3.4 Atoombouw Flashcards
Waarmee zijn wetenschappers al lang geleden mee begonnen?
Om modellen voor moleculen en atomen te ontwikkelen waarmee ze eigenschappen van stoffen konden verklaren.
Wat was een van de eerste atoommodellen?
Het ATOOMMODEL bedacht door John Dalton. In zijn model stelt een atoomeen massief balletje voor, vergelijkbaar met een heel erg kleine knikker.
Wat heeft iedere atoom volgens John Dalton?
Een verschillende diameter en elk atoom was daardoor uniek voor een bepaalde atoomsoort. Het atoommodel van DALTON kent niet alleen andere diameters, maar ook verschillende symbolen voor de door hem beschreven atoomsoorten.
Je kan met het atoommodel van Dalton bepaalde eigenschappen van stoffen te verklaren, maar ook een aantal niet, wat ontdekte Thompson?
Dat je uit metalen kleine deeltjes kunt wegschieten, die hij ELEKTRONEN noemde.
Wat is de elektrische lading van een elektron?
1 -. Atomen zijn echter elektrisch neutraal, dus moeten er in het atoom ook positieve deeltjes zitten. dat zijn de PROTONEN, die een lading van 1+ hebben. De lading van een proton is even groot als de lading van een elektron, maar met een tegengesteld teken.
Wat leidde RUTHERFORD uit experimenten?
Dat alle positieve lading zich in een heel klein gedeelde midden in het atoom bevindt. Hij noemde dat deel het ATOOMKERN en daar bevinden zich alle protonen.
Waar bevinden de elektronen zich?
In een wolk rondom de atoomkern.
Wat werden er later (zo’n 30 jaar) ontdekt door een collega-onderzoeker van Rutherford?
Dat er in de atoomkern nog andere deeltjes voorkomen. Deze deeltjes zijn de NEUTRONEN en zij hebben geen landing.
Wat zijn de bouwstenen van een atoom?
- Protonen, weergegeven met een p
- Elektronen, weergegeven met een e-
- Neutronen, weergegeven met de letter n
Wat deed Niels Bohr?
Hij verfijnde het model van Rutherford, want het model verklaarde wel veel, maar niet alle resultaten van experimenten zijn ermee in verband te brengen.
Wat is er in het model van BOHR ook aanwezig?
Ook een kern met protonen en neutronen. Maar ij zijn model bewegen de elektronen in banen rond de kern. Bohr noemde deze banen SCHILLEN. Die kun je het beste vergelijken met de planeten die in banen om de zon cirkelen.
Hoeveel elektronen kunnen in zo’n schil?
Dat is per schil anders. In de eerste schil (K-schil) kunnen er twee elektronen. In de tweede (L-schil) kunnen er maximaal 8 elektronen en in de volgende schil (M-schil) kunnen er wel 18 elektronen. Een atoom kan naaste de K-, l- en M-schil nog meer schillen hebben met nog meer elektronen per schil.
Hoe heet het vernieuwde atoommodel?
Het kwantummechanische atoommodel. Elk nieuw model is steeds beter in staat eigenschappen van stoffen te verklaren en eigenschappen van nieuwe stoffen te voorspellen.
Wat is afgeleid uit de atoommodellen?
Dat alle atomen een vergelijkbare opbouw hebben, maar het aantal protonen, neutronen en elektronen is per atoom anders.
Waar kun je het aantal protonen dat in de kern van een bepaalde atoomsoort zit uit afleiden?
Uit het periodiek systeem. Atomen zijn namelijk in het periodiek systeem gerangschikt naar het aantal protonen in de kern. Het aantal protonen is daardoor gelijk aan het ATOOMNUMMER en is uniek voor een atoomsoort.