2.6.2 Flashcards
noem de 6 fasen van het strafproces
- de opsporing
- de aanhouding
- de vervolging
- de berechting
- eventueel hoger beroep en cassatie
- uitvoering van opgelegde straf
opsporing
politie verzameld informatie en verhoord de getuigen, het proces-verbaal gaat naar de officier van justitie
de aanhouding
als je een verdachte bent mag de politie je staande houden of aanhouden
staande houden
laten stilstaan en naar identiteitsbewijs vragen
aanhouden
arresteren en meenemen naar politiebureau voor een verhoring
dwangmiddelen
staande houden, aanhouden, fouilleren, inbeslagname bewijsmateriaal
voor welke dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig en van wie?
de officier van justitie of rechter commissaris
1. binnengaan van woning en huis doorzoeken behalve bij nood
2. afluisteren van telefoongesprekken
preventief fouilleren
3. infiltratie van een misdaadorganisatie
4. verdachte langer dan 9 uur vasthouden (officier kan 2x toestemming geven voor +3 dagen)
voorarrest
verdachte wordt vastgehouden tot de beoordeling
noem alle manieren door vervolging en door wie
het OM
1. seponeren
2. transactie/ schikking
3. strafbeschikking
4. vervolgen
seponeren
besluiten om niet verder te vervolgen door bijv. niet genoeg bewijs
strafbeschikking
zelf een straf opleggen maar dan doet het om ook rechtsprekende macht en dat mag eigenlijk niet
vervolgen
de zaak voor de rechter slepen