418-428 Flashcards
1
Q
Relinquere
A
Relinquo
Achterlaten; verlaten
2
Q
Vertere
A
Verto
Omkeren; veranderen in
3
Q
Vincere
A
Vinco
Overwinnen; overtreffen
4
Q
Visere
A
Viso
Bezoeken
5
Q
Recipere
A
Recipio
Ontvangen
6
Q
Hic
A
(Bijwoord)
Hier
7
Q
Ira
A
Irae
De woede
8
Q
Poena
A
Poenae
De boete; de straf
9
Q
Studium
A
Studii
De studie; de sympathie; de ijver
10
Q
Fames
A
Fam-is, v.
De honger
11
Q
Fraus
A
Fraud-is, v.
Het bedrog