4 Flashcards
1
Q
die aufklarung
A
de verlichting
de voorlichting
2
Q
der bund
A
de duitse staat
3
Q
das land
A
de deelstaat
4
Q
bis auf
A
met uitzondering van
5
Q
ohne weiteres
A
zomaar
6
Q
sich durchsetzen
A
succes hebben
7
Q
ausgefallen
A
ongewoon
8
Q
bescheid wissen
bescheid sagen
A
op de hoogte zijn
iemand informeren
9
Q
dauerhaft
A
duurzaam
10
Q
eindgenossisch
A
zwitserd
11
Q
das vorjarh
A
het vorige jaar
12
Q
samtliche
A
alle
verzamelen
13
Q
beleben
A
nieuw leven inblazen
14
Q
das muster
A
het patroon
voorbeeldig
15
Q
das bundes-verfassungsgericht
A
de rechtbank die in duitsland nieuwe wetten aan de grondwet toetst