3. Ontwerp en uitvoering van onderzoek Flashcards
De onderzoeksvraag moet geoperationaliseerd kunnen worden. Wat betekent dit?
Dit betekent dat de abstracte terminologie van de onderzoeksvraag moet worden omgezet in meetbare termen.
Wat is validiteit?
Een onderzoek meet wat het ook moet meten. Er worden geen systematische fouten gemaakt en je kunt uiteindelijk de juiste conclusies trekken, zonder proefpersonen bloot te stellen aan meer handelingen dan strikt noodzakelijk. Het is belangrijk dat deze resultaten vertaalbaar zijn naar de populatie, ook wel de generaliseerbaarheid genoemd.
Wat is betrouwbaarheid?
Je onderzoek moet vrij zijn van (toevallige) fouten.
Waar dienen in- en exclusiecriteria toe?
Ter bescherming van de rechten en het welzijn van je proefpersonen. Ook vergroten van de homogeniteit van de onderzoekspopulatie om zo de generaliseerbaarheid te bevorderen en spreiding van de resultaten te verminderen.
Wat is een IMP, IMD en IMPD?
IMP: Investigational medicinal product
IMD: Investigational medicinal device
IMPD: investigational medicinal product dossier
Wat staat er in het IMPD?
Gegevens over de kwaliteit, productie en controle van het geneesmiddel voor onderzoek.
Wat is de basis van de productgegevens die ingediend moeten worden bij een medisch-ethische toetsingscommissie?
IMPD + IB
Moet er voor elk IMP dat wordt gebruikt in het onderzoek een IMPD worden gemaakt?
Wat als een IMP een geregistreerd product betreft?
Wat als het voor een andere indicatie of toedieningsroute wordt onderzocht dan waarvoor het is geregistreerd?
Ja
Summary of Product Characteristics (SmPC)-tekst.
Aanvullende productinformatie moet worden aangeleverd.
Wat is het IMDD?
Voor onderzoek met een Investigational Medical Device (IMD) specificeert het Investigational Medical device dossier (IMDD) de inhoud van de documentatie.
Voor onderzoek met een Investigational medical device dient ook productinformatie te worden opgenomen in het onderzoeksdossier. Het kader waaronder het onderzoek valt, bepaalt welke informatie moet worden opgenomen.
Voor onderzoek vallende onder artikel 62 en 74.2 geldt dat de volgende documenten in het onderzoeksdossier moeten worden opgenomen: 3x
- Investigator’s brochure (IB): Dit document beschrijft de klinische en niet-klinische informatie over het medische hulpmiddel, relevant voor het onderzoek en bekend ten tijde van de aanvraag. In Annex XV van de MDR wordt de benodigde informatie expliciet beschreven.
- Investigational medical device dossier (IMDD): Het IMDD bevat de technische documentatie over het medisch hulpmiddel. Een model IMDD is beschikbaar op de website van de CCMO.
- Getekende verklaring: Een verklaring, ondertekend door de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de vervaardiging van het hulpmiddel voor onderzoek, waarin wordt gesteld dat het hulpmiddel, afgezien van de aspecten waarop het klinisch onderzoek betrekking heeft, aan de algemene veiligheids- en prestatie-eisen voldoet en dat voor die aspecten alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen om de gezondheid en de veiligheid van de proefpersoon te beschermen.
Er gelden andere richtlijnen voor onderzoek onder artikel 74 en 82.
Wat zijn auxiliaire geneesmiddelen?
Producten die gebruikt worden in het onderzoek, maar die niet zelf worden onderzocht. Dit kunnen geneesmiddelen zijn, maar ook andere producten zoals medische hulpmiddelen die worden gebruikt ten behoeve van het verkrijgen van gegevens (bijvoorbeeld een bloeddrukmeter). In de nieuwe Verordening Clinical Trials Regulation worden deze auxiliaire geneesmiddelen genoemd . Voorheen stonden deze bekend als non-Investigational Medicinal Products (‘nIMP’s’).
Klinisch onderzoek waarin gebruik wordt gemaakt van medische hulpmiddelen, maar die niet onderwerp zijn van de studie, valt niet onder de MDR. Een voorbeeld hiervan is het meten van (primaire) uitkomstmaten met behulp van een medisch hulpmiddel. Let op, de WMO kan nog wel van toepassing zijn.
Wat zijn AE’s, SAE’s en SUSARs?
‘ongewenste voorvallen’ (adverse events, AE’s),‘ernstige ongewenste voorvallen’ (serious adverse events, SAE’s) en ‘onverwachte ernstige bijwerkingen (suspected unexpected serious adverse reactions, SUSARs).
De balans tussen de risico’s en voordelen, de ‘risk-benefit ratio’, moet goed zijn om het onderzoek ethisch gezien te rechtvaardigen.
Belangrijke onderdelen van deze rechtvaardiging zijn: 5x
- Kennis is niet zonder proefpersonen te verwerven.
