2.2 Diepte-interviews uitvoeren Flashcards

1
Q

Welke zijn de verschillende vormen van diepgaande interviews?

A
  • Face-to-face,
  • telefonische interviews,
  • online interviews,
  • ‘walk along interviews’,
  • etnografische interviews.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wordt face-to-face interviewing traditioneel als superieur beschouwd?

A

et biedt een sterkere basis voor het opbouwen van een goede relatie en maakt non-verbale communicatie mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke situaties kunnen telefonische of online interviews de voorkeur hebben?

A

In situaties zoals bij eetstoornissen, drukke deelnemers, verspreide steekproef, of beperkingen in budget en tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn mogelijke nadelen van online of telefonische interviews?

A

Mogelijke nadelen zijn het verlies van fysieke signalen zoals lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen; kritiek in traditionele onderzoeksliteratuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat raadt Irvine aan met betrekking tot het gebruik van telefonische interviews?

A

Irvine raadt aan telefonische interviews te erkennen als een aanvullende optie, maar de geschiktheid ervan voor elk specifiek onderzoek afzonderlijk te overwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 belangrijke kenmerken van diepte-interviews

A
  1. Structuur en flexibiliteit
  2. Interactie
  3. Diepgaande verkenning
  4. Generatief karakter
  5. Belang van taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Structuur en flexibiliteit bij diepte-interviews

A
  • Zelfs in ongestructureerde interviews heeft de onderzoeker een idee van te verkennen thema’s.
  • Interviews zijn gebaseerd op een themagids, maar de mate van structuur varieert afhankelijk van de onderzoeksoriëntatie en het kennisstadium.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interactie bij diepte-interviews

A
  • Het materiaal wordt gegenereerd door de interactie tussen onderzoeker en geïnterviewde.
  • Vragen worden gestuurd door eerdere opmerkingen van de geïnterviewde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diepgaande verkenning bij diepte-interviews

A
  • Gebruik van diverse vraagtechnieken om diepte van exploratie en uitleg te bereiken.
  • Onderzoeker luistert en probeert een dieper begrip te krijgen van de ervaringen van de deelnemer en de betekenis ervan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Generatief karakter van diepte-interviews

A
  • Interviews leiden vaak tot de creatie van nieuwe kennis of gedachten.
  • Deelnemers kunnen verrast zijn over de tijd die ze besteden aan specifieke onderwerpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belang van taal bij diepte-interviews

A
  • Kwalitatieve interviews focussen op hoe deelnemers zich uitdrukken.
  • Taalgebruik wordt onderzocht omdat het betekenis bevat en verduidelijkt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 9 attributen en vaardigheden die betrokken zijn bij het interviewproces?

A
  1. Actief luisteren
  2. Relevante vragen stellen
  3. Alert zijn op onderwerpen
  4. Nieuwsgierigheid en interesse
  5. Rapport opbouwen
  6. Zelfvertrouwen uitstralen
  7. Efficiëntie en voorbereiding
  8. Concentratie en uithoudingsvermogen
  9. Training en praktijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Actief luisteren

A
  • Fundamenteel voor de interviewinteractie.
  • Gaat verder dan het horen van woorden; omvat begrip van de betekenis, subtekst en nuances in het verhaal van de deelnemer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Relevante vragen stellen

A
  • Onderzoeker moet actief luisteren om relevante vragen te stellen die voortbouwen op wat de geïnterviewde heeft gezegd.
  • Belangrijk voor het voorkomen van overhaaste interpretaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alert zijn op onderwerpen

A
  • Goede luistervaardigheden helpen de onderzoeker alert te zijn op onderwerpen die zijn genoemd maar niet in detail zijn besproken.
  • Het kan leiden tot het verkennen van meerdere onderwerpen die de onderzoeker wil onderzoeken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nieuwsgierigheid & interesse

A
  • Een nieuwsgierige geest en de wens om meer te weten zijn essentieel.
  • De onderzoeker moet oprecht geïnteresseerd zijn in de rijke variatie van menselijke ervaringen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rapport opbouwen

A
  • Luisteren draagt bij aan het opbouwen van een goed contact tijdens het interview.
  • Vertrouwen wordt versterkt wanneer de onderzoeker comfortabel lijkt in de interviewsituatie en interesse toont in het perspectief van de deelnemer.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zelfvertrouwen uitstralen

A
  • Vertrouwen in de interviewsituatie versterkt het vertrouwen van de deelnemer.
  • Een gevoel van ‘rust’ en comfort met de interviewee en de situatie dragen bij aan een positieve interactie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Efficiëntie en voorbereiding

A
  • Efficiëntie en zorgvuldige voorbereiding zijn essentieel.
  • Bekend zijn met de doelstellingen van het onderzoek en het onderwerpschema.
  • Plannen van een reisschema dat stiptheid bij afspraken mogelijk maakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Concentratie en uithoudingsvermogen

A
  • Interviewen omvat verschillende taken tegelijkertijd.
  • Concentratie en uithoudingsvermogen zijn essentiële kwaliteiten om met deze gelijktijdige eisen om te gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Training en praktijk

A
  • Onderzoekers hebben uitgebreide training nodig voor het uitvoeren van hoogwaardige kwalitatieve interviews.
  • Praktijk, bij voorkeur met ervaren interviewers, verbetert zowel het vertrouwen als de techniek.
19
Q

Wat zijn belangrijke acties van een goede interviewer?

A
  • Goede voorbereiding: Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn op het interview om er met gemak en vertrouwen in te staan. Dit houdt in dat je goed bekend bent met het onderwerp en het doel van het onderzoek, dat je de topiclijst goed hebt bestudeerd, maar ook dat je de opnameapparatuur goed hebt opgezet, een goede locatie voor het interview hebt gekozen en mogelijke storingen hebt ondervangen.
  • Actief luisteren (active listening): Actief luisteren is veel meer dan alleen luisteren. Het houdt in dat je ingaat op (non-)verbale signalen, aarzelingen en emoties van de deelnemer, mentaal bijhoudt welke zijpaden je wilt bewandelen, en op basis hiervan vragen stelt die relevant zijn voor het verhaal van de geïnterviewde.
  • Een vertrouwelijke band (rapport): Een vertrouwelijke band tussen de interviewer en de deelnemer is belangrijk om de deelnemer op zijn gemak te laten voelen om zijn verhaal te vertellen. Een goede voorbereiding en actief luisteren maken dat er geen storing is tijdens het interview, dat je met zelfvertrouwen in de situatie kunt zitten en in kunt gaan op de emoties en ervaringen van de deelnemer.
  • Time management: Noch de interviewer, noch de geïnterviewde hebben eeuwig de tijd en de energie. Als onderzoeker wil je respectvol omgaan met de tijd van je deelnemers, maar je wilt ook de nodige diepte en breedte in het interview vatten. Daarom moet je tijdens het stellen van je vragen ook goed de tijd in de gaten houden.
20
Q

Wat zijn de 6 fasen van een interview?

A
  1. Aankomst en introducties
  2. Introductie van het onderzoek
  3. Begin van het interview
  4. Tijdens het interview
  5. Einde van het interview
  6. Na het interview
20
Q

Fase 1: aankomst en introductie

A
  • Cruciale eerste minuten voor het opbouwen van een goede relatie.
  • Onderzoeker als proactieve ‘gastheer’, rustig en vriendelijk.
  • Vaststellen van de toon voor het gesprek over het onderzoek.
21
Fase 2: Introductie van het onderzoek
* Onderzoeker legt de doelen, doelstellingen en het doel van het onderzoek uit. * Informeren over vrijwillige deelname en regelingen voor vertrouwelijkheid. * Onderhandelen over de inhoud en grenzen van het interview.
22
Fase 3: Begin van het interview
* Achtergrondinformatie verkrijgen om de deelnemer op hun gemak te stellen. * Demonstreren van een open interviewdynamiek met responsieve vervolgvragen. * Aanpassen van de aanpak op basis van de reactie van de deelnemer.
23
Fase 4: Tijdens het interview
* Onderzoeker begeleidt de deelnemer door belangrijke thema's. * Gebruik van open vraagtechnieken om diepte en breedte te verkrijgen. * Actieve luisterhouding behouden terwijl de onderzoeksdoelen in gedachten worden gehouden.
23
Fase 5: Einde van het interview
* Tijdig aankondigen van het einde om vermoeidheid te voorkomen. * Stimuleren van deelnemer om belangrijke zaken te bespreken. * Geleidelijk terugkeren naar alledaagse sociale interactie.
24
Fase 6: Na het interview
* Bedanken van de deelnemer en uitleggen van vervolgstappen. * Beantwoorden van vragen en verstrekken van contactgegevens indien nodig. * Mogelijkheid voor deelnemer om eventuele laatste gedachten of opmerkingen te delen.
25
Houding van de interviewer
De onderzoeker moet flexibel zijn, luisteren, en aandacht besteden aan non-verbale signalen om een productief, respectvol en empathisch interview te garanderen. Het voltooien van het proces na het interview is net zo belangrijk als de interviewfasen zelf.
26
Principes van vragenformulering
* Doel van in-depth interview: breedte en diepte van dekking bereiken. * Interview als cartografie: mapping vragen identificeren en beschrijven kenmerken van de "eiland" van de interviewee's wereld. * Iteratief proces met mapping vragen die een onderwerp openen en responsieve probes die diepgang onderzoeken.
27
Open vragen
* Standaardtool voor in-depth interviews. * Laat deelnemer inhoud van het antwoord leveren. * Bevordert uitgebreide antwoorden.
28
Niet-sturende vragen
* Formuleren om de respons zo min mogelijk te beïnvloeden. * Vermijden van suggestieve vragen die in een bepaalde richting leiden.
29
Effectieve (duidelijke) vragen stellen
* Korte, duidelijke vragen vermijden preambles (overmatige uitleg die de kern van de vraag kan verdoezelen), dubbele vragen en te abstracte taal. * Aanpassen aan de taal van de deelnemer zonder authenticiteit te verliezen.
30
Doorvragen
* Vervolgvragen als responsieve, follow-up vragen voor meer informatie, beschrijving of uitleg. * Verschillende soorten vervolgvragen: -- versterken, -- verklaren, -- impact verkennen, -- onderliggende waarden begrijpen, -- verduidelijken en -- tegenstrijdigheden uitdagen.
31
Mapping vragen
* Brede, open vragen om het terrein van de kaart af te bakenen. * Vervolgvragen om diepgang te verkennen op basis van de gegeven antwoorden. * Cartograafmetafoor: identificeren van sleutelelementen en inzoomen op elk ervan.
32
Gebruik van prompts (aangeboden suggesties)
* Onderzoekers kunnen "prompts" gebruiken om specifieke onderwerpen te introduceren wanneer open vragen niet voldoende zijn. * Moeten voorzichtig worden gebruikt om de authenticiteit van de reactie te behouden.
33
11 technieken en overwegingen die kunnen helpen het ondersteunen van de interviewdynamiek en ervoor zorgen dat het interview zo volledig en open mogelijk is over het perspectief van de deelnemer.
1. **Nooit aannemen**: Vermijd aannames over wat iemand bedoelt. Draai aannames om in vragen en vraag bijvoorbeeld "waarom was dat zo?" om verduidelijking te verkrijgen. 2. **Geen commentaar geven op een antwoord**: Vermijd het geven van commentaar op een antwoord, omdat dit een oordeel kan introduceren en de stroom van het interview kan onderbreken. 3. **Geen samenvatting geven van het antwoord**: Het is moeilijk om de volledige betekenis van het antwoord van de deelnemer kort samen te vatten. Het is effectiever om verduidelijkende vragen te stellen in plaats van te proberen het antwoord samen te vatten. 4. **Geen antwoorden afmaken**: Laat de deelnemer hun gedachten uitspreken en vul hun antwoorden niet in. Stel verdere vragen om hen te helpen hun punt te maken. 5. **Vermijd herhalen van overbodige opmerkingen**: Herhalingen zoals 'juist', 'oké' of 'ik begrijp het' kunnen de deelnemer ontmoedigen om meer te delen. Vermijd het gebruik van deze opmerkingen als ze niet bijdragen aan het verkrijgen van meer informatie. 6. **Bevestigen dat er geen goede of foute antwoorden zijn**: Benadruk dat er geen goede of foute antwoorden zijn om een open en niet-oordelende sfeer te behouden. 7. **Letten op toon van stem en lichaamstaal**: Naast wat er wordt gezegd, kunnen toon van stem en lichaamstaal belangrijke aanwijzingen geven. Pas de vragen aan op basis van deze signalen en moedig de deelnemer aan om verder te delen. 8. **De deelnemer de tijd geven om te antwoorden**: Geef de deelnemer voldoende tijd om na te denken en te reageren. Stiltes kunnen productief zijn en bijdragen aan diepere antwoorden. 9. **Het interview sturen**: Zorg ervoor dat er voldoende tijd is om alle beoogde onderwerpen te bespreken. Bespreek extra tijd indien nodig en houd het interview op een goed tempo. 10. **Relevante informatie in het interview brengen**: Introduceer alleen informatie als dit bijdraagt aan het interview en vermijd overplanning. Houd rekening met de informatie die al bekend is over de deelnemer, maar benader het onderwerp fris in plaats van externe informatie toe te voegen. 11. **Cultureel sensitief zijn**: Wees bewust van culturele verschillen en respecteer deze tijdens het interview. Erken variaties in normen zoals punctualiteit, lichaamstaal en oogcontact.
