om met de hand te kolven (manueel)?

A
  • altijd beschikbaar
  • eenvoudig
  • goedkoop

vooral gebruikt in de eerste week na de bevalling
heel soms al op het eind van de zwangerschap

82
Q

4.4 Kolven

Geef advies over hoe manueel te kolven.

A
  1. handen wassen, benodigdheden klaarzetten (kommetje met grote opening, handdoek)
  2. bereid je borsten voor op het afkolven met een warmtekompres en een massage
    ook toeschietreflex opwekken door over de tepel de bewegen
  3. neem je borst in je hand, plaats je duim boven de tepel en je wijs- en middelvinger onder de tepel (zo’n 2,5 - 4 cm van je tepel af). Je hand vormt een ‘C’.
  4. duw je vingers richting borstkas, laat je handen niet over de huid glijden en voorkom dat je je vingers spreidt
  5. rol nu je duim en vingers tegelijkertijd naar voren, waarbij je een soort schaarbeweging maakt. Let op dat je niet gaat trekken aan de tepel.
  6. de melkkanaaltjes achter de tepel worden leeg gedrukt. De plaats van je vingers op de borst verandert niet tijdens deze handeling.
  7. herhaal deze bewegingen op een ritmische manier en rondom het tepelhof, zodat je borst op alle plekken geleegd wordt
  8. wanneer de melkstroom vermindert, wissel je van borst
83
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm de keuze tussen een handkolf en een elektrische kolf.

A

Handkolf
* handig om mee te nemen
* minder handig als er vaak wordt gekolfd
* stimuleert de melkproductie minder
* handig bij veel melkverlies tijdens de borstvoeding
* handig voor voorkolven, borst soepeler maken bij stuwing

Elektrisch kolven
* bij stijging melkproductie

84
Q

4.4 Kolven

Geef twee merken van handkolven.

A
  • Haakaa
  • Lansinoh
85
Q

4.4 Kolven

Geef 2 merken van elektrische kolven.

A
  • Medela
  • Avent
86
Q

4.4 Kolven

Waarom is een dubbelzijdige kolf aangeraden bij een suboptimale melkproductie?

A
  • betere toeschietreflex: meer melk
  • beter geleegde borsten: hoger vetgehalte
  • hogere melkproductie: hoe meer melk er wordt afgekolfd, hoe meer melk er wordt geproduceerd
87
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm de grootte van het borstschild van de kolf.

A
  • de tepel mag niet oncomfortabel langs de zijkanten van de kolftunnel schuren
  • het kolven mag niet slecht op pijnlijk verlopen

–> indien wel, grotere maat proberen

  • tepel moet vrij kunnen bewegen
  • tepelhof mag niet teveel in schacht komen

Medela flex schildjes zijn compatibel met Lansinoh kolf

88
Q

4.4 Kolven

Op welke manieren kun je een toeschietreflex opwekken?

A
  • gevoelens: ontspan en denk aan je baby
  • zicht: kijk naar je baby (evt foto)
  • geluid: luister naar geluiden van je baby, bel een geliefde om je af te leiden
  • geur: ruik aan een kledingstuk of dekentje van je baby
  • aanraking: een warm kompres of een zachte massage van je borsten
  • smaak: kleine slokjes van een warm drankje om je te ontspannen

hoe meer toeschietreflexen, hoe meer je kunt kolven

89
Q

4.4 Kolven

Geef enkele tips om een afkolfbeurt gemakkelijker te laten verlopen.

A
  • oefening
  • ’s ochtends lukt best, 30 min na een voeding
  • vooraf warmte op de borst / borst masseren
  • zorg voor een rustige omgeving en privacy
  • zorg voor afleiding
  • neem de tijd: stress vermijden - diep zuchten, diep ademhalen
90
Q

4.4 Kolven

Hoe masseer je je borst best?

A
  1. duwende bewegingen van je borst naar je tepel
  2. cirkelvormige bewegingen
  3. snelle bewegingen over de tepel om de toeschietreflex op te wekken
91
Q

4.4 Kolven

Is kolven om na te gaan of er voldoende melk in de borst is een optie?

A

neen!

een kolf kan de borst minder goed legen dan een baby die efficiënt drinkt

het checken bezorgt op zich al stress, waardoor de melk vaak minder goed komt

92
Q

4.4 Kolven

Waarom is de baby een beter ‘kolftoestel’ dan een elektrische kolf of het manueel kolven?

