5. Faire diagnostiek Flashcards

1
Q

cross-culturele diagnostiek (3)

A

aandacht voor situationele en dynamische aard van culturele identiteit van de personen

culturele achtergrond van persoon als heuristisch kader

cultuursensitieve benadering, kennis van eigen cultuur en openstelling voor de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

regulatieve cyclus (3)

A

gericht op nemen van beslissingen

niet generaliserend maar specifiek voor één situatie

continu proces en niet beperkt tot de vaststelling op het moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

foutenbronnen cross-culturele psychodiagnostiek (2)

A

vertekening:

  • iedere systematische invloed op testscores die niet zelf het onderwerp van de test is
  • alle storende factoren die van invloed kunnen ijn op testscores en een vertekend beeld kunnen geven
  • contructbias, methodebias, itembias

equivalentie:

  • mate van vergelijkbaarheid van testscores, onafhankelijk van verschillende culturele doelgroepen
  • veel psychodiagnostische instrumenten zijn een indicator van de aanpassing van de cliënt aan de westerse samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten bias (3)

A

constructbias:
- construct dat gemeten wordt kan vertekening tonen omdat de manifestaties van een psychische stoornis sterk over culturen kan verschillen

methodebias:

  • alle bronnen van vertekening die een gevolg zijn van methodische aspecten van een instrument
  • te maken met gebruikte procedure
  • bronnen: specifieke eigenschappen van de culturele achtergrond van de persoon
  • persoonlijke eigenschappen van de persoon die de test afneemt
  • testsituatie zelf

itembias:
- betrekking op items van een instrument: vreemde of onverwachte antwoorden kunnen wijzen op misinterpretaties of ongeschiktheid van het item voor een cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

soorten equivalentie (2)

A

kwalitatieve equivalentie:
- verwijst naar vraag of instrument dat bij bepaalde cliënt afgenomen worde dat wel meet wat de test veronderstelt te meten

kwantitatieve equivalentie:

  • vergelijkbaarheid van scores op een instrument
  • kwantitatieve equivalentie tussen groepen: scores binnen en tussen groepen kunnen vergeleken worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fairness

A

onpartijdige toepassing van een test, of wanneer voor elke kandidaat, ongeacht de culturele achtergrond, met een bepaalde testscore ook de verwachte criteriumscore hetzelfde is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tips voor faire diagnostiek

A

bouw een vertrouwensrelatie op

verzamel voldoende relevante informatie

bouw een positief kader op waarin de deelnemers elkaar als partners zien

behandel de ander zoals je zelf behandeld wil worden (eigenwaarde en vooroordelen expliciteren)

kijk breed (triangulatie)

controleer storende factoren (bias) zowel van de test als van de psychodiagnosticus

houd rekening met mogelijke bias bij de interpretatie van resultaten

stem de indicering af (koppel oorzaak aan remedie)

zorg voor een goede communicatie (eerlijkheid, transparantie en respect bij het geven van advies en het opmaken van het verslag)

bevorder afgestemde interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aandachtspunten psychodiagnostisch onderzoek bij kinderen

A

beheersing van het Nederlands door het kind

mate van acculturatie

bekendheid van testgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

meertaligheid als voorbeeld (4)

A

actieve of passieve beheersing van de taal

vroege en late successieve meertaligheid

unimodale en bimodale meertaligheid

simultane of successieve meertaligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly