2 - De kraamvrouw Flashcards
2.1 Fysisch welzijn
Wat staat centraal in het late postpartum?
Het herstel van het lichaam naar niet-zwangere status.
2.1 Fysisch welzijn
Wat wordt bedoelt met ‘realistische verwachtingen’?
- 9 maanden zwanger betekent vaak 9 maanden ontzwangeren
- evolutie kan individueel sterk verschillen afhankelijk van de uitgangspositie (pariteit, uitzetting baarmoeder, wijze van bevalling, …)
2.1 Fysisch welzijn
Welke zaken dienen er elk contact te worden nagegaan?
- baarmoederinvolutie
- bloedverlies
- herstel vagina en bekkenbodem
- uitscheiding
- pijn / ongemakken
- …
2.1 Fysisch welzijn
Geef de evolutie van de baarmoederinvolutie.
- na 10 dagen: uterus opnieuw volledig in het bekken
- na 6 à 8 weken: uterus volledig geïnvolueerd (vuistgrootte, 100 à 150g)
2.1 Fysisch welzijn
Wat is lochia?
Wondvocht uit de baarmoeder van de kraamvrouw.
2.1 Fysisch welzijn
Tot wanneer kan de kraamvrouw nog lochia verliezen?
Tot 6 weken na de bevalling.
2.1 Fysisch welzijn
Geef de evolutie van het herstel van de vagina en het perineum.
- eerste week na partus: uitgerokken, gekneusd en gevoelig
- na enkele weken: volledig herstel
2.1 Fysisch welzijn
Hoe komt het dat de vagina en het perineum vlot herstellen?
Door een goede doorbloeding.
2.1 Fysisch welzijn
Welke zaken hebben meer tijd nodig om terug de normale toestand te bereiken?
- bekkenbodem
- buikwand
- lichaamsgewicht
2.1 Fysisch welzijn
Welke veranderingen treden op tijdens het late postpartum ivm huid en haar?
- puistjes
- droge en gevoelige huid
- huidverkleuringen
- veel transpireren
- haaruitval
2.1 Fysisch welzijn
Hoe komt het dat de huid en het haar zo veranderen tijdens het late postpartum?
Veranderende hormonenspiegel
2.1 Fysisch welzijn
Welk advies geef je de kraamvrouw ivm de huid?
Goed beschermen tegen invloeden (zoals de zon).
2.1 Fysisch welzijn
Leg uit: de kraamvrouw gaat in grote mate transpireren
- het lichaam ontdoet zich van het vocht dat tijdens de zwangerschap verzameld werd
- de transpiratie kan zo’n 6 weken aanhouden
- de transpiratie is nog meer uitgesproken wanneer de kraamvrouw borstvoeding geeft
2.1 Fysisch welzijn
Welk advies geef je de kraamvrouw ivm transpiratie?
Veel water drinken (kan enige soelaas bieden).
2.1 Fysisch welzijn
Hoe komt het dat de kraamvrouw haar verliest?
Tijdens de zwangerschap belemmeren hormonen de normale haargroei en haaruitval.
–> de drastische hormonendaling na de bevalling zorgt voor een massale haaruitval.
2.1 Fysisch welzijn
Hoelang duurt het vooraleer het haar opnieuw zijn normaal patroon van groei en uitval zal volgen?
Een 6-tal maanden.
2.1 Fysisch welzijn
Welk advies geef je de kraamvrouw ivm haaruitval?
- goede haarverzorging
- vermijden van beschadiging (krul-/stijltang, chemische producten, kleuringen,…)
2.2 Psychisch welzijn
Leg uit: de perinatale periode is een periode van verhoogde kwetsbaarheid.
1 op 5 vrouwen ontwikkelt emotionele klachten
Belangrijk om elk postnataal contact het emotioneel welzijn na te gaan van de mama.
2.2 Psychisch welzijn
Leg uit: babyblues
- een emotionele labiliteit bij de kraamvrouw
- normaal verschijnsel
- verdwijnt spontaan binnen een 10-tal dagen
2.2 Psychisch welzijn
Wanneer dient de vroedvrouw door te verwijzen naar bevoegde hulpverleners?
- wanneer de symptomen niet verdwijnen of lijken te verminderen
- symptomen van angst, depressie en spanning overweldigen de kraamvrouw
- de dagdagelijkse activiteit wordt belemmerd
Men dient bedacht te zijn op mogelijke postpartumdepressie, angststoornis, psychose,…
2.2 Psychisch welzijn
Welk advies geef je mama’s om hun psychologisch welzijn te stimuleren?
- op tijd wat rusten
- openstaan voor hulp van anderen
- durven spreken over hun gevoelens
Stimuleren dat mama’s voor zichzelf zorgen.
2.2 Psychisch welzijn
Leg uit: een goed mentaal welzijn bevordert de moeder-kind binding
- band tussen moeder en kind heeft een belangrijke invloed op de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind
- eerste 1000 dagen zijn bepalend voor het verdere leven
- bij mama’s met een hoog en langdurig stressniveau heeft het kinderbrein vaak een andere ontwikkeling met mogelijkse gevolgen op korte en lange termijn (prikkelbare baby’s, ADHD, leerproblemen, depressie,…)
2.3 Moederschap
Door het verantwoordelijkheidsgevoel kunnen moeders het gevoel hebben hun identiteit te verliezen en moeten ze op zoek naar hun nieuwe ik. Welk advies geef je de moeders hieromtrent?