A
  • baby aan de borst: masseren én zuigen
  • manueel kolven: masseren
  • elektrisch kolven: zuigen

4.4 Kolven

93
Q

4.4 Kolven

Hoe lang moet je elektrisch kolven?

A

afhankelijk van
* toeschietreflex
* hoeveelheid melk in de borst

–> minutenschema werkt niet
–> stoppen als de melk niet meer stroomt

94
Q

4.4 Kolven

Bespreek hands-on kolven.

A

= kolven + borstcompressies
* als de toeschietreflex niet meer krachtig is
* als de melkstroom minder sterk is

–> maakt de borsten nog leger: productie stijgt

95
Q

4.4 Kolven

Bespreek de techniek van de borstcompressie.

A
  • constante druk (niet kneden, masseren of strijken)
  • grote drukoppervlakken (geen vingertoppen in de borst drukken, niet afknellen)
  • de borst niet verplaatsen
96
Q

4.4 Kolven

Bespreek de techniek van de borstcompressie bij enkelzijdig kolven.

A
  • met 1 hand het schild vasthouden
  • met de andere hand de compressie
  • wissel van kant zodra de melkstroom stopt
  • eventueel een 3e of 4e borst kolven

–> wisselen van kant zorgt voor meerdere toeschietreflexen, wat zorgt voor meer melk

97
Q

4.4 Kolven

Bespreek de techniek van de borstcompressie bij dubbelzijdig kolven.

A
  • borstschilden tussen de vingertoppen
  • de rest van de hand gebruiken voor compressie
  • als de melkstroom stopt in 1 van de borsten: enkelzijdig verderkolven met compressie
  • als de melkstroom ook aan de 2e borst stopt: enkelzijdig verderkolven met de 1e borst met compressie
98
Q

4.4 Kolven

Hoeveel melk kan je gemiddeld kolven?

A

als je tussen voedingen kolft en exclusief borstvoeding geeft: ongeveer een halve voeding per keer

als je op voedingstijd kolft voor een gemiste voeding: een volledige voeding

99
Q

4.4 Kolven

Hoe vaak moet je kolven?

A

idealiter: het aantal keer dat de baby niet rechtstreeks aan de borst kan drinken
* 2 kolfpauzes
* middagpauze
* evt. ‘s ochtends na eerste voeding + net voor het slapen gaan (indien haalbaar)

100
Q

4.4 Kolven

Hoeveel melk laat je achter voor de baby wanneer je weggaat?

A
  • 120 - 150 ml melk/kg/24u
  • tot 900 - 1030 ml/dag
  • delen door aantal voedingen

vb. baby van 5,400kg = 900 ml melk/24u,
8 voedingen/dag = 120 ml/voeding

101
Q

4.4 Kolven

Bespreek de hygiënische richtlijnen bij het kolven.

A
  1. handen wassen
  2. bij eerste gebruik: steriliseren, daarna niet meer nodig
  3. kolfmateriaal meteen uitspoelen na gebruik
  4. afwassen met heet water en afwasmiddel
    OF in de vaatwasser op minstens 60°C
  5. laten drogen op een propere handdoek aan de lucht
102
Q

4.4 Kolven

Is het bewaren/invriezen van moedermelk aan te raden?

A

ja
–> de kwaliteit van moedermelk neemt af, maar bezit nog steeds meer antistoffen dan kunstvoeding; het biedt dus nog steeds bescherming

103
Q

4.4 Kolven

Bespreek de bewaartijden van verse moedermelk.

A
  • opgewarmd: 1u
  • kamertemperatuur (max. 25°C): <6u
  • koeltas met koelelement (max. 15°C): 24u
  • koelkast achteraan (max. 4°C): 3 dagen
  • diepvriesvak koelkast: 2 weken
  • diepvries (-18°C): 6 maanden
104
Q

4.4 Kolven

Bespreek de bewaartijden van ontdooide moedermelk.

A
  • opgewarmd: 1u
  • kamertemperatuur (max. 25°C): 1u
  • koelkast achteraan (max. 4°C): 24u
105
Q

4.4 Kolven

Geef de aandachtspunten bij het bewaren van moedermelk in de koelkast.

