3 Organisatiestructuur Flashcards
formele structuur van de organisatie op basis waarvan de taken worden verdeeld, gegroepeerd & gecoördineerd, basis voor de organisatiehiërarchie
organisatiestructuur
grafische voorstelling van de organisatiestructuur
organogram
activiteit wordt opgesplitst in verschillende taken & elke taak wordt door iemand anders uitgevoerd
taakspecialisatie
groeperen van taken zodat ze gemakkelijker kunnen worden gecoördineerd
taakcoördinatie
ononderbroken gezagslijn die van het hoogste organisatieniveau naar de lagere niveaus loopt
hiërarchie
functie draagt direct bij tot de doelstellingen van de organisatie
lijnmanagement
functie behoort tot ondersteunende diensten
stafmanagement
algemeen aanvaard recht van een hoger geplaatste om een ondergeschikte te vertellen wat ze moeten doen
gezag
overdragen van bevoegdheden, inclusief verantwoordelijkheid
delegeren
accepteren van de verplichtingen om een toegewezen taak goed uit te voeren
verantwoordelijkheid
aantal werknemers waaraan een manager effectief & efficiënt leiding kan geven, bepaalt het aantal managementniveaus
Span of control /reikwijdte
organisatie met weinig/geen tussenliggende managementlagen
horizontale (platte) organisatiestructuur
organisatie met veel managementlagen
verticale (hoge) organisatiestructuur
macht is geconcentreerd in het (top)management
centralisatie
macht is verdeeld over de uitvoerende professionals
decentralisatie
mate waarin macht gedelegeerd wordt vanuit het (top)management naar de gespecialiseerde staforganisatie
horizontale (de)centralisatie
mate waarin de macht over verschillende hiërarchische niveaus is verdeeld
verticale (de)centralisatie
mate waarin binnen de organisatie werkzaamheden worden gestandaardiseerd & personeel door regels & procedures wordt aangestuurd
formalisatie
hoogste vennootschap in een groep van maatschappijen, produceert zelf niets, verdient geld door aandelenparticipaties, heeft een (meerderheids)aandeel in alle dochtermaatschappijen
holding
- objectief, resultaatgericht & consequent zijn
- beslissingen baseren op perfecte data om de kans op het bereiken van het doel zo groot mogelijk te maken
rationaliteit
- beslissingen baseren op emotie, beoordelingen & eerdere ervaringen
- invloed van ethiek, waarden & normen
intuïtie
rationele besluitvorming, gebaseerd op de beschikbare info & binnen de grenzen van het besluitvormingsproces
beperkte rationaliteit
verband oorzaak-gevolg is eenvoudig te beschrijven
eenvoudig probleem
methode/techniek die effectiever blijkt dan alternatieven om een terugkerend probleem op te lossen
best practice