11. reizen en toerisme Flashcards
de vakantie, de vrije dagen
la vacanza
de voorbereidingen
i preparativi
het bezoek, de bezichtiging
la visita
bezoeken, bezichtigen
visitare
de vakantie
le ferie
het toerisme
il turismo
de folder
il dépliant
reizen
viaggiare
de reis
il viaggio
het liften
l’autostop
het vaartuig, de boot
l’imbarcazione
de cruise
la crociera
de enkele reis, het enkeltje
l’andata
de terugreis
il ritorno
het retourtje
il biglietto di andata e ritorno
terugkeren
ritornare
de reiziger
il viaggiatore, la viaggiatrice
zich wenden tot
rivolgersi a
de VVV
l’azienda di soggiorno
de VVV
l’ente del turismo
de dienstregeling
l’orario
de aankomst
l’arrivo
het vertrek, het weggaan
la partenza
de coupé
lo scompartimento
de niet-roker
il non fumatore
de roker
il fumatore
vrij
libero, libera
bezet
occupato, occupata
het aan boord gaan
l’imbarco
aan boord gaan
imbacarsi
de koffer
la valigia
de bagage
il bagaglio
de valies maken
fare la valigia
de valies leegmaken
disfare la valigia
de kofferbak
il bagagliaio
het bagagerek
il portabagagli
het bagagedepot
il deposito bagagli
de klant
il, la cliente