A
  • achteraan in de koelkast (max. 4°C)
  • kleine hoeveelheden melk eerst laten afkoelen in de koelkast vooraleer ze samen te voegen
  • max. 3 dagen
106
Q

4.4 Kolven

Hoe kan je moedermelk bewaren in de diepvries?

A
  • binnen de 24u na het kolven
  • kleine porties (60-120 ml) (minder restjes weggooien)
  • bewaarzakjes liggend invriezen (ontdooit sneller)
  • max. 6 maanden
107
Q

4.4 Kolven

Hoe kan je bevroren moedermelk het best ontdooien?

A
  • langzaam: achterin de koelkast
  • snel: onder stromend warm water
108
Q

4.4 Kolven

Mag je ontdooide moedermelk opnieuw invriezen?

A

neen
–> binnen de 24u gebruiken

109
Q

4.4 Kolven

Is opwarmen in de microgolfoven aan te raden?

A

neen
* verwarmt niet op alle plekken gelijkmatig (moeilijk de juiste temperatuur in te schatten)
* de antistoffen in de moedermelk worden vernietigd

110
Q

4.4 Kolven

Hoe warm je bewaarde moedermelk het best op?

A
  • kamertemperatuur: hoeft niet noodzakelijk opgewarmd te worden (evt. onder stromend water)
  • koelkast: flessenwarmer, au bain marie, stromend water
  • diepvries: stromend water, au bain marie (met potje draaien om vetlaagje te vermengen met de dunne melk)

tot max. 37°C !

111
Q

4.4 Kolven

Hoe transporteer je moedermelk?

A

in een koeltas met bevroren koelelement
(0-15°C maximum 24u)

112
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm het geven van afgekolfde moedermelk.

A
  • lepeltje, cupje, spuitje of borstvoedingshulpset
  • flesje: horizontaal, speen met trage melkstroom, pauzeer regelmatig
    –> voorkomen dat je kind een voorkeur krijgt voor het drinken van de fles door de snellere melkstroom
113
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm een gezonde leefstijl bij borstvoeding.
VOEDING

A
  • alles mag, maar met mate
  • eet als je honger hebt: je hebt geen extra calorieën nodig
  • voedingsmiddelen hoeven niet vermeden te worden, enkel bij vermoeden van een reactie bij de baby
  • drink als je dorst hebt: je hoeft niet meer te drinken
  • cafeïne met mate: 1-2 koppen koffie per dag
  • alcohol: liefst vermijden, zeker tijdens de eerste 3 maanden, anders met mate en liefst direct na een voeding
  • sigaretten: hoe minder, hoe beter
114
Q

4.4 Kolven

Geef advies ivm een gezonde leefstijl bij borstvoeding.
BEWEGING

A
  • beweging mag zeker
  • sporten mag na het postnataal onderzoek / postnatale kiné
115
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Wat zijn de richtlijnen van de WHO ivm het stoppen van borstvoeding?

A

borstvoeding geven tot twee jaar en langer
(sommige delen van het immuunsysteem zijn nog niet volledig ontwikkeld voor 18 maanden, en andere zelfs niet tot 6 jaar)

116
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Welke redenen worden ten onrechte gezien als een reden om af te bouwen of te stoppen met borstvoeding?

A
  • borstvoedingsproblemen (wanneer ze nog geen deskundige hebben gesproken - vb. ‘verminderde melkproductie’)
  • terug gaan werken
  • ongegrond medisch advies
  • moeder of baby wordt ziek of moet naar het ziekenhuis (baby heeft juist moedermelk nodig)
  • zwangerschap
  • de baby heeft tanden
  • de baby staakt (voor de leeftijd van 1 jaar)
  • om de baby beter te doen slapen
  • om onafhankelijkheid aan te moedigen
  • om jouw leven gemakkelijker te maken
117
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Wat kunnen redenen zijn om borstvoeding af te bouwen of te stoppen met borstvoeding?

A
  • je bent er klaar voor
  • je kind is er klaar voor (kan vanaf 12 maanden)
  • bevestigde medische reden (na 2de opinie - vb. chemotherapie, radioactieve therapie)

Extra aandacht bij
* je voelt je overweldigd door de borstvoeding (bespreken met een deskundige)
* sociale druk of druk van de familie (elders steun zoeken)

118
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Waarom is het het best om geleidelijk af te bouwen en niet abrupt?