34
Grenzen en rollen in diepte-interviews
1. **Behoud empathie zonder overbetrokkenheid**: Interviewers moeten empathisch zijn zonder te veel betrokkenheid, waarbij een neutrale benadering wordt gehandhaafd. 2. **Beheer informatie-uitwisseling**: Overweeg hoeveel informatie de onderzoeker deelt en vermijd het delen van persoonlijke opvattingen en ervaringen. 3. **Vermijd advies geven**: Onderzoekers moeten terughoudend zijn met het geven van advies en zich bewust zijn van mogelijke professionele codes. 4. **Behoud neutraliteit bij meningen**: Onderzoekers moeten neutraal blijven, zelfs als ze het niet eens zijn met de mening van de deelnemer. 5. **Omgaan met delicate onderwerpen**: Bij het behandelen van gevoelige onderwerpen, zoals illegaal gedrag, is het belangrijk duidelijke grenzen te stellen en ethische overwegingen in acht te nemen.
34
6 strategieën die onderzoekers kunnen toepassen om om te gaan met uitdagede interviews (zoals gevoelige onderwerpen, onverwachte emotionele reacties of moeizame interacties)
1. Subtiele onderhandeling 2. Sterke emotionele reacties 3. Angst of terughoudendheid aanpakken 4. Interviewfocus handhaven 5. Omgaan met machtsdynamiek 6. Omgaan met afleiding of gebrek aan focus
35
Subtiele onderhandeling
* Samenwerken met de deelnemer om het interview te voltooien. * Erkennen van gevoelige onderwerpen en verifiëren of de deelnemer comfortabel is om door te gaan.
36
Sterke emotionele reacties
* Herkennen van emotionele signalen zoals gezichtsuitdrukkingen. * Kalm blijven, de reactie erkennen en aanmoedigen om meer te delen. * Geen aanname doen over wat moeilijk is voor de deelnemer.
37
Angst of terughoudendheid aanpakken
* Benadrukken dat er geen juiste of foute antwoorden zijn. * Meer tijd besteden aan het opbouwen van comfort voorafgaand aan het interview. * Geleidelijk overgaan naar diepere, emotionele onderwerpen.
38
Interviewfocus handhaven
* Balanceren tussen vrije expressie van de deelnemer en het sturen van het interview naar relevante onderwerpen. * Nadenken over afwijkingen van onderwerpen en evalueren of ze waardevol zijn voor het onderzoek. * Omgaan met afwijkingen op basis van mogelijke oorzaken, zoals machtsdynamiek of gebrek aan focus.
39
Omgaan met machtsdynamiek
* Beslissen over de focus als de tijd beperkt is. * Terugbrengen naar de oorspronkelijke vraag bij afwijkende antwoorden. * Gebruikmaken van lichaamstaal om onderbreking aan te geven. * Beleefd maar duidelijk reageren op vragen van deelnemers over het doel van de studie.
40
Omgaan met afleiding of gebrek aan focus
* Herleiden van deelnemers naar relevante punten. * Erkennen van herhaalde punten en benadrukken van de noodzaak om andere onderwerpen te behandelen. * Stellen van directe, gestructureerde vragen om focus te behouden. * Vermelden dat de tijd verstrijkt en aangeven dat er nog meer te bespreken is.
41
Inplannen van afspraken
* De duur van interviews varieert tussen studies en deelnemers, geleid door het onderwerpsbereik en de spreekbereidheid van de deelnemer. * Overweeg de concentratie van zowel de onderzoeker als de deelnemer; interviews van twee uur of langer kunnen moeilijk zijn. * Plan tijd tussen interviews voor assimilatie, voorbereiding en rust. * Maximaal drie face-to-face interviews per dag zijn haalbaar, vooral zonder lange reizen.
42
Locaties en interviewomgeving
* De locatie wordt vaak bepaald door de deelnemer (thuis, werk, neutrale locatie). * Ideale omgeving is privé, stil en comfortabel; echter, dit is niet altijd haalbaar. * Flexibiliteit van de onderzoeker is vereist om de omgeving zo rustig en comfortabel mogelijk te maken. * Zorg voor de benodigde materialen en apparatuur en test ze voorafgaand aan het interview.
43
Aanwezigheid van andere personen
* Bij voorkeur één-op-één interviews; de aanwezigheid van anderen moet worden afgestemd op de wensen van de deelnemer. * In sommige gevallen kan het nuttig zijn voor twee onderzoekers om bij het interview aanwezig te zijn. * Het interview moet grotendeels door één onderzoeker worden geleid om diepgang en focus te behouden.
44
Belangrijke punten bij diepte-interviews
* Verschillende theoretische perspectieven en interviewtypen bestaan, maar flexibiliteit, interactiviteit en datageneratie zijn consistent. * Onderzoekers moeten luisteren, actief betrokken zijn en empathisch zijn om diepgang te bereiken. * Vraag een combinatie van mapping en diepgaande vragen om breedte en diepgang te bereiken. * Gevoelige onderwerpen vereisen erkenning en begrip; onderzoekers moeten flexibel en empathisch zijn. * Praktische overwegingen omvatten het plannen van voldoende tijd tussen interviews en het waarborgen van een geschikte interviewomgeving.