- Er zijn een heldere vraagstelling en een goede wetenschappelijke onderbouwing.
- Er zijn voldoende respondenten en niet meer dan nodig.
- Het design, de uitwerking en de analyse kunnen daadwerkelijk deze vraagstelling beantwoorden.
- De onderzoeker en het betrokken team zijn onafhankelijk en deskundig.
Daarnaast moet een goede monitoring van de voortgang van het onderzoek plaatsvinden. Het niveau van deze monitoring hangt af van….
de mate van risico van het onderzoek.
Het onderzoek moet tevens voor aanvang worden geregistreerd in een openbaar trial register. In dit register worden zaken omtrent de opzet van het onderzoek opgenomen. Waarom moe dit? 2x
Zo voorkom je onnodige herhaling van onderzoeken.
Bovendien is deze vorm van registratie een vereiste als je wilt publiceren in een (vooraanstaand) wetenschappelijk tijdschrift.
Wanneer er sprake is van een onderzoek met een geneesmiddel, een medisch hulpmiddel, een voedingsmiddel, of een ander soortige interventie (zoals een chirurgische ingreep), dan moet er uitgebreid verslag worden gedaan van de potentiële risico’s van dit product en de interventie. In het voorbeeldprotocol van de CCMO-website (pagina 26) staan enkele vragen en punten waarover je na moet denken. Welke 3?
Bij geneesmiddelen zijn dit zijn onder meer de potentiële effecten, farmacokinetische overwegingen en een antwoord op de vraag wie al eerder zijn blootgesteld aan het product.
Waar zorg je voor bij het gebruik van stratificatie factoren?
Zorg je er ook voor dat de onderzoeksgroepen vergelijkbaar zijn.
Wat is het belangrijkste gevolg van het toepassen van randomisatie?
Dat de toewijzing van proefpersonen aan onderzoeksgroepen op geen enkele wijze bepaald wordt door hun prognose.
Werkt blinderen alleen als er gerandomiseerd wordt?
Ja, bij enige vorm van systematisch toewijzen wordt blinderen lastig.
Moet er tussentijds altijd kunnen worden gedeblindeerd?
Tussentijds moet er altijd kunnen worden gedeblindeerd. Wanneer, op welke wijze en door wie de blindering mag worden opgeheven, moet vooraf duidelijk in het protocol omschreven zijn en aan alle betrokkenen bekend gemaakt worden. Zo kan het zijn dat de apotheker de randomisatielijst beheert en er duidelijke omstandigheden zijn beschreven waaronder deblindering plaats moet (of mag) vinden. Als onderzoeker dien je alleen de blindering van de randomisatielijst te verbreken wanneer dit in het belang is van de veiligheid van de proefpersoon.
Onder normale omstandigheden vindt deblindering plaats wanneer alle metingen zijn afgerond en de database is gesloten.
Wanneer kun je overwegen te stratificeren?
In geval van belangrijke prognostische, oftewel voorspellende, variabelen zoals het geslacht en de leeftijd kun je overwegen te ‘stratificeren’. Stratificeren wil zeggen dat er voor elke (combinatie van) prognostische variabele(n) een aparte randomisatielijst wordt gebruikt, een zogenoemd ‘stratum’.
Wat zijn de 2 belangrijkste redenen voor stratificatie?
- In het geval van belangrijke prognostische variabelen is ze in het design efficiënter: er zijn minder proefpersonen nodig.
- In het geval van kleine, maar prognostisch belangrijke subgroepen (bijvoorbeeld rokers versus niet-rokers) kan het met simpele randomisatie voorkomen dat proefpersonen uit een dergelijke kleine subgroep niet of nauwelijks in een van de groepen terecht komen. De resultaten kunnen hierdoor vertekend worden, waardoor belangrijke informatie kan worden gemist. Dit kun je met stratificatie voorkomen.
In welke onderwerpen van het onderzoeksprotocol worden een of meerdere aspecten beschreven die een rol spelen bij de bescherming van de proefpersonen?
Kies één of meer:
A.
Introductie en rationale
B.
Doelstellingen
C.
Opzet van het onderzoek
D.
Proefpersonen, in- en exclusiecriteria
E.
Behandeling van de proefpersonen
F.
Onderzoeksproducten, geneesmiddelen/medical devices
G.
Producten ten behoeve van onderzoek
H.
Methodologie
I.
Veiligheidsrapportage
J.
Statistische analyse
K.
Ethische overwegingen
L.
Administratie, monitoring en publicatie
M.
Risicoanalyse
N.
Wetenschappelijke referenties
B, C, D, E, F, G, H, I, K, L, M
Is het verplicht om patiënten bij een onderzoek te betrekken bij toetsing door de METC of CCMO?
Nee. Bij een aantal subsidieverstrekkers is patiëntenparticipatie wel verplicht.