A
  • geen last van pijn of ongemak
  • vermijdt gezondheidsrisico’s zoals een pijnlijke complicatie
  • je bent zeker dat je baby de (kunst)voeding goed verdraagt
  • maakt de emotionele aanpassing makkelijker (huid-op-huid contact)
119
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Hoe kan je borstvoeding geleidelijk afbouwen?

A

productie geleidelijk doen dalen
* geleidelijk de hoeveelheid melk verminderen die per keer uit de borsten wordt gehaald
* geleidelijk het aantal keer per dag verminderen dat de borsten geleegd worden

120
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Geef advies over het stoppen van borstvoeding bij een kind jonger dan 1 jaar.

A
  • maak een lijst van de gewoonlijke borstvoedingsmomenten
  • vervang 1 van de dagelijkse voedingen door kunstvoeding (fles / beker)
  • geef je lichaam 2-3 dagen de tijd om zich aan te passen zodat de melkproductie geleidelijk daalt
  • kolf een beetje af, of laat je baby kort drinken als je borsten vol aanvoelen

–> afbouwen duurt 2-3 weken

121
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Welke borstvoedingsmomenten laat je eerst wegvallen?

A

’s avonds
–> de productie is op z’n laagst
–> minst stuwing bij weglaten van voeding

122
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Welke borstvoedingsmomenten hou je het langst over en waarom?

A
  • ’s ochtends: de productie is op zn hoogst + lange tijd tussen borstvoedingsmomenten
  • 2 voedingen die op elkaar volgen: stuwing / mastitis
123
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Betekent geleidelijk afbouwen hoe dan ook stoppen met borstvoeding?

A

Neen
–> je kan enkele borstvoedingsmomenten voortzetten zolang je wil
–> je borsten blijven voldoende melk produceren zolang je baby blijft drinken

vb. enkele slokjes ‘s morgens en ‘s avonds aangevuld met kunstvoeding

een beetje borstvoeding is altijd beter dan geen
–> in volume gaat de baby minder moedermelk drinken, maar de antistoffen zijn zeer geconcentreerd!

124
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Geef advies ivm starten met vaste voeding.

A
  • vanaf 6 maanden (vanaf dan spijsverteringsstelsel beter ontwikkeld)
  • 1 voedingsmiddel per keer (pas nieuw voedingsmiddel introduceren na een week)
  • starten met kleine hoeveelheden, neemt toe tijdens de week
  • > 6maanden: pureren niet nodig (Rapley methode)
  • starten met groenten
125
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Wat zijn de risico’s van abrupt stoppen met borstvoeding voor de moeder?

A
  • pijn
  • borstontsteking (mastitis)
  • borstabces
  • emotionele pijn
126
Q

4.5 Afbouwen (H7)

Wat zijn de risico’s van abrupt stoppen van de borstvoeding bij de baby?

A
  • reactie op alternatieve voeding
  • emotionele pijn
127
Q

4.6 Terug aan het werk

Bespreek borstvoedingspauzes

A

Werkrooster
* minstens 4u/dag: 1 pauze van 30 minuten
* minstens 7,5u/dag: 2 pauzes van 30 minuten

Werkgever
zorgt voor een geschikte plaats

Aanvraag
* minimaal 2 maanden op voorhand
* met attest van K&G, arts of vroedvrouw

Vergoeding
* van de mutualiteit
* 82% van het brutoloon

128
Q
A
129
Q

4.6 Terug aan het werk

Welke soorten borstvoedingsverlof bestaan er?

A
  • preventief / profylactisch
  • individueel toegestaan
130
Q

4.6 Terug aan het werk

Bespreek preventief of profylactisch borstvoedingsverlof.

A
  • voor moeders die blootgesteld worden aan een beroepsrisico (gevaar voor moeder of kind tijdens de borstvoeding)
  • werkgever kan niet voorzien in ander veilig werk
  • duur wordt bepaald door de arbeidsgeneesheer
  • mutualiteit betaald 60% van het begrensd brutoloon
131
Q

4.6 Terug aan het werk

Bespreek het individueel toegestaan borstvoedingsverlof.

A
  • gunst of recht op basis van een CAO
  • duur: individueel besproken of vastgelegd in de CAO
  • onbetaald