- realistische informatie geven over mogelijke gevoelens na de geboorte
- actief luisteren naar hun verhaal
- begeleiden in hun nieuwe rol
- ervoor zorgen dat de mama’s voldoende tijd vrijmaken voor zichzelf, ontspannen en rusten
Belangrijk dat de mama’s zichzelf de tijd geven om te groeien in hun rol.
2.3 Moederschap
Welke invloed kan een geboorte hebben op de partnerrelatie?
- Meer verbondenheid
- Conflicten en spanningen (door vermoeidheid en prikkelbaarheid)
2.3 Moederschap
Welk advies geef je aan ouders die spanningen ondervinden in hun relatie?
- normaal: tijd nodig om te wennen aan de nieuwe rol
- belangrijk om tijd aan elkaar te besteden
- open durven communiceren over gevoelens en gedachten
2.3 Moederschap
Welk advies verleen je ivm opvoeden?
- elk kind ontwikkelt op zijn eigen manier en tempo
- elkaar leren aanvoelen
-
noden van het kind ontdekken
–> nagaan op welke manier je daarmee wil omgaan
Als ouder geef je je kennis door, maar krijg je ook de kans om zelf te groeien.
2.3 Moederschap
In situaties zoals tienermoeders, alleenstaande moeders, ouders met een beperking,… zul je als vroedvrouw je begeleiding moeten aanpassen. Waar zet je voornamelijk op in?
Het vergroten van de algemene draagkracht door een realistisch zelfbeeld te ontwikkelen
* vergroot de ontvankelijkheid voor hulp
* optimaliseert de sociale steun
2.4 Postnataal onderzoek
Wanneer vindt het postnataal onderzoek plaats?
6 weken na de bevalling
2.4 Postnataal onderzoek
Door wie wordt het postnataal onderzoek uitgevoerd.
Bij voorkeur door de persoon die de zwangerschap, partus en kraamperiode heeft begeleid.
* gynaecoloog
* vroedvrouw
2.4 Postnataal onderzoek
Welke aspecten komen aan bod tijdens het postnataal onderzoek?
- anamnese
- onderzoek
- advies
2.4 Postnataal onderzoek
Leg uit: anamnese tijdens het postnataal onderzoek
Er wordt nagegaan hoe de periode sinds ontslag uit de kraamafdeling is verlopen
* algemeen verloop
* eventuele fysieke klachten, ongemakken
* emotioneel evenwicht
* toestand baby (voeding, verzorging, gezondheid, slaap)
* seksualiteit, menstruele cyclus, anticonceptie
* postnatale oefeningen
* beroepsactiviteiten
* …
2.4 Postnataal onderzoek
Leg uit: onderzoek tijdens het postnataal onderzoek
Gericht medisch onderzoek
* algemene gezondheidstoestand (uitzicht, oedeemvorming, onderste ledematen,…)
* parameters (bloeddruk!)
* gewicht
* urineonderzoek
* bloedonderzoek
* abdominale palpatatie: baarmoederstand
* abdominale palpatatie: buikspieren
* borstonderzoek: inspectie en palpatatie borsten en oksels
* inspectie van genitalia en perineum
* vaginaal onderzoek
2.4 Postnataal onderzoek
Leg uit: advies tijdens het postnataal onderzoek
Ruimte voor vraagstelling en gesprek
* borstvoeding
* menstruele cyclus en vruchtbaarheid
* seksualiteit en anticonceptie
* moeder-kind relatie
* zwangerschapswens
* …
Wanneer je zelf onvoldoende gerichte informatie kan geven, dien je door te verwijzen naar de juiste hulpverlener(s).
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Waarover moet je als vroedvrouw advies verlenen ivm seksualiteit en anticonceptie?
- menstruele cyclus
- familyplanning
- anticonceptie
- seksualiteitsbeleving
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Seksualiteit is vaak nog een taboe. Waar moet de vroedvrouw mee rekening houden?
- vertrekken vanuit een vertrouwensband
- privacy waarborgen
- bewust zijn van eigen normen en waarden: waken over het ‘als abnormaal interpreteren’ van iemand anders seksualiteit
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Hoe lang moet men wachten met geslachtsgemeenschap na de geboorte?
Geen eenduidig antwoord
* theoretisch: baarmoedermond is na 17 dagen opnieuw gesloten - 2-3 weken wachten zodat micro-organismen niet meer naar binnen kunnen
* in de praktijk: gynaecologen raden 6 weken onthouding aan - infectiegevaar / gepland postnataal onderzoek
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Welk advies verleen je ouders ivm onthouding?
- het is niet omdat geslachtsgemeenschap na 3-4 weken kan, dat dit hoeft of moet
- moment waarop beide partners dit opnieuw wenselijk vinden en klaar voor zijn
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Welke factoren kunnen de zin in seks verminderen?
- lichamelijke klachten
- vermoeidheid
- nieuwe emoties
- angst voor pijn
- effectieve pijn (episiotomie, ruptuur)
- vaginale droogte (borstvoeding, glijmiddel)
- …
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Welk advies verleen je ouders ivm verminderde zin in seks?
- naarmate de klachten verdwijnen komt de zin in seks meestal vanzelf terug
- realistische verwachtingen stellen
- open communicatie: bespreken verminderde zin en/of pijn
2.5 Seksualiteit en anticonceptie
Wanneer wordt de informatie over seksualiteit bij voorkeur gegeven?
- aan het einde van het ziekenhuisverblijf
OF - aan het einde van het vroege postpartum
–> samen met de voorlichting over anticonceptie