3 Flashcards
1
Q
herkommlich
A
traditioneel
2
Q
die verzogerung
A
de vertraging
3
Q
haften fur
A
aansprakkelijk voor
4
Q
ahnen
A
vermoeden
5
Q
jeweilig
A
van een bepaald ogenblik
6
Q
die verschwendung
A
de verspilling
7
Q
der wehrdienst
A
de diensplicht in het legeg
8
Q
der zivildienst
A
de vervangende dienstplicht
9
Q
die neuen lander
A
de voormalige DDR
10
Q
gestehen
A
toegeven
11
Q
leidenschaftlich
A
hartstochtelijk
12
Q
anstandig
A
fatsoenlijk
13
Q
grunden
A
oprichten
14
Q
auf der streck bleiben
A
blijven liggen
15
Q
die schnicht
A
de laag
de ploegendienst