2B1 tentamen Flashcards
Wat voor type respons krijg je bij een auto-inflammatie en een auto-immuunreactie
auto-inflammatie: innate respons
auto-immuun: adaptieve respons
noem de volgende verschillen op tussen bacteriele en virale antigenen:
- voorbeeld van celtype dat het antigeen kan presenteren
- molecuul waarin antigene peptiden worden gepresenteerd
- celtype dat het gepresenteerde antigeen kan herkennen
bacterieel:
- professionele APC: DC, B-cel, macrofaag
- HLA II
- CD4+ lymfocyt of Th-lymfocyt
viraal:
- alle kernhoudende cellen
- HLA I
- CD8+ cytotoxische T-cel
welk effect wordt veroorzaakt door C3a en C5a?
chemotaxie
wat voor soort bacterien kunnen neutrofiele granulocyten fagocyteren?
grampositieve en gramnegatieve bacterien
welke celsoort in een histologisch preparaat duidt op een acute ontsteking?
neutrofiele granulocyten
op wat voor soort kanker heb je verhoogde kans bij chronische maagontsteking door H. pylori?
adenocarcinoom van de maag en maligne B-cel lymfoom van de maag
welke effectorfuncties heeft IgG?
complement activatie
neutralisatie van virusdeeltjes
opsonisatie van micro-organismen
bij welk signaal wordt een T-cel anerg?
HLA-antigeen <=> T-cel receptor
wat is een overeenkomst tussen MHC I en MHC II?
beide hebben een alfa1 en alfa2 domein
Welke cytokinen zorgt voor specialisatie van Th0-lymfocyt in een:
Th1
Th2
Th17
Treg
Tfh
en wat is hun rol in het immuunsysteem?
Th1: IL-12 en IFNgamma
- virussen en intracellulaire bacterien
Th2: IL-4
- parasitaire wormen
Th17: IL-6 en TGF-beta
- schimmels
Treg: TGF-beta
- regulatie
Tfh: IL-6 en IL21
- extracellulaire virussen en bacterien
welke processen vinden plaats tijdens de follikelcentrumreactie?
isotype switching en somatische hypermutaties
Wat zijn de primaire taken van de platen van Peyer?
het onderdrukken van immuunresponsen door stimulatie regulatoire B-cellen en het stimuleren van IgA productie tegen voedselantigenen
(niet IgE, niet stimuleren T-cellen)
waartegen zijn patient DNA-specifieke oligonucleotiden precies tegen gericht?
junctional regions
Welke van deze virussen zou een verwekker van een zoonose kunnen zijn:
west nijl virus
hepatitis B, C, E
west nijl virus, hepatitis B en E
welk virus is het vaakst geassocieerd met posttransplant lymfoproliferative disease (PTLD)?
Epstein Barr-virus
welke componenten zijn aanwezig in een hepatitis B vaccin?
HBsAg, aluminium hydroxide en pre-S1 en pre-S2 eiwit