4. Cultuursensitief handelen Flashcards
evolutie naar superdiverse samenleving (2)
cultuurspecifieke benadering moeilijker
onmogelijk om als hulpverlener alle aspecten van culturele achtergronden te kennen
evolutie naar cultuursensitief handelen/cultuursensitieve zorg (2)
je bewust zijn van de mogelijke invloed van verschillende cultuurachtergronden bij de cliënten en jezelf
culturele factoren in acht nemen, wederzijds begrip en gelijkwaardige zorg
culturaliserende benadering, culturalisme: definitie, vooroordelen
mensen zien en aanspreken als vertegenwoordiger van hun nationale of etnische cultuur, of religie en het verklaren van hun denken en doen vanuit deze cultuur of religie
gaat vaak gepaard met vooroordelen:
- een mening hebben die niet gebaseerd is op feiten
- ‘single sotries’
- vaak over iemand of een groep mensen
- meestal veralgemeningen
- begrijpelijk, ‘des mensen’
vooroordelen komen tot stand door:
- sociale media
- autoriteit
- negatieve ervaringen
- de werking van de hersenen: onbewuste, impliciete stereotypen, maar cultureel bepaald
functie vooroordelen:
- indeling, ordening van de wereld
- situaties kunnen inschatten
gevolgen vooroordelen:
- spanningen tussen groepen, polarisatie
- onterechte behandeling van individuen uit bepaalde groep, discriminatie
culturalisme: functie
kan helpen om communicatie en gedrag te herkennen en begrijpen
kan bewustwording van de eigen en andere referentiekaders stimuleren:
- tegengaan etnocentrisme
kan helpen om de persoon tegemoet te komen
culturalisme: valkuilen en risico’s (7)
reductie van een persoon tot zijn identiteit
generalisatie en stereotypering
culturele exotisering van het gedrag van een persoon:
- ‘buitengewoon anders maken’
- gewone gedragingen en emoties als verklaring worden buiten beschouwing gelaten
- interculturele experten kunnen deze valkuilen versterken
wij-zij-denken:
- focus op anders zijn, verschil
- verwaarlozing diversiteit
oneigenlijke legitimatie van handelen:
- cultuur is onveranderlijk: ander is niet bereid om te veranderen
- bepaalde cultuurkenmerken aanwenden om eigen gedrag goed te praten
cultuur is allesbepalend: de mens is slechts product van zijn cultuur
haalt mensen uit balans en uit hun kracht:
- grootste risico
- handelingsverlegenheid bij professionals
cultureel sensitief handelen op structureel niveau
aandacht voor structurele ongelijkheden door maatschappelijke betekenisverlengin, sociale gradiënt, gezondheidsongelijkheid
hoe:
- werken aan kruispuntpraktijken
- werken vanuit ‘proportioneel universalisme’: dienst of hulpverlening die wordt uitgebouwd voor iedereen, maar die varieert in schaal en intensiteit voor bepaalde doelgroepen
8 B’s van toegankelijk aanbod (4)
betaalbaar bruikbaar begrijpbaar betrouwbaar begripvol bereikbaar beschikbaar bekend
toetssteen in alle fases en niveaus
perspectief van doelgroep
participatief nagaan
culturele competenties (3)
attitudes
kennis
vaardigheden
culturele competenties: attitudes (3)
cultuurbewustzijn of ‘cultural awareness’:
- iedereen is het resultaat van een cultureel bepaalde opvoeding en omgeving
- je neemt als hulpverlener eigen aangeleerde waarden en normen mee in contacten met cliënten, wees je hiervan bewust
reflexiviteit:
- besef dat verschillende mogelijke oplossingen voor een probleem waardevol zijn
basishoudingen: open houding en respectvolle nieuwsgierigheid:
- gericht op dialoog en participatie
- waarom doet de ander wat hij doet?
- oordelen achterwege laten
- wat is cultureel/contextueel/maatschappelijk/ sociaal/individueel bepaald?
- blijf aanwezig
culturele competenties: kennis (3)
over het handelen in het algemeen
over cultuursensitief handelen:
- minder belangrijk: zeer specifieke kennis over bepaalde cultuur
over de context van je cliënt
culturele competenties: vaardigheden (2)
zet vol in op communicatie en dialoog:
- traceer patiënten- of cliëntenspoor
- toon interesse in culturele achtergrond en context
- patient centerdness: exploreer cliënt en zijn context
- reflecteer regelmatig
versterk participatie: neem gedeelde beslissingen:
- stel gezamenlijke, haalbare doelen
- betrek cliënt actief bij uitwerken van behandelplan
TOPOI-model (5)
systeemtheoretisch model over diversiteits-bewuste communicatie
reflectie- en interventiekader
uitgangspunt: gedrag, communicatie van personen kan slechts begrepen worden in de context van alle sociale systemen of collectieven waarin een individu verkeerd
ieder individu behoort tot verschillende collectieven –> communicatie is intercultureel gebeuren
–> deculturaliseren van interculturele ontmoetingen
TOPOI-model: 5 gebieden
taal:
- mensen communiceren zowel digitaal als analoog
- kan leiden tot misverstanden, onzekerheid, verkeerd overkomen, onduidelijkheid
ordening:
- karakter van betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de loop der gebeurtenissen
- culturen hebben verschillende zienswijzen en logica
- cultuurverschil is geen strijd om waarheid, wel een verschil in interpunctie
personen:
- elke communicatie bezit een inhouds- en een betrekkingsaspect en verloopt ofwel symmetrisch ofwel complementair
organisatie:
- organisatorische en institutionele aspecten beïnvloeden de communicatie
inzet:
- men kan niet niet communiceren
ont-moeten: er-zijn-voor-de-ander
modellen zijn handig maar mogen nooit tussen de hulpverlener en cliënt komen te staan
aandachtige, erkennende zorgzaamheid is nog altijd de succesfactor in de begeleiding van cliënten:
- ont-moeten: ontdoen van het moeten en methodieken, theorieën en eigen agenda durven loslaten
- alleen wanneer we de ander onbevangen en ontvankelijk tegemoet kunnen treden, kan je er-zijn-voor-de-ander