4.1, 4.3, 4.4, 4.5 Flashcards
Atheïst
Iemand die niet in een god gelooft
Driemachtenleer(trias politica)
Theorie over de drie onderdelen van de macht van een overheid: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke
Indirecte belasting
Belasting die wordt betaald door aankoop van producten
Rationeel
Met het verstand (de rede)
Mensenrechten
Rechten van alle mensen
Rechtsstaat
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Standenmaatschapij
Maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten
Tijd van pruiken en revoluties
Zevende tijdvak (1700-1800)
Verlichting
Beweging van mensen die het gebruik van het verstand willen bevorderen
Westers
West-Europees en Noord-Amerikaans
Burgerlijk recht
Wetten over de verhouding tussen overheid en burgers en tussen burgers onderling
Coalitie
Verbond, samenwerking van landen of partijen
Constitutionele monarchie
Koninkrijk waarin de koning zich moet houden aan de grondwet
Dienstplicht
Als burgers de staat moeten dienen
Gematigd
Voor beperkte veranderingen
Radicaal
Voor grondige veranderingen
Referendum
Volksstemming
Scheiding van kerk en staat
Als godsdienst organisaties en overheid zich niet met elkaar bemoeien
Staatsgreep
Plotselinge en gewelddadige overname van de staatsmacht
Tsaar
Keizer van Rusland
Algemeen kiesrecht
Als iedereen mag stemmen
Eenheidsstaat
Staat waarin gemeente- en provinciele besturen het landsbestuur moeten gehoorzamen
Franse tijd
De jaren 1795-1813 toen Nederland onder sterkte Franse invloed
Inlijven
Opnemen in de eigen staat
Metriek stelsel
Systeem met tiendelige getallen
Openbare school
Door de overheid gestichte school
Patriot
In de 18e eeuw voorstander van democratie in Nederland
Rijksoverheid(het rijk)
Landsbestuur
Vazalstaat
Onderworpen staat
Vrijkorps
Groep gewapende burgers
Abolitionisme
Beweging voor de afschaffing van slavernij
Racisme
Idee dat er mensenrassen zijn waarvan het ene beter is dan de andere
Superioriteit(meerwaardigheid)
Het idee dat je beter bent dan iemand anders