2.3 Begrippen Flashcards

1
Q

Openbaar vervoer (ov)

A

Personenvervoer volgens een dienstregeling met trein,bood,bus,metro of snel tram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Forens

A

Iemand die op een andere plaats woont dan waar hij werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mobiliteit

A

De verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoermiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vervoersarmoede

A

Wanneer iemand door beperkte verplaats mogelijkheden niet kan deelnemen aan ‘normale’ dagelijkse activiteiten,zoals boodschappen doen,onderwijs volgen of werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Files

A

Langzaam rijdend,of stilstaand verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly