3. gezondheid en geneeskunde Flashcards
de gezondheid
la salute
genezen, beter worden
guarire, guarisco
de genezing
la guarigione
zwak
debole
de zwakte, de slapheid
la debolezza
de behandeling, de kuur
la cura
herstellen, opknappen
rimettersi
het herstellen, het genezen, de herstelperiode
la convalescenza
de conditie, de toestand
la condizione
zich niet lekker voelen, ziek zijn, zich goed voelen, gezond zijn
stare male/bene
ziek worden
ammalarsi
de stoornis, de klacht
il disturbo
gezond
sano, sana
ziek
ammalato, ammalata
zich laten behandelen, zichzelf verzorgen
curarsi
het symptoom, het ziekteverschijnsel
il sintomo
beschrijven, omschrijven
descrivere
de beschrijving, de omschrijving
la descrizione
moe, vermoeid
stanco, stanca
moe worden
stancarsi
de vermoeidheid, de moeheid
la stanchezza
de volksgezondheid
la sanità
gezondheids-
sanitario, sanitaria
het gezondheidszorgpasje
la tessera sanitaria
de ziekenfondskaart
il foglio della mutua
de ziekte, de aandoening
la malattia
de geestesziekte
la malattia mentale
verbeteren, beter worden
migliorare
de verbetering
il miglioramento
verslechteren, slechter worden
peggiorare
de verslechtering, de verergering
il peggioramento
ernstig
grave
chronisch
cronico, cronica
de pijn
il male
de pijn
il dolore
pijnlijk, pijn-
doloroso, dolorosa
pijn doen
far male
ziek
malato, malata
de patiënt
il paziente, la paziente
de epidemie
l’epidemia
een besmetting oplopen
contagiarsi
de besmetting
il contagio
besmettelijk
contagioso, contagiosa
de immuniteit
l’immunità
immuun
immune
het immuunsysteem
il sistema immunitario
de lichamelijke weerstand
le difese immunitarie
de koorts
la febbre
koortsig
febbricitante
de thermometer
il termometro
de crisis
la crisi
de complicatie
la complicazione
compliceren, ingewikkeld maken
complicare
acuut, plotseling optredend
acuto, acuta
flauwvallen
svenire
de duizelingen
le vertigini
duizelingwekkend
vertiginoso, vertiginosa
de pols
il polso
de spijsvertering
la digestione
verteren
digerire, digerisco
de vezels
le fibre
de indigestie
l’indigestione
onverteerbaar
indigesto, indigesta
de diarree
la diarrea
overgeven, braken
vomitare
het overgeven
il vomito
uitspugen
sputare
het dieet
la dieta
vermagerings-
dimagrante
het leed, het lijden
la sofferenza
lijdend
sofferente
lijden aan
soffrire di
de hoofdpijn
il mal di testa
de maagpijn
il mal di stomaco
de buikpijn
il mal di pancia
de blindedarm
l’appendice
de blindedarmontsteking
l’appendicite
de kiespijn
il mal di denti
de keelpijn
il mal di gola
de zeeziekte
il mal di mare
de diabetes
il diabete
zwaarlijvig
obeso, obesa
de zwaarlijvigheid
l’obesità
de beroerte, de attaque
l’ictus
de beroerte
l’infarto
de hartritmestoornis
l’aritmia (cardiaca)
de pacemaker
il pacemaker
de bypass
il by-pass
de sclerose
la sclerosi
iets ondergaan
subire qc, subisco
de verlamming
la paralisi
de hersenschudding
la commozione cerebrale
slapen
dormire
in slaap vallen
addormentarsi
de slaap
il sonno
de droom
il sogno
dromen
sognare
snurken
russare
de stress
lo stress
nerveus, zenuwachtig
nervoso, nervosa
hysterisch
isterico, isterica
de hysterie
l’isteria
de wond, de verwonding
la ferita
verwonden, een wond toebrengen
ferire, ferisco
de gewonde
il ferito, la ferita
desinfecteren, ontsmetten
disinfettare
de desinfectie
la disinfezione
desinfecterend
disinfettante
breken
rompersi qc
gebroken
rotto, rotta
de breuk
la frattura
aantasten
ledere
het letsel
la lesione
de verminking
la mutilazione
verminkt
mutilato
de preventie
la prevenzione
de vroegtijdige onderkenning
il riconoscimento precoce
de allergie
l’allergia
allergisch
allergico
de vaccinatie
la vaccinazione
ongeneeslijk
inguaribile
de therapie
la terapia
de therapeut
il, la terapista
therapeuthisch
terapeutico, terapeutica
werkzaam
efficace
de kanker
il cancro
het carcinoom
il carcinoma
kankerverwekkend
cancerogeno, cancerogena
de tumor
il tumore
gezwel-
tumorale
kwaadaardig
maligno, maligna
goedaardig
benigno, benigna
de neurose
la nevrosi
neurotisch
neurotico, neurotica
de handicap
l’handicap
gehandicapt
handicappato, handicappata
gehandicapt
disabile
het hoorapparaat
l’apparecchio acustico
de prothese
la protesi
de hinder
il fastidio
vervelend
fastidioso, fastidiosa
de hoest
la tosse
hoesten
tossire, tossisco
de verkoudheid
il raffreddore
kou vatten
raffreddarsi
verkouden
raffreddato, raffreddata
de griep
l’influenza
de bronchitis
la bronchite
oppassen
riguadarsi
de longontsteking
la polmonite