2.4 Flashcards
wetgevende macht
stelt de wetten op: parlement, gemeenteraad en provinciale staten, regering
rechterlijke macht
oordeelt in conflicten over de juiste toepassing van de wet: rechtspraak en hoge raad, openbaar ministerie
uitvoerende macht
voert de wetten uit: regering, lokaal bestuur, politie, openbaar ministerie
checks and balances
de machten controleren elkaar en werken samen
parlement / volksvertegenwoordiging
eerste en tweede kamer
regering
de koning en alle ministers
ministers
zorgen ervoor dat eenmaal aangenomen wetten ook worden uitgevoerd en stellen daarbij regels op
ambtenaren
alle mensen die voor de overheid werken, ministers geven ze taken
lobbyisten
iemand die van een opdrachtgever invloed moet uitoefenen op de keuze van een politici
parlementaire enquêtecommissie
een commissie die uitzoekt of ambtenaren iets fout doen
discretionaire bevoegdheid
de bevoegdheid om soms zelf de beslissing te nemen over hoe een wet wordt toegepast
klassenjustitie
vooroordelen hebben
rechtsbescherming
mensen kunnen hun rechten verdedigen en worden eerlijk behandeld
hoge raad
het laatste woord in een rechtszaak
kaderwetgeving
een wet die algemene richtlijnen geeft waar andere wetten aan moete voldoen