2.2.3 Flashcards
1
Q
wederkerige erkenning
A
als jij iets wil moet je accepteren dan andere dat ook kunnen willen maar dit mag niet de vrijheid van andere burgers beperken ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet
2
Q
wetboek van strafrecht
A
hierin zijn haatzaaien, discrimineren, beledigen en belasteren verboden
3
Q
verticale werking
A
grondrechten kunnen door burgers worden uitgeoefend tegenover de staat en andersom
4
Q
horizontale werking
A
grondrechten kunnen door burgers worden beroept op de burgers
5
Q
A