2.6.1 Flashcards

1
Q

welke regels zijn er om te voorkomen dat grondrechten worden geschonden

A
  1. iedereen heeft recht op een eerlijk proces 2. onschuldvermoeden 3. de behandeling van verdachten staat in het wetboek van strafvordering 4. iedereen heeft recht op een advocaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onschuldvermoeden

A

als verdachte ben je onschuldig tot het tegendeel wordt bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wetboek van strafvordering

A

de regels voor de behandeling van verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem alle 6 regels in het wetboek van strafvordering

A
  1. strafbaarheidsbeginsel
  2. strafbepaling
  3. ne bis in idem-regel
  4. maximum straf
  5. overmacht
  6. verjaringstermijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

strafbaarheidsbeginsel

A

niet strafbaar als het toen nog geen wet was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

strafbepaling

A

de omschrijving van strafbare handelingen in de wet moet strafbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ne bis in idem-regel

A

je kan niet twee keer vervolgd worden voor hetzelfde ding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overmacht

A

de dader werd gedwongen om iets te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verjaringstermijn

A

iemand kan na een bepaald aantal jaren niet meer vervolg worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

misdrijven

A

ernstige strafbare feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overtredingen

A

minder ernstige strafbare feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly